GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitgang.

Nu is het jaar haast dood.

Wat zullen we ervan zeggen?

Alle qualificaties deugen èn deug©n niet.

En om wijs te worden, zullen we niets zeggen, dan dat wij zijn van gister en niets weten.

En bij het scheiden van het jaar zullen we ons gaarne verecnigen, en van harte, met de woorden van onzen eindredacteur, die me zoo' juist onder de oogen kwamen:

„Een vriend klopt heden bij u aan om afscheid van u te nemen.

Nog enkele uren en hij zal u ©en laatst „vaarwel" toewuiven.

Gij hebt het reeds begrepen: ik bedoel het jaar onzes Heeren 1928.

Of was het niet waarlijk uw huis-, uw boezemvriend? Zeker, niet altijd kon de verstandhouding tusschen u beide aangenaam worden gpheeten. G-ij scholdt hem. misschien meer dan eens voor een nadeehg jaar, een malaise-jaar, een veeleischend, een weinig gevend jaar, een onbai-mhartig jaar. Och ja, wanneer gjji aan het klagen slaat, is Uw woordenvloed vaak niet te stelpen en moet vooral het jaar, dat gij beleeft, het ontgelden. Gij wikt en weegt uw kwalificaties niet immer voor Gods aangezicht.

Maar welk verdriet uw vriend u ook moge hebben aangedaan, zonder hem zoudt gie geen daglicht hebben gezien. Gij waart voor Uw bestaan hier op aarde met hem saamgegroeid. Onafscheidelijk waart ge aan hem verbonden."

Ja, de vriend klopt aan om afscheid te nemen. Maar 'de afscheidsrede is niet zwaar belijnd. Misschien is dat het groote voordeel van dit jaar. Het heeft een van de moeilijkste dingen bereikt, die op aarde te bereiken zijn: het heeft menschen aan het denken gezet en de verzekerden van eigen zekerheid doen peilen naar de diepte.

Wij kunnen niet eens meer zeggpn, dat wij de donderslagen gehoord hebben en dat wij ze óók zo.uden geschreven hebben, zooals op Patmos Johannes dat van zichzelf bekent. Hoe veel menschen hebben het wijken van den koning van Griekenland ondergaan als een gebeurtenis van „sensatie"? Sensatie is een woord, dat langzamerhand voor de bioscoop gereserveerd blijft. Voor wereldevenemonten en hun ontroerende kracht moeten wij tegen '24 een ander woord aanschaffen.

Wij willen — nog eens — niet den schijn aannemen van een saamvattend oordeel te kunnen geven over '23, hier, „onder de streep". Daarvoor is het verleden jaar te veel eerbied waard, want groot was het in elk geval.

Ja, het was groot in den stijl, al was het soms oud in den optrek van zijn bouw.

AVat dat laatste aangaat: de strijdvragen van nu zijn voor een niet gerinjg deel dezelfde als die van honderd jaar geleden. Wanneer ik herinner, dat op Oudejaarsavond '1823, precies 100 jaar geleden, de Nieuwlichters van Zwijndrecht zich in de handen wreven — sectarische menschen, die andere christenen verdoemen, doen dat vaak — omdat ze zich op een scheepswerf hadden genesteld om daarvan een centrale propagandaplaats te maken voor hun apocalyptische prediking; — en dat op oudejaarsavond 1823 de leden van het Delftsche genootschap „ChristO' Sacram" zich bekenden, dat na het jubileum-gespeech van dit de synthese bepleitend genootschap in '22 de DAAD der synthese en der overwinning „op kortzichtige bTOcderveroordeeling" even moeilijk was als het jubileum-getoast makkelijk was geweest; — en dat aan den oudejaaxsa.vond 1823 de zorgen van de Reveihgeesten de ziel begonnen te drukken; — en dat op oudejaarsavond 1823 Johannes WJ^ Vijgebbom in zijn geldkistje de som. miste, die hij in dat jaar had moeten betalen aan boete in zijn vechten tegen synthese en „den blinden geest van de booze verdraagzaamheid", weshalve hij zich van alle andere christenen scheidde en zelf oefenen ging tegen betaling van boete; — en zoo' heel veel meer, .... dan weet ge, dat voor 100 jaar gedeeltelijk' dezelfde vragen als nu de gieesten beroerden en verdeelden. 'I'rouwens, van twee zijden bereikte ons een nieuwe uitgave in 1923 van het boek, dat in 1823 verscheen: de „Bezwaren tegen den geest der eeuw" van Da Costa. Dat zegt al genoeg.

Het leven heeft ons dus op vele dingen reeds voorbiereid. Toch is de werkelijkheid, die we heden kennen en herkennen, velen te machtig. Ze blijven er tegen in vechten. En de voorbeelden, die in dezen wekken, zijn onder do allergrootsten.

De koning van Griekenland houdt aan zijn rechten vast, ook al neemt hij de wijk. En de pa'us van Rome zoekt op een opvallende manier toenadering tot wie hem, naar zijn leer, hebben geknot in zijn macht. Al lijkt het eene verzet tegen de werkelijkheid en het andere de verzoening ermee, toch is in beide gevallen de ééne drang tot bewaring van dei oude pretenties, die het verleden heeft geschapen; het verschil is maar, dat de een zijn ideaal wil verwezenlijkt zien ondanks zijn bestrijders, en de ander met de hulp van die bestrijders. En wat is meer wanhopig?

' Zoo gaat de wereld het jaar verlaten onder de oogen der verschrikking.

Maar niet als onder het oog van God.

Hebben wij onder den indruk van Zijn tegenwoordigheid geleefd ?

Men heeft die vraag gebracht in de polemiek en daarmee is het aantal farizeüsmen met één vermeerderd. Farizeeërs — men kan dat weten — zijn lang niet altijd nare huichelaars, maar soms eerlijke menschen, alleen wat onevenwichtig, en wat te veel van het type, dat alles op een leitje heeft. Er is een politieke partij igeboren, dit jaar, of liever, ze is gespeend dit jaar, die tegenover de verpolitieking van het christendom, dat terwille van de practische resultaten water in den wijn heette gedaan te hebben, nu eens zou opkomen voor de onvervalschte, onvermenigde, onverminderde eischen van God, ook in de politiek. Haaalaatste prestatie was: een voorstel, om.' in de Statenvergadering te bidden, en ook te danken en ook daarbij op te staan. Maar haar allerlaatste was: terwille van de werlcelijkheid, die men toch niet veranderen kon, water in den wijn der beginselen doen: het opstaan werd teruggenomen uit het, voorstel, en het danken ook. Een kleinigheid, maar toich wat van beteekenis: de praktijk is ook hier te machtig gebleken, en zij, die anderen oordeelden, deden dezelfde dingen. Wij' oordeelen niet, maar z ij zullen het niet laten.

De werkelijkheid is ook zoo machtig.

En toch hebben wij christendom gezien, en verantwoordelijkheidsbesef juist bij hen, die uit ons midden de lasten van ons volk hebben wiUen dragen. God is er tóch geweest, ook in de politiek. xMaar er is niet over Hem geschreeuwd. En dat is de grootste blijdschap.

En nu —

Ik had. meer onderwerpen voor deze kroniek op het lijstje staan. Maar ik laat ze rusten. Waarom bij het scheiden van het jaar dingen voor den dag gehaald, die. in dispuut zijn? Als het jaar sterft, dan, wil men liefst de zekerheid. En den vrede ook. Waarom, d© jongelingen te Groningen voor den dag gehaald? En de „regeermacht? " En de evangelisatiedispüten? En de liturgie en de deputaten? Ze hebben beteekenis, ook voor deze rubriek, al is ze niet kerkelijk, want het zijn alle nationale vraagstukken, die met deze menschen en machten gemoeid zijn. Maar ik wil geen ruzie en al zou ik ze willen, ik zou ze niet krijgen, want geen mensch hapt toe op oudejaarsdag.

Wij zijn wat moe, misschien niet van het loopen, maar van het drentelen.

Alleen nog dit: .„De Ster", de Ster der christelijke weekbladen is weg. Tegen oadejaa.rsavond heeft indertijd de Poortwachter, dio veel in het blad schreef, de lezers verra, st met ©en plotseling heenjgaan en zijn laatste oudejaarsavondartikel was roerend en sterk en van profetische lyriek. En nu gaat de heel© „Ster"redactie ons op oudejaarsdag weer even plotseling begeven. Hoewel, niet .geheel, want verschillende rubrieken worden in „De Rotterdammer" ondergebiraoht. Zal met de anderen ook Nugator weer opstaan? Hem is eens — ik zeg niet waar en door wien, alleenlijk, het was in een zeer eerwaarde vergadering; — toegezongien, al was hij er niet bij, voorzoover den rijmelaar bekend was:

Ntgator, Nugator, jij man van „D'e Ster", Waar blijf je 'toch, goede poëet? Keer weder tot ons, want de humor is ver, Zooals jij maar al te wel weet.

Nugator, je was toch zoo'n aardige vent, Zoo nooit es bijtend of bitter; Jij was met ons allen zoo heel goed bekend, En wij maakten jou toch niet een vitter.

Nugator, de ©er van berijmd te zijn, Deed niemand ©en borstj© zetten; Je n a a m drupte fijntjes wat zwijmelwijn In den eeredrank voor je sujetten.

Want als je de lui in de hoogte stak En de eer hen in 't stoeltje deed springen. Dan zei je bescheiden: vrind, hou je gemak, „NUgae sunt": 't zijn beuzehngen! i)

En als je de lui een standje gaf. En ze luit hun vel wilden springen. Dan zei weer je naam: mensch, erger je niet: „Nugae sunt": 't zijn beuzehngen!

Poëzie is anders.

Maar bij het verdwijnen van „De Ster" en bij' het scheiden van het jaar is de gedachte - en nu spreek ik heel in 't aJgenieen - niet gpheel verwerpelijk, die in den naam „nugator" opgesloten ligt.

Want wat wij weten te zeggen van het heden, wij allen, wat is het tenslotte anders dan nugatorisch geredeneer? Alleen: niet iedereen wil het weten. En toch zijn er niet veel, die de teekenen der tijden weten te onderscheiden. Dat hebben zelfs zij niet gekund, die aan de zijde van Jezus Christus hebben geloopen, enkele jaren.

De verwon dering is al het hoogste, dat men van het jaai-kan meenemen, ze is nóg zeldzaam. Wij zien het, maar doorgronden 't nipt.

En alle kronieken, en veel referaten en voel beweringen over den tijd en den tijdgeest en veel gepraat over de schokken die wij registreeren naar onze waarneming, die valsch is: nugae sunt: 't zijn beuzelingen.

Want er zijn nog: wendiugen.

En wij zullen eerst na dezen verstaan, ook de plaats van 1923 in het verloop der tijdan, in den raad van God.


1) Nugator, een woord dat in verband staat met „nagae", beuzeUngen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's