GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dag-lichtjes of nachtlichtjes?

Thirop1usios Laoskardi aan Ko1inios.

Wanneer men in staat zou zijn, het spektakel over de bezuinigingsmaatregelen en het sterke tegenwoordige anti-vlootwet-gekrijsch los te maken van de kwalijk-i'iekende leugen-en-laster-campagne, die met behulp van pers en regeeringstoeslag onze politieke zeden vertroebelt, en zich een oogenblik zou kunnen indenken, dat zoo iets vroeger bestaanbaar was geweest in tijden, die nog konden zingen:

Vive den Oorsprong van ons blyheid. Vive d' Handhaver van ons Vrijheid. Vive die schryft: „Je Maintiendray". Vive die onse saeck houd s'taende. Cive die onse weeld houd gaande. Viv© dat groene Pluym-geWay!.....

dan zou er plaats zijn voor een brief in klassieken stijl, geschreven door Dirk Volkertsz. Coornhert (die eens zijn naam Diryok Volkherts vergriekschte tot Thiroplusios Laoskardi) en geadresseerd aan Minister Colijn, (wiens naam eenmaal door Chjarivarius werd vergrieksdht tot Kolinios), met motto's uit Coornhert's geschrift „Van de Ghelyckmoedigheidt". B.v.: — gebaadeld wordt van den ghelyckmoedigen mensdhe, die door een recht verstant maakt .dat de tegenheidt hem voordert ter deughden.

„Valt hy in verachtinghe des volcx, hij leert de ; verachtelycke verachtinghe der verachters verachten, ©nde wordt daardoor voor den eerWaardighen God© zelf ende voiOr alle eerlycke luyden te recht eerwaardigh.

Wordt hij dan ooicfc verstooten uyten stoel der mogentheyden, ick meyn üyte regheringhe der Godloosen (goede Regenten verstoten gheen goeden) soo stqot men hem uyt verderflijcke gevaarlij'ckheidt.

Wat schade oft oorsake van treuren vindt men in dese veranderinghen? Immers wat bate is bij dese schade in nuttigheydt te ghelijcken ? . , .. Vreemde goeden zijn 't, die yemandt, maar eyghen I goeden zijn 't, die niemandt teghen synen wille benomen mogen worden So' daniigjhe goeden , zyn lustigh voor hour besitters ehde veyligh teghen alle roovers. Diit waren de goeden, die Bias met sich droeigh uyt de ghepilonderde stadt, die hem I niemandt hadde mogen benemen, ais hy seyde. Alle 't myne draghe ick met my."

Gelukkig, daf er nog iduizenden zijn, die den heer Colijn in zijn zelfopoffering verstaian en danken, en die hem zien, sterk in deze wetenschap^, al zou morgen aan den dag de revolutie uitbreken.

Dag-lichtjes of nach tlichtj es? Het pas begonnen-blad „De Dag" is in beminne-

lijke zelfbewustheid yan wal gestoken met een allerheftigste uitvaarderij, die dan voorloopig geen uitvaart hebben zal (w.ant het blad belooft, over de vlootwet te zullen schrijven tot vervelens toe) tegen minister Colijn en diens vlootplannen.

Inderdaad, „tot vervelens toe".

Joost van den Vondel kwam aan de bank van leening terecht, in een tijd, die geen vlootwetten ontwierp. En de kunst is nog nooit populair geweest. Maar nu ze in 1923 het ook niet is, .... nu komt het ineens van minister Colijn en de vlootwet. En de „Dag"-redactie zet een schampen schimp-lichtje op den kandelaar: „Waarom", zoo kwijlt het a la Kleerekoper, (maar dan niet tot zijn zelfbewuste proletariaat, doch tegen de verhongerende „kunstenaars", onder wie ook „arti(e)sten"), „waarom worden die tot-niks-nuttige kunstemakers dan ook geen matroos op een duikboot? Dan doen ze immers nuttig werk en als we 't geluk hebben van een oorlogje, dan heeft er meteen eens een gezonde opruiming plaats onder de artiesten. Heusch, hongerlijders, de heer Colijn heeft wel 'n baantje voor u; maar laat dan eerst uw lange haren knippen!"

