GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Troe1stra's blazoen.

In overoude tijden, toen ook in de politiek nog zekere moraal geldig was, heeft „De Nederlander" — 't zal omstreeks 1908 of iets later geweest izijn — een zinspeling gewaagd op het familiewapen van het 'geslacht-De Beaufort. Daarop stond de zinspreuk: „La vertu est un beau fort". D.w.z.: deugd is een goed ding: of wil men een Multa^tuliaansche vertaling:

De deugd, die is een goede zaak. En geeft het menschdom veel vermaak.

Toen nu in dat jaar een Hd der familie voornoemd in de Kamer gekomen was op een manier, die aanleiding gaf tot critiek, maaJkte „De Nederlander" van dit opschrift iets anders. Het blad stelde voor, voortaan te lezen: „La perfi'die est un beau fort", hetwelk is, overgezet zijnde:

Gemeenheid is eeü schoone zaak. En geeft het menschdom veel vermaak.

La perfidie est un beau fort, want men komt ermee in de Kamer, merkte „De Nederlander" op. Haast onmiddellijk daarop had „De Nederlander" berouw, omdat het tenslotte niet ging tegen den verkozene zonder meer, maar tegen zijn verkiezers. En toen nam het blad die driestar terug. Sedert dat oogenblik zweeft dit inderdaad sprekende opschrift voor een blazoen eens snuivenden, snoevenden ridders in de ludh't. Het heeft geen adres, waar het aankomen, geen blazoen, wa, ai het op rusten kan.

Doch deze week is het zwevende woord thuis gekomen. Men gaat een troon ontwerpen voor Troelstra. Of Jiij er komt is tot daaraan toe. 'Bij den troon hoort het schild. Op 'het schild het ridderopschrift, vermeldende de daden des onder het blazoen kloppenden harts. Welnu, in dezte weet van bekroning van liederlijfcheid en gemeenheid in de politiek, in deze week, nu alle roode bladen voor het raam hangen de rechtsche bladen, w.aarin de kracht van ridder Troelstra beleden wordt, al wordt van zijn. eerlijkheid het wezen ontkend, in deze dagen van Troelstra's bejubeling door zijn knechten, die den ridder begroeten en alleen maar vragen, of er ook bloed aan zijn zwaard zit, in deze dagen schrijve men op het blazoen van den welhaast adellijken heer, den ridder sans peur, ma, ax niet sans reproche:

La perfidie est beau fort.

Er moet óók een adellijk schild zijn, dat aan de Saksische familie Van Ittersum behoort. Een historiekenner, als één der Iderk-kalender-redacteuren, de Saksische n.l., is, heeft mij verzekerd, dat die naam een verbastering is van „id ter sum", d.i. dit ben ik driedubbel-dwars; een uitlating, die verklaarbaar wordt, als men bedenkt, dat boven dit latijn een cosmopolitisch beest stond: een ezel. Nu wilde ik maar zeggen, dat men dit opschrift niet aan Troelstra's blazoen behoeft te geven. Maar dat maakt zijn zaak niet beter.

„Het Volk" en het Christendom.

Hier volgt een bloemlezing uit het Vlootwetnummer van „Het Volk":

a. een plaat van Jordaan, voorstellende Christus aan het kruis, maar dan in een harnas, de doornenkroon op het hoofd. Daaronder de gruwel: Eli, Eli, lama sabachtani!

b. Een met vette letters gedrukte, en dus goed in het geheugen te prenten vloek va, n Troelstra. (Uit zijn Tweede Ea.mer-rede). c. De pathetische verklaring, dat de roomsche arbeidersklasse „vleesch is van ons vleesch en bloed van ons bloed". „Dit, zoo 'heet het, kan zijn een zeer belangrijk symptoom van een Komende eenheid. Wat het leven vereend heeft, dat kan geen dorre dogmatiek duurzaam gescheiden houden". Een nieuw „monsterverbond" dus. De .verbinding tusschen Rome en Dordt is er een peulschil bij. En de scheldwoorden daarop zijn in dezelfde week, die Roomschen en Rooden , naar elkaar bracht, vergeten. Nu zullen de heeren izelf iets in die richting probeeren.

d. D'e volgende anecdote: „Wij spraken een eenvoudig, oud, christelijk vrouwtje, dat op het petitionnement had geteekend en aan wie wij (ai ziet, hoe goed, hoe'....) ons 'haastten, het heugelijke nieuws mede te deelen. Zij zeide: Zoo, is de wet verworpen? Ik heb daar, al is 't niet in de Kamer, ook tegengestemd". Dat vrouwtje is dus ineens „bewust" geworden. Misschien even „bewust" ^Is het gereformeerde vrouwtje, dat tweemaal per Zondag in de kerk kwam en trouw Smytegelt en Van der Groe las, en dat in de dagen van de spoorwegstaking verklaarde, 'dat „die Kuuper" toch zoo'n verschrikkelijk goddelooze man moest wezen. Wiant dat hadden ze haar in' 't gasthuis, of het oude-mannen-en-vrouwen-huis verteld.

e. De vermelding van het wijze woord vaji communist Ravesteyn, dat de rooms.ohe mevrouw Bronsveld beter de bedoeling van den paus begreep, cla, n de heeren Ruys en Nolens, en dat Jeanne d'Arc ook zoo'n verstandige, haar tijd begrijpende vrouw geweest was.

f. Ten slotte de imitatie van de kerkelijke broederhand: Op de perstribune, na het vallen van der vlootwet, wisselen sociaaJ-demOcratische en katholieke (antimilitairistische) journalisten de hand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's