GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De achttiende November.

Zondag 18 November is, bestemd tot algemeenen gebedsdag voor de Wereldfederatie van christenstudenten. Duizenden over heel de wereld willen dan de zaak der christelijke studenten voor iGod neerleggen. Zij vragen ook van anderen het gebed, ook van de kerken. Er is een oproep tot gebed uitgegaan, waarvan de onderteekening door de verscheidenheid der namen sprekend is: John R. Mott, Mohini Maya Das, Tissington Tatlow, H. C. Rutgers, Ruth Rouse. Die oproep', en dat gebed van studenten, toekomstleiders dus, over heel de wereld, het is iets om dankbaar voor te zijn. Het is ook bevestiging van wat ik voor enkele weken schreef over den omkeer in het studentenleven. Ik hoop, dat in dit wereldgebed onze hollandsche, onze gereformeerde stem, niet zial ontbreken. En ook, dat we er niet eerst nog eens over slapen moeten. Wiant als 't voor de eerstkomende jaren een uitgemaakte zaak is, dat vele deputaten en vele persartikelen en vele commissies van onderzoek zouden noodig zijn, lals iemand de 'b e r ij m i n g ook maar zou willen veranderen van 't psalmwoord:

God wil al 't vee steeds spijzea, laven; Hij hoort de stem der joiage raven; Aan die vertroawen op hun beenen AVil Hij geön gunst of inilp verleenen,

dan is zonder eenig rapport m.i. wel duidelijk, dat bidden van studenten nog meer onze gezangen waard is, dan het roepen der raven. Ik zal me niet afmaken van alle bezwaren, door de opmerking, dat raven niet gereformeerd zijn, Wcm.t primo zijn ze ook niet ongereformeerd en secundo wordt van menschen meer gevraagd dan van raven. Maar toch, enfin, zoo iets gaat men toch niet betoogen.

Henrie11e en Gertrud.

Carel Scharten besprak verleden week' in , , De Telegraaf" den roman van Ed. Coenraads: „Fakkeldragers". De roman speelt te midden van revolutionaire woelingen. Een der hoofdpersonen is de revolutionaire predikster iGrertrud Faucherre (Scharten maakt er per abuis Fauchère van). De recensent trekt een parallel tusscihen Gertrud en Henriette Roland Holst. Maar m.i. ten onrecihte. Gertrud haat alle geweld in de revolutie en blijft ertegen getuigen. Haar belijdenis (bl. 178) is: „'kWeet niet wat beter is voor de Idee: er met geweld legers voor mobiliseeren, of ten ondergaan, omdat men alle geweld haat als de pest. Het laatst e'voel ik voor mij als zuiverder". Zij wou liever behooren tot de „sentimentale Klageweiber". Zij wil liever de gehangene zijn dan de beul. (180). Ze wil niet mee-doen met de „orthodoxe wervelwind" van de revolutie, dat is de gewelddadige vernieling van al wat 'de revolutie in den weg staat. (287). En helaas, de dichteres Roland Holst is inzake het revolutionaire geloof aeer orthodox. Ze durft het bloed wel aan. Ze durft een „Spelbreker" aan. Haar werkelij'kheid is niet zoo mooi AIS de fantasie van den schrijver, die Gertrud schiep. Wie niet 'de beul, wel de gehangene zou willen zijn, dien is trouwens in de revolutie geen lang leven toegezegd. En die-geniet vast niet de eer, om naast Ravesteyn „Spelbreker"-kolommen te vullen.

Hetnumineuze.

