GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXIV.

door J. C. RULLMANN.

30. De D'oopskwestie. Amsterdam, H. De Hoo-di & . Co., 1870.

De Synode van 1870 had het liturgisch gebruik der doopsformule vrijgelaten. Men zou dus voort^^jn kunnen doopen „in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes", maar ook „tot geloof, hoop en liefde", of in wiens naam ook.

Daarmee was in beginsel de c h r i s t e 1 ij k e doop opgeheven. En nu werd de doopsformule een vereenigingspunt voor allen, die, ook bij uiteenloopend verschil van gevoelen, de handhaving van den christelijken doop verlangden

Het Hoofdbestuur der Confessioneele Vereeniging schreef bij circulaire van 5 Augustus 1870 aan de kerkeraden, dat nu de band tusschen de Algemeene Christelijke Kerk en de Ned. Herv. Kerk verbroken was; dat de oplossing van het kerkverband nu aanving; dat de Synode haar lastbrief verscheurd had, en den laatsten scheidsmuur tu~> schen het heilige en het onheilige, tusschen de gemeente en de wereld had doen vallen

Onder leiding van Professor Doedes vereenigden zirh eenige broeders, om al wat nog geloof bezaf in den Drieëenigen. Naam Gods, rond o-m dit middelpunt der christelijke belijdenis, als een aaneengesloten phalanx tegenover het veldwinnend Modernisme te plaatsen.

Met voorbijzien van onderlinge geschillen Kwamen tot dit doel in de kapittelkamer van de Janskerk te Utrecht bijeen: J. L. C. van den Bergh van Hee.-nstede, . DT A. W. Bronsveld, Dr J. I. Doedes, Mr B. J. U Baron de Geer van Jutfaas, Mr G. Groen van Prinsterer, J. H. Gunning Jr., O. G. Heldring, Dr Ph J. Hoedemaker, Dr A. Kuyper, Dr J. J. van Oosterzee, Alb. van Toorenenbergen, Dx G. J. Vos Azn. en O. Baron van Wassenaer van Catwijck.

Alles ging goed. Een en andermaal kwam men te Utrecht bijeen. Een Brief aan d e L e d e n der Gemeente werd opgesteld en door al ie. broeders onderteekend, met een opwekking, om geen anderen doop te erkennen dan die met de woorden uit Matth. 28:19 bediend was. Dit Manifest verscheen bij M. C. Bronsveld te Harderwijk.

Terecht wees Dr Bronsveld in de Stemmen voor Waarheid en Vrede blz. 1049 en 1050, op het merkwaardige feit, dat dit stuk onderteekend was door mannen, die niet altijd samenwerkten. De strijd voor de handhaving van den shristeiiiken doop was dus geworden een vereenigingspunt, een middel tot ralliement.

„De vrienden van de leervrijheid in onze Kerk, de verdedigers van het Synodale besluit, zullen zeker de beteekenis van deze hereenigjing nie, t gering achten. Zij kunnen er uit afleiden, dat zij hoe langter hoe meer een gesloten macht tegenover zich krijgen. Of al deze mannen gezamenlijk nog verdere stappen doen zullen, is nog niet geheel en al zeker. Maar tegenover hen, die den aiouden doop niet krachtig handhaven willen, hebben zij hun stelling ingenomen en hun gedragslijn in beginsel afgebakend. Zoo kan de overmoed der vijanden iets goeds uitwerken, en uit de verwarring eenheid, uit den chaos een kosmos worden."

Gelijk we zagen, had ook Dir Kuyper zich bij de/e beweging aangesloten. Wel waren zijn verwachtingen . niet hoog gespannen, maar daarom was hij toch niet ongezind tot samenwerken.

Op verzoek bracht ook De Heraut (16 Sept.) den Zendbrief ter kennisse van het kerkelijk publiek Eli de redactie vestigde er ten zeerste de aandacht op, „daar deze brief niet op zichzelf staat, maar slechts een eerste woord is, dat door meer dan woorden staat gevolgd te worden".

In een samenkomst te AmsterdamI werd dan ook gehandeld over het plan, om binnen korten tijd een meer algemeene vergadering van belangstellenden bijeen te roepen, ter bespreking van de belangen der Nederlandsch Hervormde Kerk.

In De Heraut van 23 Sept. riepen de bovengenoemde onderteekenaars nu allen op, die den Doop „in den naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes" als den onmisharen grondslag der christelijke kerk beschouwden, tot een

groote vergadering te Amsterdam op den Hervormingsdag, ter bespreking van de belangen der Hervormde 'Kerk, naax aanleiding van de Doopskwestie. Aanwijzing van nadere bijzonderheden zou, na afloop der regeling, door advertenties geschieden. Aanzoek om informatie werd ingewacht bij Dr A. W. Bronsveld te Haarlem.

Zoo scheen de tijd om naar buiten op te treden dan nu gekomen. In het koor van de Nieuwe Kerk te Amsterdam zou de groote vergadering plaats hebben, die de groote orthodoxe partij als-eenheid zou zien optreden tegen het Modernisme.

In De Heraut van 14 October stond echter de volgende annonce te lezen:

Vergadering in zake de Doopskwestie

Deze vergadering, bij advertentie onlangs tegen 31 October e.k. aangekondigd, zal op dien dag niet doorgaan, maar is in het belang der zaak uitgesteld tot het voorjaar van 1871. Tijd en plaals zullen tijdig worden bekend gemaakt. Haarlem, 12 October 1870!

A. W. Bronsveld.

Secr. der Regelings-Commissie.

Onder „Kerkelijke Berichten" deelde een inzender nog mede, dat men „wegens de tijdsom.^tandigheden" (de oorlog tusschen Frankrijk en Dnitschland) het raadzaam geacht had de vergadering a it te stellen.

De waarheid achter de waarheid wis ochtor, dat de geheele zaak als een zeepbel uiteen was gespat. Er was „een groote toorn over Israël gekomen". Het was niet alleen voor het oogenblik, maar-ook voor goed onmogelijk gebleken, om de eenheid en den vrede tusschen de broeders te zoeken langs den weg van geven en nemen, d. i'. van rekkelijke formules en klinkende phrasen.

En nu, meer dan ooit, was het Dr Kuyper duidelijk geworden, dat het tot geen eenheid en tot geen krachtsbetoon kon komen, tenzij men den moed en de overtuiging had om de niet gekende en toch miskende belijdenis van onze vaderen, en daarmede het Woord des Heeren te huldigen.

Het was bij deze gelegenheid, dat Dr Hoedemaker met Dr Kaïyper heen en weer wandelde voor diens woning op de Keizersgracht bii de Prinsenstraat (S. S. 393).

„Hebt gij den moed, " vroeg Kuyper aan Hoedemaker, „om naast mij te staan voor het gereformeerd beginsel? AVij zullen veiigiiisd worden door de broeders. Men zal ons „verstoorders noemen van den vrede", ons uitspuiwen en zoeken aJ te maken. Maar met Gods hulp kan dit ons redden van het woelen der partijen. Het volk zal ons bijvallen, en ten slotte komen zijl, wien bij het hooren van de leus „Gereformeerd" de schrik om het hart sloeg, ook zelf tot ons. Ik zie geen anderen weg."

Toen reikte Hoedemaker aan Kuyper onder de banier van onze historische Belijdenis de hand, overtuigd, dat de eenheid langs dezen weg, of anders in het geheel niet zou komen

De hoofdartikelen, die 'Kuyper in De Heraut van 7 October aanving te schrijven, handelden nu over de woorden der instelling van den Doop. Eu in datzelfde nummer begon hij ook een reeks leading-artikelen over De Doopskwestie, later afzonderlijk uitgegeven, in een brochure van 16 bladzijden.

Deze artikelenreeks stond in verband met oen verklaring van den Amsterdamschen Kerkeraad om niet te treden in het voorstel der Confessioneele Vereeniging, dat de kerkeraad besluiten zou geea anderen Doop als wettig te erkennen dan den Doop in den Naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes; een kwestie, waarin DT Kuyper en zijn Amsterdamsche collega Dr J. Cramer tegenover elkander stonden. Zie D' e Heraut, 21 en 28 Oct. 9 en 16 Dec. 1870. Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1870, blz. 1199 w. Ook het Januari-nr van het maandblad Titus: „Onderzoek naar het wezen van den Doop naar de Schrift", naar aanleiding van Dr Kuyper's artikelen over de Doopskwestie, door H. G. Tekelenburg.

Over de Doopskwestie in het algemeen een opgave van literatuur bij Vos, Groen van Prins ter er en zijn tijd, II, blz. 362 en 363.

Over de vergadering in zake de Doopslcwestie: Hoedemaker, OphetFundament, blz. 67; idem, De Congresbeweging, blz. 4 en 5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's