GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET GEZANG DER GEMEENTE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET GEZANG DER GEMEENTE.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

II (Slot.)

Thans 't een en ander over het zingen onzer Psalmen op beele en halvö noten, o-vereienkomstig den rythmüs der oude melodieën.

Deze gedacihte hoeft aanvankelijk grooiLa insteim'ming gevonden. A''an verscliillende zij'den kreeg ik berichi dat men de onde zangmeffiodel had hersteld op catËcJiisatiën, scholen, zangvere-enigingen, in den huiselijken kring enz. Er werd stei& ds Ijijgevoegd, dat men aanvankelijk zieeir voMaaa wa.s over deze restauratie, ien sommigen was höt eien openbaring, hoe anders de Esatoen nu Honkten. In samenkomsten van versdhillenden aard, op ziendingsdagen, in de jaarvergadering van den Bond van Gereformeerde Meisjesvexeienigingen enz', werd do proef genomen en voldeed uitstekend. To'en op den laatsten Z: endingsdag, gehouden in da open luciht, der Classis Utrecht een zangveiieteniging PsalW 1.38 aldus aanhief, en ik daarna (als voorzitter) verklaarde te hopen, dat we binnen niet te langen tijd in onze godsdienstoefeningen dei Psalmen zóó z.ouden zingen, kwam: een hartelijk spontaan applaus van honderden dien wensclh beamten. D-e Heraut sprak bij' monde van Prof. Dr H. • H. iKuyper een en andefmaal haar giezagtebbend woord ten gunste van dit voorstel. Zelfs werd reeds in enkele godsdienstoefeningen efen geslaagde proef met deze methode genoöifen, en het leek alles botertje lot den boo'm; zoodat ik begon te' vermoeden, dat er nog een steirk© oppositie zou komen — want zoo snel en gemakkelijk gaat telen nieuwigheid bij onze Hollandsch'e Gereformeierden nooit er in, zelfs al is die „nieuwigheid"-eigenlijk een „oudigheid".

Dat is dan ook gebeurd. Xiangzamerhand kwamen van verschillenden kant — zelfs van een zijde, waarvan men het niet vermoeid zou hébben — bezwaren los. Om niemand onrecht te doen, noem) ik geen namen, daai de gelögenheid om zei alle te noemen, ontbreekt. Het doet eir ook niet zooveel toe, wie iets ziögt, doch 't gaat meer er om', wat gezegd wordt. Ik zal beproeven, in kort bostek de voornaamste bezwaren, die! te berde gebracht werden, op te sommen, en dan traohten, de ongeldigheid daarvan aan te toonen.

Men zegt:

1. Onze nienschen zijh weinig muzikaal. Daarom' zal het niet gelukken, hen tot éeizei zangmiethod© te brengen, en ontstichting in plaats-van stichting zal het noodzakelijk gevolg zijn. Men heeft in vorige eeuwen het zingen op heele len halve noten moeten prijsgeven omdat het niet ging, en nu zal het evenmin gaan.

2. Onze organisten zijn voor een groot deel niat voldoende onderlegd en geoefend om' in staat te zijn, het gezang op deze wijze te leiden. Koraalboeken zijn er niet voor dezie methode. DaL moet dus bepaald mislukken.

3. Er zijn ook geen Psalmboekjes, die duidelijk de heeie en' halve noten aangeven, en er is verschil in de rythmeering. De oude boekjes zijn alleen bruikbaar als zij noten voor elk vers hebben. En de oude rythmus is soms bepaald te moeilijk, zoüdat vereenvoudiging noodig ware.

4. Invoering van deze methode-zal stormen v; ui verontwaardiging, tegenstand enz. verwekken. Breng loch geen beroering' in de berken; de menschen laten zich niet dwingen. En wat komt er van teiecht, als ieder op zij-n eig^ houtje het doet of niet doet?

5. Ons Psaltngezang moet en kan op andere manier verbeterd worden. Men raadt aan:

a. leer de menschen öerst goed zingen; dan wolden de koralen ook' beter gelzongeft.

b. ' laat hen vlugger zingen, zoodat alles halve of ielfs kwart noten wordt, dan zal het gezang veel beter tot zij-n recht komlen. Zoek het dus in het tempo en niet in den rythmus.

