STEMMEN UIT ONZE KERKEN.

Weleerw. Zeerg.el. Heer Dir v. d. A''aaxt—Smit. 's-Graveland.

Weleenv. Zeelgel. Heer,

Uw 'stuk over vorm len geest las ik met groote belangstelling. Het wil mij ^echter voorkomen, dat nu reeds kan wörtien beslist of uw Visie op dit probleem niet eenigszins moet gewijzigd worden. Ten eeTste meen ik, dat het tijdperk der „steirk dogmatischie beweging" in 1880 reeds lang. a.an den gang was. Zoo ik mij niet bedrieg zou men de beweging die in 1885 begon meer als eerste vrucht deir dogmatischie beweging kunnen beschouwen, en meer van kerkrechltelijken aard kunnen noemen. Ik herinneir liieraan vooral, omdat daardoor een, zij het dan kerkrecHelijk dogma, namelijk de autonomie der plaatselijke keirk is bepaald. En wanneer hier niet do noodige aandacbit aan wordt gewijd, vrees ik, dat een groot belang van den strifd in 1886 niet voldoende in 't oog wordt gehouden. Maa; p vooral Wijs ik er op, dat lang voor het dioioir u genoemlde jaartal aan 't Gereformoe'rde Nederlandsche volk de VOITO' yan de Gereformeerde theologie was térug^esc'hionken. Lang voor 1886 was het aan Dr Kuypteir gegeven om de Gereformeerde theologie in eere te brengen, en wel door, in strijd met alle toenmalige „jongeren en ouderen" tot een onvoorwaardelijk buigen voor den Bijbel als Gods Woord.

Was 'het niet de voortvaatide door ISr Kuyper gesteld bij.het uitgeven van een Bijbel, dat allen die daaraan zouden medewerken, zonder eenige aanmerking zouden aanvaarden den Bflbel^ S, S. Gods Wioord. Wat den strijd deed ontbranden ? ' En mag ik u • verwezen naar de tweede (rectorale ora; tie van D.r Kuyper getiteld: „Die heden daagScüe schriftcriüek in Ihiare bedenkelijke strekkingen". Dan veroorloof ik mij te noemen: „Confidentie", waarin Dr Kuyper de beteekenis en de "Waarde van de kerk noemt. En eindelifk mag voor den ruggegraat van het theologische Nederland niet .vergeten worden Dr Kuyper's en Dr Rutgers' werk in de stichting van de Vrije Universdtedt.

Waarom ik hierop de aandacht vestig? Om uw visie op 'de oorzaak dör kwaal door u genoemd te wijzigen. Gij meent, dat die oorzaak gelegen is in het gevaar, dat we loopien „meer Kuypersch dan Kuyper te worden". Reeds bij oppervlakkig© beschouwing van den strijd in Dr Kuyper's tijd vindt m& n de klachten door u genoemd als: „dat we nu het - wtezen (het echt geestelijke) gaan opofferen aan den vorm (de „zuivere lijnen"), te eenzijdig de „waarheid" als „dognaatiek" gaan opvatten". Be Farizeeën hebben „e^n catTicatuur" gemaakt van Ezra's reformatie", ik spreke dat niet tegen, maar wanneer ik goed zie dan wordt dit door u 'rneer als troost dan als waarschuwing bescWouwd.

Want u schrijft, dat „lh|et leger van den groeten Zweed-Bchen Koning wel z^ „lijnen" erfde, mïiar niet de girootheid en heiligheid en heerlijkheid van diens idealen". Welnu Dr Kuyper's idealen waren aan Theologie absoluut onderworpen aan en gegrond op Gods onfeilbaar Woord. Een kerk, gereformeerd naat 't Woord Gods, geen andere macht erkennende dan van , haren Kc.ning en daarvoor onvoorwaardelijk buigende. Een beoefening' der Wetenschap', „die de verborgene heerlijkheid Gods aan htet daglicht brengt, die een heilige genieting geeft in het opdelven zelf van het goud, dat in Gods schepping schluilt en die de eere gunt, om den .adel en den welstand van het menscfielijk leven te verhoogen".

God lof er zijn nog ouderen die iets hebben geërfd van de grootheid en hieiligheid en Keerlijkheid van deze • idealen, die met groote stichting en zalig genot zich verdiepen in de belijdenis deir "Gereformeerde Kerken, zelfs van de artikelen tegen de Remonstranten. Die, wel niet genoeg, maar toch dankbaar zijn voor de zuivei'e bediening Van het Woord ©n de sacramenten, die zich verblijden in hlet bezit, hoewel soms ongerust voor het bestaan, van een Hoogeschbol waar de Wetenschap wordt beoefend naar den Woorde Gods.

Zij kunnen u verzekeren, dat dit alles hen versterkt in de verzekering des geloofs, in den vrede, die alle verstand te boven gaat.

En wanneer zij^ vasthouden .gan „de zuivere lijnen" dan is het omdat zf van Dr Kuyper als middel in 147 Gods hand, hébben geleerd, dat alleen daardoor de lijhen kunnen gezuiverd wolden. iZi| houden deze lijnen vast, 'Stellig overtuigd, dat alleen zoo de reformati* tvan de waarheid, die naar de Godzaügtileid is, kan verkregen worden.

Hoogachtend,

Uw dw., JAC. VAN OVERSTEEG.

Amsterdam, 24 Januari 1922.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen