GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RUIJLMANN.

LXIX.

III. De derde reeks, De Strijd tegen hot .Ultramontanism'e, was een korte toeUchtinig' in verband met een verweerartikel door De Tij d tegen het Handelsblad geschreven, waarin ook' De Standaard was gemengd. Het Handelsblad had gezegd, dat geen Ultramontaan in Nederland minister mocht zijn. Daartegenover beweert nu Dr iKiuyper, dat we den strijd tegen Rome niet op Roomsche, anaar op Protestantsche wijze moeten voeren. Niet door geweld, maar geestelijk. Met eerbiediging ook van anderer vrijheid, niet door dwang.

IV. De vierde reeks, Rome en Dordt, dankt • h, aar ontstaan aan den verkiezingsstrijd in 1875. Daarbij had de overgroote meerderheid der stemgerechtigden het liberale Bchoolprogram veroordeeld door zich te verzetten tegen de Scherpe Resolutie. In de hitte van dien strijd had de liberalistische pers de schandelijkste insinuaties aan het adres van Dr iEuyp'ef gericht. Bij monde van de Nieuw© Rott. Courant bad ze een „vloe'k" xdtgebracht over het imonsterachfig' huwelijk tusschen „Ram|e en pordt". Vo'lgens een provinciaal liberalistisch blad waren de Anti-revo^ lutionairen daarom „de diepste verachting va, n elkien weldenkende waardige'.

Waar zoo de Samenwerking tusschen Roomschen en Calvinisten als het ftoppunt van immoraliteit werd 'gebrandmerkt, 'kwam Dr Küyper nu m^et het oordeel van den stichter van hét Calvinisme voor den dag'. En welk' advies g; af - Calvijn dan ten beste ? Dit, dat tegeno^'-ier den loo'chenaar Van alle geopenbaarde waarheid, vergelijkender wijs zelfs de Roomschgezinde een taedebelijder is.

Ten bewijze schrijft Dr SKiuyper dan Calvijn's eigen woorden af, eerst in hét JLlatijn, en dan, overgezet zijnde, aldus:

Het zou wat fraais zijn, dat ik den Paus met zijn trawanten en dienaren naar vermogen tegen stonden inmiddels hen geworden, liet, die nog veel gevaarlijker vijanden Gods zijn, en zijn waarheid nog gevoeliger aanranden. Immers, liet Pauselijk Rome heeft temninste nog eenig godsdienstig aanzien; de Paus laat de leer der onsterfelijldieid onaangetast; onderwijst de vreeze Gods; neemt nog eenig absoluut verschil tusschen goed en kwaad aan; ziet den Christus nog in zijn Goddelijke en menschelijke natuur; en ontzegt niet alle gezag aan de Heilige Schrift. Zij daarentegen heffen elk principieel verschil tusschen de aardsche en hemelsohe dingen op; ondermijnen het wezen zeU va.n den godsdienst; delgen elk absoluut karakter van den menschelijken geest als zoodanig uit; wiegen de consciëntiën in slaap, en doen de menschelijke natuur haar adel verliezen, op de wegen der bestialiteit.

Natuurlijk' dacht Dr Küyper er niet aan, in alles een parallel te trelcken tusschen de Libertijnen van toen en de Liberalen yaai thans, maar dit stond niettemin vast: dat in de belijdenis van de Schrift, van den Christus, van den oorsprong der zonde en het specifieke van lonze menschelijke natuur, 'de modernen thans nog veel verder van den standaard des geloofs afwijken dan de théoretisdhe Libertijnen destij'ds. Tegenover die loochening nu van alle geopenbaarde waarheid, wees Calvijn met nadruk, op zekere verwantschap met de RoomscWe Kerk.

En dat het bij den schoolstrijd metterdaad ging tegen hen, die alle Igeopenbaarde waarheid verwierpen, wias duidelij'k. De leisch toch was, (Jat de Staatswet in het Christelijk Nederland niet langer een volksopvoeding, losgemaakt van het positieve Christendom, privilegiëeren, en, meê uit onze beurs, de propaganda van het ongeloof, bekostigen zou. Op dit punt viel Rome's belang met dat der Antirevolutionairen saam.

Dr iKuyper maakt daarom onderscheid tusschen Protestantsche veerkracht en haar caricatuur: de antip apis ti s che felheid.

Deze onderscheiding teekent onze gedragliju ten opzichte van Rome in drie vaste punten:1. Propaganda voor den Protestantse hen geest onder de zonen van ons vaderland te drijven, was en is ons plicht en eere. Dien Protestantschen geest handhaven we waar hij is; zoeken we te brengen, waar hij nog ontbrak; pogen we terug te doen keeren, waar hij week; dien geest bepleiten we op godsdienstig en kerkelijk, op maatschappelijk en staatkundig terrein. Kracht tot propa-

ganda van dien geest ontleenen we aan Gods Woord en onze historie.

2. Die propaganda willen we gedreven hebben op Protestantsche wijs. Directe noch indirecte dwang, maar uitsluitend vrije overreding is deswege ons wapen. In eerlijke worsteling op het vi'ije erf moet de strijd uitgestreden. Naar g e e s t e - lijken trant moet om het geestelijk pand gekampt. Rome door Staatswetten in ongelijke conditie brengen; de rechten onzer Roomsche landgenooten verkorten; onder welken vorm ook een Staatskerk tegen Rome oprichten, willen we niet noch dulden we in anderen. Met de waakzaamheid, dat het tot dien Staatsdwang ten onzent niet kome, is de eere van ons Protestantisme gemoeid.

3. Uit jaloerschheid op Rome en vrees voor den Jez'uiet ons vaderland en de volksjeugd ten prooi aan ongodisteri| en materialismie te laten, is ons bedunkens verraad aan den geest der Hervorming gepleegd en een wantrouwen in de kracht der Reformatie, als in geen zoon van het Protestantisme huizen mag.

Dienovereenkomstig onderschreven we bij ons optreden in 1871 «deze drie artikelen:

1". Rustelooze bestrijding van Rome op geestelijk terrein;

2°. Eerbiediging van Rome's gelijk recht op staatktandig terrein;

3°. Samenwerking met Rome tot redding der vrije school.

Oók het laatste.

Letterlijk staat het in De Heraut van 6 Jaitoari 1871:

„Moet de Schoolwet veranderd worden, d-an willen we voor dat doel saam-werken met de Katholieken, enz. Welnu, aan dat program hielden we ons.

Noch Heraut noch Standaard weken er ooit of te nimmer een stroobreed van af.

Zoo vóór als na de Goüdsohe stembus hebben we, in weerwil van menige terechtwijzing, ons door geestverwanten toegediend, de 'uitingen van den RooKischen geest met open vizier bestreden en g-©ijverd voor Protestantsoh-Historischen toon.

Zoo vóór als na de Goudsche verkiezing hebben we, ondanks de scherpste terechtwijzing, door menig geestverwant ons toegediend, ' de maatregelen, door D'uitscblands en Zwitserlands macbthebbenden tegen de Kerk van Rome genomen, als den Staat ongeoorloofd, afgekeurd.

Eindelijk, zoo vóór als na de Goudsche verldezing hebben we even beslist de Fakkel-litteratuur gebrandmerkt, £ds tegen onprotestantsche meegaandheid geprotesteerd.

Zoo weinig verlegen maakte ons zelfs dit schijnbaar óverteedere punt, dat we in drie artikelenreeksen:1. Onze verhouding tegen Rome. 2. Is dwaling.strafbaar? en 3. Het Ultramontanisme, opzettelijk ons program uitwerkten.

Eindelijk verdedigt Dr iKüyper zich' togen de valsche aanklachten der liberailistische stetabusjournalistiefc.

1. Ons Calvinisme, zoo 't heette, verloochend! — terwijl we, blgkens Calvijns eigen woorden, handelden in z ij n geest en nog verre bleven van wat hij veroorlooft.

2. Met Rome coalitie aangegaan! — terwijl bleek, dat de allereerste voorwaarden, waar-onder een verbond alleen mogelijk is, ' beiderzijds volstrekt ontbraken.

3. Z ij hetookzonder afspraak, wederzijdsche hulp verleend! — terwijl bleek, dat het stelsel van eigen candidatuur rigoristisch' door ons was volgehouden.

4. Rome's program overgenomen! — terwijl bleek, dat de Liberale pers zelve onze afwijking van Rome's program had geboekt.

5. Ter wille van Rome den eisch tot herziening van Art. 194 laten varen! — terwijl bleek, dat niet wij, maar Groen hiertoe besloten had, ter oorzake van zijn eigen vrienden, eer er van een Gotidsche verkiezing sprake was.

6. Ten believe van Rome onze vorige gedragslijn gewijzigd! — terwijl bleek dat woordelijk, zonder bijvoeging, door ons was overgedrukt, wat we èn in 1873 èn in 1871 ons volk voorhielden.

7. Afgebroken door b'eginsell oosheid wat Groen door b eginsell oosheid had opgebouwd! — terwijl bleek, dat Groen zoo mogelijk nog verder dan wij: ging in afwijking! van het vorig program.

Wat de verhouding van de A'nti-revoliitionaaret partij tot de Roomscjh-IKafholiekle aangaat, leze men voorts toog: Eer is teer, blz. 8—18; „Onnauwkeurig? " blz. 38—44; en: Niet de Vrijheidsboom maar het IKruis, blz. 30 en 31. Diaar vindt men ook het citaat van Calvijn terug en de kwestie der prijsgeving .-van Art. 194.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1923

De Reformatie | 8 Pagina's