C'. miaak niet alle noten van gelijken cluur, doch laat een toon, voor9, l aan het einde van een regel, twee-of driemiaal zoolang aangehouden worden als de andere; en zorg, dat het aantal maten van een regel slechts biji uitzondering sen oneven "getal zij', .

d. laat voor vele Psalmen nieuwe wij'z'en gemiaakt worden, die beter in het gehoor liggen en bij de woorden passen; de in gebruik zijnde kunnen voor een niet zoo klein deiel toch eigenlijk geen dienst doen omdat ze niiöt deugen voor kerkzang.

e. de ryüimus onzer Psalmwij'zen is ge'm'aakt voor de Frarische Psalmjierijmingi. Deze pastei reeds niet voor de ber-ij'ming van Pietrus Daithenus, en jiog minder vooi.clie van 1773. Fr zal dus een groot verschil zijn tussc(hen rythmus en woorden, wat zeer hinderlijk is.

6. De oude melodieën waren vörm'oedelijk melar als intonaties bedoeld, als recitatieven; want er is geen indeeling in maten.

7. De kor aal vorm past bij'zonder voor ons kerkgezang; Handel, Bach enz. hebben dien ook gebruikt; .waarom moeten we terugkeeren tot het oude? 'Andere tijden, andere; zieden.

Naar ik meen, is in dit zevental punten alle's verz'Eüneld, wat aan eenigermatiei belangrijke argumte'aten tegen mijh voorstel is ingebracht. Thans waclit mij de taak, het aangevoerde i0 wederleggen. Om luimte te sparen, noem ik de bezwaren alleen met boven aangegeven cijfer en letlietr; dit zal dan lezers niet te veel moeite geven, zoo ik hoop; en het moet wel, als dit artikel niet te lang zal worden,

Ad 1. Inderdaad, aan het muzikaal gevoel van het gros der gemeenteleden ontbreiekt veel. Doch daarover is geklaagd van de kerlchervorming af tot nu toe, en als men wachten wil met een verbetering in te voeren-totdat dit anders geworden is, kan men met zekerheid zeggen, dat deze nooit komt. Bovendien is hier wisselwerking. Voel wij'z'en zullen gemakkelijker zingbaar zijn op heele en halve noten dan in den thans gebruikelijken vorm.

Het is niet bekend, wanneer men is opgehouden met het zingen op heele en halve noten. In het begin der 18e eeuw werd het nog gedaan. Daarna is men overgegaan tot den zl-g.n. korten zingtrant, waarbij de eerste en laatst© noot van iederen regel lang en de anders allemaal kort warjgn (zooals Psalm 68 in de oorspronkelijk© melodie bijkan.^: geheel is). Dit ging echter ook niet. En onder den invloed van de invoering der Evangelische Gezangen is men toen de Psalmmelodieën gaan egaliseeren, zoodat de desondanks in de meestei kerkboekjes nog behouden maataanwij'zingen een anti(piiteit werden, de herinnering bewarende doclh niett ra'ser dienende voor bet heden.

De practijk op tal van plaatsen leert echteir, ziooals ik in het begin reeds aangaf, dat de mienschen van den tegenwoordigen tijd best in staat zijn, de melodieën mee t© zingen in den ouden trant.

Het Calvinisme zonk hoe langer hoe meer weg — de oud-Calvinistische melodieën werden door de eenvormigheid, die de vloek der modern©, samenleving is, van haar karakter beroofd. Het Calvinisme leeft meer en maer op en — ook bet oude karakter der nielodieën wordt weer hersteld: zou deze parallel te stouit getrokken zijn? Ik zoiu het niet denken.

En wat de te vreezen ontstichtingi bleitreft, daarover z^ ik bij: no 4 wel iets.

Ad 2. Ik gevoel dit bezwaar. Maar moeten W'3i ons dan altoos maar schikken naai' de onbekwamen? Altijd dalen tot het laagste niveau omdat anders allen niet mee kunnen? Op die maaier redeneerend is de consequentie, dat er in 't geheel geen Psalmlen mieter gezongen mloiafcen wO'.rden, want het spel is in onderscheidenei berken zoo slecht, dat ook d© koraalzang er niet door geleid wordt. Laat 'maar eens blijken, wie geschikt zijn en wie niet; dan krijlgen we beter© organisten'.

