GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Allard Pierson herdacht.

Voor de meeste lezers zal een herdenking van Allard Pierson meer in de lijn van het dagelijtsch peinzen liggen, • dan de herdenking van den groeten filosoof Kant. Al zoü de laatste de aandacht van een kroniekschrijver vragen imoigen, omdat ze dezer dagen geschiedt, we zullen, om voor den laatsten keer — zie beneden — niet heelemaal van lezers ontbloot te zijn. Kant.maar aan kant zetten, aangezien toch de praktijk der meesten zoo is.

Maai' wel wil ik de aandacht vestigen op een herdenking van Allard Pierson.

GedeelteHjk is dat oud nieuws. En ik zou me schamen, zóó ver 'uit de rol der actualiteit te vallen, ware het niet, dat ik reeds verleden week over deze'AUard-Pierson-hei denking wat geschreven had.' De lezer moet weten, dat verleden week de copie van de kroniek op gewonen tijd in zee gegaan is, maar, door bizondere omstandigheid, is die kroniek niet, zoO'als gewoonlijk, gestrand bij de lezers. Alles op: te rakelen, wat erin stond, zou geen zin meer hebben. Maar het boek over Allard Pierson mag niet zooder meer passeeren.

Onder den titel: „Allard Pierson; Eene cultuur-historische studie" is bij de firma Martin'us Nijhoff van Den Haag verschenen een dissertatie van dr K. H. BoeiBoma. Ontdaan van alles, wat aan de oorspronkelijke academische strekking herinnert, is het lijvige werk van 500 blz. als gewoon boekwerk verschenen. De schrijver heelt er blijkbaar op gerekend, want, al is het boek door en door degelijk en scrupuleus bewerkt, toch is het prettig te lezen en nergens zoo vermoeiend, als een wetenschappelijk bedoeld werk 'uitteraard ge-235 •Vaar'löÖpt te wdrdèri, vooral, als net ©en proefschrift betreft.

Men kan niet zeggen, dat Allard Pierson gereformeerd was, en evenmin, dat de schrijver van deze biografie het is.

Wat Pierson betreft: men weet, dat hij, hoewel een zoon van het Réveil, en een tijdlang Waalsch predikant, modern geworden is, en tijdens zijn Rotterdamsche periode zich ook als zoodanig heeft doen kennen in meer positieven zin. All© leerstelligheid is iiem een gru'wel: Ik haat de kleinheid, die ons banden Voor aadlaarswieken . geeft; En angstig snoert aan veil'ge stranden Wat slechts in branding leeft.

Zoo sprak Pierson over het dogma.

Tenslotte is hiji geëindigd in agnosticisme.

En wat de'n schrijver betreft: zijn „stellingen" laten zien, dat hij met groote liefde over Pierson schrij\'eii kan, omdat hij aan hem verwant is. Stelling VIII zegt, dat Prol. Dr G. J. Heering gelijk had met zijn bewering, dat de Remonstranten het groote voorrecht hebben, aan geen naam gebonden te zijn dan aan dien van Christus, dat ze aan geen geloof gebonden zijn dan aan dat van het veelzijdige Evangelie, beleden naar persoonlijk inzicht en eigen overtuiging, in volstrekte vrijheid.

En evenzoo geeft Dr Boersema ook gelijk aan Dr H. T. de Graaf, ais hiji beweert: „Eén bronnenland is het, waaruit èn de godsdienst èn ook het weten putten, het onuitputtelijk verband zelf, waardoor en waarvan wij in ons zelfbewustzijn „weet" hebben." (Stelhng XII.)

Gevolg van een en ander is, dat Gereformeerden in de waardeering van verschillende dingen uit Piersons leven en denken verschillen zullen van den auteur, evenals deze zijnerzijds meer dan eens zijn modern en critisch standpunt laat zien.

Maar dit neemt niet weg, dat de door Dr Boersema gegeven biografie bizonder hoog. staat. Hü heeft de gegevens die ter beschikking stonden, niet alleen trouw verzameld, maar ze-ook uitgewerkt op ©en manier, die Jjehalve door rustigheid en eerlijkheid ook door breedvoerigheid, die nergens in breedsprakigheid ontaardt, ons bekoren kan.

Doel van de aankondiging van dit werk in deze kroniek is da.n ook niet ©eh poging tot beoordeeling, (die buiten de bevoegdheid van deze rubriek ligt), niaar wel een nadrukkelijke herinnering' aan de verschijning van dit uiterst belangrijke werk.

Wie Pierson bestudeeren wil, krijgt heel het beeld van zijn tijd voor oogen; en die tijd is door Dr Boersema zóó geschetst, als Pierson hem zelf zal gezien hebben. Dat is het anooie' van dit boek. Daardoor geeft het ook een indruk van de betrekkelijke waardeloosheid van de poging van zelfs groote geesten, om tot den kern van een geestelijke beweging door te dringen-. Om een voorbeeld te noemen, dat meer op ons zelf' betrekldng heeft, Pierson heeft ergens deze beschouwing over Nederland ©n het Calvinisme doorgegeven:

„Het HoUandsche karakter mist goede mystiek of liever, wat er goeds is in de mystiek. Hieraan draagt het Calvinisme schuld, dat geen oogenWik zonder redeneeren leven lean, dat had leeren knielen voor een God, die in den grond van zijn wezen de hoogste vorm was van het HoUandsche naturel: een onaandoenlijk, door een koele redeneering zichzelven rechtvaardigend God, met souvereine genade, maar zonder vaderlijk medelijden, zaligende en verdoemende met een kalmte, die de Hollander nu eens voor de uitnomendste der deugden scheen te houden, een God, die niets anders is dan het Impassibile, het Flegma."

De Calvinist, die dexgelijke uitlatingen leest van een hoogstaand denker en onderzoeker als Pierson was, kan niet ontkomen aan den indruk, dat een biografie een nuttig artikel is. Eén biografie van oen echt Calvinist, en die half zoo uitvoerig, half zoo volledig, half zoo objectief als deze over Pierson, en die biografie in handen van Allard Pierson, en — de man zoU geweten hebben, dat zijn schets van het •Calvinisme bruten de werkelijkheid staat.

Juist omdat wij vaak vlak naast elkaar leven en van elkaar zoo weinig begrijpen, is een biografie zoo goed. Vooral eene met even voiorname qualiteiten als dezCj welke Dr Boersema gaf.

Ik besluit dan ook met ©en hartelijke aanbeveling voor die menschen, die den tijd van Pierson en den mian zelf willen bestudeeren..

Behalve de ontvouwing van Piersons levensloop heeft in dit boek voor onze kringen ook groot belang de kenschetsing van het Réveil (hierbij ©en polemiekje met Ds Rullmann), de hoofdstukken over staat ©n opvoeding en lOver de Aesthetica. Merkwaardig is vooral van den agnosticus Pierson bet voilgtende vers:

Schoonheid is de blos van 't Ware! Waarheid bergt zich voor de Schare. Hoe we ook gaarne haar aanschijn zagen. Waarheid blijft een sluier dragen. Eens is hooger geest gekomen. Heeft haar sluier weggenomen. Toen heeft haar een blos betogen: 'tSchoone stond voor menschenoogen.

Het zullen wel niet alleen de „nuchter-redeneerende" Calvinisten zijn, die hier de tegenstrijdigheden zien.

Jammer is, dal de schrijver wel ©en register van

personen, maar niet een van zaken hoeft gegeven. Zijn werlc was dat ten vollo waard' jeweest.

Tenslotte; Dr B. is Xed. Herv. pred. te Oosterhesselen (Dr.).

Feestelijl ke uitgan.

En hiermee ueeju ik als kroniekschrijver afscheid. Rüini' een half jaar heb ik het volgehouden en nu héb ik er meer dan genoej van. Dan eischt het respect voor de lezers oenigerinate, en voor de eigen ziel in zeer sterke mate, dat men ernioe ophoudt. • Ik geloof niet, dat ik het verkeerd zog, .want de lezers doen over het lezen korter dan de schrijvor over het schrijven, al zijn ze 't beiden even gau^v vei^geten.

Meermalen heb ik den wensch te kennen gegeven, om deze rubriek te beëindigen. Schoorvoetend heb ik ze aangenomen en roeds enkele maanden geleden een weg ter ontkoming gezocht, die mij niet langer zou bezwaren niet een wekelijksch werk, waarvan ik de mogelijke nuttigheid niet zag opwegen tegen de werkelijke schade aan tijdverlies (om van andere dingen maar te zwijgen), — en die me tocJi tegelijkertijd niet pardoes uit den koers bracht van d© geregelde medewerking aan het blad, waarvoor ik zeer veel voel, nu die medewerking eenmaal gevraagd was.

Ik zal niet al de verschrikkingen noemen, die het kroniekschrijven hoeft, tenminste in een blad, dat zoo onderscheiden lezers heeft als „De Reformatie". Genoeg is, dal de cirkel van de souvereine belangstelling der lezers niet altijd sneed den anderen cirkel van mijn • nog niet geheel geknechten waarnomingswil. Misschien zal ik nog eens aan de kroniek denken, wanneer er tijd is, om rustig een krant te lezen en daarover na te denken. Een kroniek hoort m.i. bij de bedaagde menschen thuis of anders bij de kloosterlingen, die tijd hebben voor reflectie. Maar niet bij mij. Althans nu niet. Heusch, het was een vergissing.

Nu is de pers-schouw mij opgedragen. Die is wat veiliger, wat gemakkelijker, wat bonter.

En dus is die beter, zegt meer dan een.

Hetgeen ik, na deze confidenties, kwalijk in 't openbaar zou kunnen betwisten, al zou dit langs logischen weg wel te verdedigen zijn.

Maar de logica, wat zou die?

' K. SCTILDER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1924

De Reformatie | 8 Pagina's