Tot zoover „Die Dag"! LDê plompste demagogie... en dat tegen de heeren axtiesten het is werkelijk „tot vervelens toe".

Dan komt nog een zekere „KICK" (U moogt ook wel „KECK" ervan maken) weer eens dichten, zeker om te bewijzen, dat de w e z e n 1 ij k e kunstenaars tot den laatsten toe verhongerd zijn. Hoor denzelven:

Minister Colijn spreekt:

„Heb ik maar ©erst mijn vloot, dan ga 'k een vuurtje stoken. Waardoor öptoieuw, bon 't zijn, ' ©en wereldstrijid ontbrandt, (Aan brandstof heeft het toch daaivoor no(g nooit ontbroken? ) Waar ik thans zoo naar smacht, heb ik dan in mijin. hand.

Spreekt 't volk niet steeds met lof van Tromp nog en De Ruyter? Welnu, fcrijlg ik mijn vloot en .... oorlog ook daarbij, D, an volg ik 't voorbeeld van dien ouderwetschen snuiter; In 't schieten was ik steeds • • i ; , , .!, „., •„, ; _ ©en baas, geloof me vrij'!

ik hul tïlij In hét kleed ' ' dier oude, stoere helden; Draag flc maar eerst hun pak, dan volgt de moed weldra; • : ^ Met ©ére en met roem .; zal men mijn naam vermelden; ''^,

„Colijn stierf als een held!" Zingt men eens vroeg en spa.

Geeft fluks dus 't kapitaal om nn die vloot te bouwen, Geen and'r© weg is er die mij meer baten zou; Dan zullen wij met tact een nieuwen oorlog brouwen. En 'k zoek op zee den roem, dien 't land niet brengen wou."

Inderdaad, „tot vervelens toe".

En tenslotte wordt „De Dag" nog gemoedelijk ook, en beslist de zaakjes van de Vlootwet met wat vrouwelijk sentiment en een hypothese van: hoe-de-paus-het-wel-zou-vinden. Let wel, dames, ik smaal op vrouwen niet, maar eer U juist, "wanneer ik Uw vxouwelijk sentiment wat vxeemd vind in een blad, dat toch even achter Broekhaijs aangehinkt heeft, en het, zoo mogelijk, nog zou doen! Hoor de pauselijke devotie van. ... „De Dag":

Hoe zouden zij (eventueele roomsche Kamerleden, die vóór de Vlootwet machten stemmen), hun gedrag tegenover Zijtoe Heiligheid den Paus verantwoorden kunnen? Hij, de vredesapostel bij uitnemendheid? Hij', die geen gelegenheid voorbij laat gaan zonder de vredesidee te bevorderen? Wanneer Zijne Heüighedi inderdaad hier in Nederland de juiste situatie kende, zou Hiji zich dan niet mistroostig geViOelen ? "

Ach neen, hij zou 2ich sterk verblijden, dame, vanwege de goede tijding, dat de Roomsch-Katholieke oxde, van welke de spxeuk is uitgegaan, „dat het doel de middelen heiligt", nog nooit zooveel proselieten gemaakt had, als in Nedexland in de dagen van „Colijn-en-de-vlootwet-en-Colijh-ende vlootwet-en-Coooooo vex-veeeeeelens toe! '* tot vervelens, vexvelens,

Dat is zoo ongeveer hetgeen in „De Dag" treffend heeten mag. Misschien ware er ook nog onder te rekenen, dat in dit anti-vlootwet-nummer met zijn oorlogs-Verneinung en zijn uitzien naar het Vredes-Vaticaan een feuilleton staat, waarin de moraal daarop neerkomt, dat meneer Courtois wat meer „courtoisie" hebben moet tegen menschen-met-her-senen, (hetgeen „De Dag" hem evenwel niet leeren zal) en dat voor gezegden heer Courtois „het geen kwaad kan om een geladen revolver bij zich te hebben", aangezien een ander hem ook heeft en 'dan gebruikt. Want met deze wijsheid mag wel de heer Courtois, maax niet de heex Colijn rekenen. Zonder eenige „courtoisie" wordt dezen laatste de „Dag"-moraal der Courtoisie ontzegd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 oktober 1923

De Reformatie | 8 Pagina's