Een koraalboek is er niet? Doch naar aanleiding mijner artikelen zond de firma W'. F. Uiohtonauer te Rotterdam' mij'^ een „Niöuw K'o^ raalboek" van den heer M. H'. van 'tK'ruij's (uitgave 1895) ter bespreking, waarvan dus blijkbaar nog wel exemplaren in den handel zij'n. üi.it geeft de Psalmen geheel in den ouden trant, zielfs in de oude toonaarden, en met weiglating van alle verhoogingsteekens. Een enkel© maal is eion kleine wijziging aangebracht omdat naar het oordeel va.n den auteur de accentuatie niet deugde; doch dan is deze wijziging nog er boven aangegeven. Men behoeft dit boek niet te bestellen om; ' dö sclhoonheid der voor-, na-of tussc'henspelen, want Van 't Kruijs was geen groot componist; maar men kan andere vocrspelen gebruiken en dan het koraal uit Van 't Kmijis nemen. Ik heb niet alle wij'z'en kunnen cöntroleeren, niaar wat ik naging v/as in orde. Dit boek kan dus in den overgangstijid voor wie niet zelf ban harmoniseeren (wat ib bat mieesi gewenscht blijf vinden) goede diensten doen. En als eenmaal de oude zingtrant hersteld is, z'ullen er zeber wel nieuwö boraalbo'öfcen voor geschreven worden.

Ad 3. Het Psahnboekje van S. de Lange, dat ik in De Reformatie van 17 Juni 1.1. noemde, bleek uitverkocht te zij'n. Ib ontving echteir ter beoordeeling (eveneens naar aanleiding van mijh artikelen) een keurig, handig Psalmbodcje van de N ede rlandsChe Bij'bel-Com'pagni© te A'm's ter dam, J. Brandt en Zoon, uitgegeven op Jast van de Synode der Hervormde Kjerb (1892), naar de voorstellen van Prof. Dr J. G. R. Acquoy. De melodie is'daarin gegeven in den vioolsleutel. Acquoy bracht eenige wiji; igingen aan, die hij noodzakelijk achtte om de rythmen miet dei woorden meer in overeenstemming te brengem. „Helt gait mij' zelven aan het hart, Mertoe t© moeten adviseeren" — zoo schrijft hij in zijn advies aan de Hervormde Synode i) — „want de hand aan kunstgewrochten als onze Psalmwij'zen te slaan, is een even pijnlijk als hacheüj'k werk". Doch hiji meende, dat het moest. Niets is ge'wij'zigd, wat niet voor alle verzen van denzelfden Psalm' dringend wij; ziging behoefde, zegt het voorbericht. En het verklaart, dat van alles rekenschap gegeven is door twee eenvoudige teekens; maar in de kleine uitgave zijn die niet te vinden.

Het best zou mij' lijken, dait een nieuw Psalmboekje uitkwam, dat zich geheel aan den ouden rythmus hield (wijzigingen aanbrengen moet voortdurende verwarring geven, meen ik), en waarbij', zooals nu reeds vaak op programma's gebeurde, voor alle verzen van een Psalm de lange noten vet gedrukt werden. Dan wordt "het den menschen zoo gemakkelijk mogelijk' gemaakt. Ik ben reeds in ondei handeling over zulk een uitgave, op van onderscheidene zijden tot me gekomen verzoek, en zal die waarscihijnlijk dezen zomer in gereedheid bunnen brengen. 'Wenscht men later vereenvoudiging, op het voetspoor van Acquoy, dan zou het voor de eenparigheid mij noodjg lijben, dat een Synode daartoe opdracht gaf. Aan particulieren kan dit niet worden overgelaten.

Ad 4. Ja, dat argument kennen we. Op die manier ban men alles tegenhouden wat tot verbetering der liturgie kan dienen. Maar voor vrees

ga ik niet uit den weg. Men voere ^^^ifè'fiwét"' (oude) - m'ethode met tact en voorzidhtig in. Men iale elke kerk vrij', \ioe ze het wil doen on of ze het wil doen. Dwang maakt kopsohuw, vrijheid geeft blijheid. Onze Synode geve '©en advies; onderscheidene kerken volgen dit; het blijfcl daar goed te gaan; en zoo wordt hël algemeen. Indien ergens groote legensiland te vreeizen is, dan beidt men rael geduld zijn tijd. Er zijn ook nog A en B kerken, nu nog, na 1892! Deze zaaik moet geleidelij'k bevorderd worden, en een volg!end geslacht zal nint beter weten of het l^ehoort zoo — wat dan ook waar is!

Ad 5. a en b. Het is best, de menschen ie leeren, goed te zingen; ook - een niet al te lijzig tempo te nemen; doch dit behoeft de aangep.''eziein hervorming niet tegen il.e houden; men kan h'at eene doen en het andere niet nalaten.

c. Als men toch eemnaal de noten ongielijk maakt, zou ik beter vinden, dan tot de oorspronkelijke schrijfwijze terug te vreeizen. Waarom oen rythmus op eigen houtje? En dan zloo nivelleerend!

d. Nieuwe wijizen zijn volstrekt onnoodig als men de oude, die onvergelijkelijk schoon zijn, mnar goed zingt. Ik zou dien scïat der kerk niet gaarne uitruilen voor melodieën, die tegenwoordige componisten er voor zouden moeten maken. Voor zulk ecu radicale hervorming' ben ik niet te vinden; die zou op groote teleurstelling uitloiopen en de giemeenten zouden daartegen eerst recht-in oppositie komen. Bovendien geldt het hiier een quaestie van smaak. Iemand schreef b.v.: „wie zingt nu todh, om eens. iets te noemten, voor zijn genot Psalm 104? " Antwoord: ik, mits in de oorspronkelijke maat. Laat ons bij' de historische melodieën blijven.

e. In 't algemeen zou ik willen opmerken (wat ik reeds herhaaldelijk zeide), dat men alleen dan een nauw verband tusschen rythimhs en woorden kan verkrijgen, wanneer men voor elk vers van eiken Psalm een afzonderlijke melodie zou schrijven. Misschien ware het niet voor èlk vers noodig, doch stellig toch wel drie a vier melodieën vooi' eiken Psalm. Deze eisch is zoo onmogelijk, dat we elke gedachte er aan kunnen en moeien uitschakelen. We moeten'eenvoudig berusten in het feit, dat bij' het gebruiken van één mtelodie' voor een ganschen Psalm^ ja voor meer dan één Psalm, onmogelijk conflicten tusschen rythirius en woordaccent te vermijden zijn. Die bestaande (; onflicten zullen natuurlijk door hel zingen op iieele en halve noten af en toe verscherpit worden. Dat is ongetwij'feld een bezwaar, docjh bij het wegan der bezwaren tegen elkander lijkt het mij, dat de evenaar overslaat naar den kant van ons alle-notengelijk-maken, dat onderscheidene Psalmen zoo goed als onzingbaai doet zijn en onze mooie melodi'eën schandelijk misvormt.

Om na te gaan, wat er waar is van de bewering, dat onze melodieën geheel passen hij den Franscfaen tekst, minder geschikt waren voor Datheen's berijiming en nog minder voor die' van 1773, nam ik een willekeurig gékozien voorbeeld. Psalm 25:1. De Fransche tekst luidt:

A toi, mon Dieu, mon coeur mon/te, En toi mon es/poir ai mis: Fai que je ne toni/be a hon/te, Au gré de mes en/ne/mis. Hon/te n'auront voire/ment Ceux qui des/sus toi s' appuy/ent: IVIais bien ceux qui dure/ment Et sans cause les ennuy/ent,

In de berijming van Datlieen is het:

Mijn hert hef ick tot u, Hee/re, Myn hoop alleen op u staet: Behoedt mij doch voor onee/re, Die my wenscht myn vy/ant quaet. Sy wer/den, Heer, soo 't be/taemt, Niet schaemroot die op U bou/wen: IVIaer sy sullen zyn be/sehaemt, Die de vrome hier benou/wen.

In de berijiming. van 1773:

'kHef mijn ziel, o Q°J der go/den, Tot U op; Gij zijt mijn God. 'k Heb op U ver/|J, °y^jj in nooden; Weer van mij toch schaamt' en spot Dat mijn vijand nooit van vreugd' Om mij pp/spring; die U wach/ten Dekt nooit schaamt, maar die de deugd Zonder oorzaak stout vérach/ten.