Sedert 'de glans van de oude termen wat aan 't verbleeken ging, hebben wij, Gereformeerden, af en toe ook een nieuw woordje noodig. Nieuwe woorden, die wij langzaam tot gemeengoed zien worden, loopen niet zoo erg als de oude klanken het gevaar, 'dat een openingsredenaar eener Geref. Generale Synode en een schrijverke over k'erktaal en zulke tochtige dingen ze als bewijs aanvoeren, da, t ze min of meer den mond, die er leven mee maakt, levenloos maken; want onze tijd, die nog al tochtig is, blaast en waait afgevallen herfstige blaadjes gauwer weg, dan aan de bladeren yan de walletjes-boomen onzer voorvaderlijke grachjtjes-theologie overkomen kon; grachtjes vangen niet veel wind. Zoo is onder ons a; an het opkomen het lumineuze: „het numineuze". „Het"' „numineust" nog wel niet zoo heel erg; ma|ar met wat, geneus in onze kranten enz. vindt ieder hiet genumineus toch al spoedig. Ik spot er niet mee, althans niet vijandig, want ik heb er zelf aan meegedaan. Het numineuze nu is daarom zoo het lumineuze, omdat niemand goed zeggen kan, wat het is. Af en toe doen wij allen ook wel eens wat ethisch: we zeggen de dingen zonder precies te weten, wat we bedoelen. Maar dat doen 'de oude schrijvers ook en alle sprekers, die de ramen tochtdicht afsluiten, niet minder. Men denke aan het.woord: verbond, of: aangezicht Gods, of: driemaal heilige Naam. Nu wil ik maar even zeggen, dat, wie over het nog wat dubieuze numineuze iets meer wil weten, als hij Duitsch kent, lezen kan een pas verschenen boek' van den man, die den term in Holland importeerde, door zijn boek over „Dias Heilige" — 'daarin kwam het begrip „numineus" vaak ter sprake in den zin van de heiligheid van God, die ons beangstigt — en die hem nu wat nader verklaart in zij.n „Aufsatze, das Numinose betreffend". D'e vader van dit Neo-Kanaanisme heet.: Rudolf Otto. Vroeger iCicero. Wie geen Duitsch kent, trooste zich: het numineuze is nog niet omineus: hiet is nog niet de taal der kerk. ^ , • :

Dag-dazerij.

Het weekblad „De Dag" heeft in het nummer van de week van Allerheiligen en Allerzielen in zijn eerste artikel „De Nederlander" gekapitteld over zijn geloof, dat er verband is tusschen voorzienigheid er^ vlootwet, maar noodigt in zijn slotartikel alle lezers uit, aan het adres van ^, D'e Diag" op te geven, hoe laat en waar 'de baby of pa of ma zelf geboren is; dan zal «de astroloog van „De Dag", op voorwaarde van gastrologenbevredigende betaling, een astrologen-bevredigende bepaling geven van de toekomst van den jonggeborene. Ook 'Kamerleden mogen meedoen. Er ioestaat dus wèl verband tusschen sterren en kinderkamergeschreeuw maar niet tusschen voorzienigheid en Tweede Kiamer-geschreeuw. Achter in „De Dag" vertelt de Diag-sterrenkundige, dat volgens de sterren ons lot bepiaald is, zopdat \h.v. Troelstra., de grijze, nu hij in de luren LEGT, niet anders kan zingen, dan hij als jongen piepte, toen hij nl. nog in de luren LAG; en Ruys en ü en ik dito. Maar voorin schrijft de Dagredacteur, dat er een roeping op alle „Jongeren", die • tusschen piepen en zingen instaan, ligt, om de StatenJGeneraal om te zetten; weg met de tegem woordig zittende oude menschen, wier Tweede-Krom-Kamer-Gekrijt immers veel te ver - afstaat van hun eerste Kraam-Kamer-gekrijt! Achterin wil de astroloog van „D'e Dag" ons wijs maken, dat de sterren ons. maken tot wat we zijn: niets meer aan te doen. En voorin is het hoofdartikel tegen ons aan 't schelden, als wij niet gelooven, dat deze vechtende, liegende, hatende wereld, door de Vlootwetvloekers zal worden omgezet. Ér is één man geweest, die de aarde wilde bewegen, als hij maar een steunpunt had. „De Dag" wil maar eventjes de sterren er bij nemen om haar uit de voege.u te rukken; en een steunpiunt is daarbij niet eens noodig.

Niets nieuws onder 'de sterren. Ze keeren tot den stand van vroeger Iheden weer. En eerlijke grijsaards zeggen: „alle die dingen worden zóó moe". En eerlijke 'kinderen zeggen de sterretjes ge-dag of ge-Dag. Maar het plebs blijft tieren en 'heeft de duisternis liever dan den dag. .En ook liever dan D'en Dag. Het zal langer met het geweer vechten, dan „De Dag" er tegen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's