Gespatieerd gaf ik de verlengingen aan, die A'cquoy in den genoemden Psalmbundel hfeieft gemaakt; met vette letter liet ik zetten wat hij^ verkortte. ,

Wie deze gegevens zorgvuldig vergelijkt; zal zien, dat men ook het tegenovergestelde zou kunnen verdedigen. Neem den eersten regel. Het leggen van den nadruk op A' en mon is natuurlijk verkeerd. Evenzoo Bafiheen's accjentueeren van Mjn en tot. Heel goed daarentegen 1773: 'fefeï.Ê'.'en God. : l: f'^S^*r_

Tweede regel: Fransch goed, Datheen alléén leelijk; 1773 goed. Enzoovoorts. Waarhjk, er is geeï! Wde#'«'cSïï''He^^zeggMV*»S^^^^^^ berijming zooveel slechter erbij past dan de Fransche.

De door den heer Luykenaar Francken in dit blad (6 Januari 1922) aanbevolen methode van „verstandige rythmuseering" zou ik alleen aandofven. als die schrijver voor het orgel zat en een muzikaal onderlegde gemeente zong. Het lijkt vale eenvoudig onmogelijk voor de meeste gemieenten en organisten, een geheel nieuwe maatvardeeliag, voor elk vers van eiken Psalm, in te voeren.

De schrijver zegt, hét ook in de godsdienstoefeningen met succes beproefd te hebben. Nadere inlichtingen dienaangaande zou ik zeer op prijs stellen. Voorshands kan ik niet aannemen, afgedacht van het'wenschelijke, dat dil middel tot oplossing der moeilijkheid over het algemeen probaat .TOU zijn.

Ad 6, Dat de oude melodieën göeln maatstrepen hebben, is niets ongewoons. In veel oude kerkmuziek uit dien tijd vindt men dat verschijnsel. Toevallig ligt op mijn schrijftafel, ilerivijl ik aan dit artikel bez'iig ben, het boek van A. Sch'eiring over „Die Niederlandische Orgelmesse im Zeitalter des Josquin". De reproducties, die daarin voorkomen, zijn ook zonder maatstrepen. En lolijkéns b.v. het citaat van Voetius, 'dat ijk in het nummer van 17 Juni 1921 gaf, beschouwde men die noten wel degehj'k als half en heel. Bij het aangeven van intonaties zouden deze bovendien niet voor ieder vers dezelfde geweest zijn, of er ware geen reden tot het onderscheid maken in den druk tusschen de diverse maten.

Ad 7. Al zijn er zeer goede koralen miet noten van vrijwel gelijken tijdduur, onze Psalmmelodie-ën hebben een anderen oorsprong dan de muziek van Bach en - Handel. Wie ze wijzigt in den rythmus neemt het karakter ervan weg. Het gaat hier niet om: andere tijden, andere zeden, maar om' het herstel van wat oorspronkeüjk anders bedoeld werd en alleen schoon is, indien men de intentie der auteurs volgt.

Reeds vrees ik, te veel van het geduld der lezers gevorderd te hebben; maar ik - wilde liever alle bezwaren op eenmaal onder het oog zien en bespreken, dan dat ik de nog meer vervelende me^ thode van vervolgartikelen koos.

Ik hoop, dat de Synode van Utreciht, rnisschien op voorstel der Jjiturgiecommissie — die dit punt nog niet behandeld heeft —, besluiten zal, den kerken aan te raden, de oude melodieën in oere te herstellen. Misschien is het beter, 'dat m'en niet eerder beproeft, reeds in sommige kerken dit he doen, vóór de Synode zich uitsprak. Hoewel men ook, misschien met niet 'minder recht, kan .*: ggen, dat het voor de Synófie gemakkelijker zOu zijn, dit advies te geven, indien reeds een aantal kerken kon getuigen: bij ons gaat het best. In elk geval is dit een zaak, waarin elke kerk, ook zonder toestemming der Synode, vrij^ is te handelen zöo als haars inziens het meest tot stichting zou kunnen dienen.


¹) Haridelingen der Sytiode van 1892, blz. 415, 4.16.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

HET GEZANG DER GEMEENTE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 april 1922

De Reformatie | 8 Pagina's