GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds Kersten en de Roomschen.

Ds Schaaisma schrijft in de Geief. Kerkbode van de classis Brielle over de uitdrakking van ds Kersten:

Ons Gereformeerde volk heeft los van Rome den strijd te kampen tegen on-en bijgeloof.

Ds Sch. voegt hieraan de volgende opmerkingen toe:

In G. Stockmann's: Erlebnissen uad Gesichten des Propheten Daniel, wordt verwezen naar ©en werk van Kaulen uit 1891, dus al een 34 jaar oud. Dit werk: Assyrieu und Babyloniën, is geschreven door Dr Prof. l'ranz Kaulen, huisprelaat van den Paus, en hoogleeraar te Bonn. Ds Kersten weet of kan er zich van overtuigen, dat in dit werk op de meest treffende manier felle slagen worden toegebracht aan de moderne schriftkritiek, dat op strengwetenschappelijks wijze hel pleidooi gevoerd wordt voor Bijbelechtheid en Bijbelwaarheid, .om dan zegevierend te komen tot hel slotgetuigenis: Maar-het Woord des Heeren bestaat in eeuwigheid.

De literatuur-opgave van geschriften, die in dit boek verwerkt zijn, beslaat in fijnen druk ruim 20 bladzijden. En ook de inleiding op 0. en N, Testament' van deiizelfden schrijver staat op beslist geloovig en streng wetenschappelijk standpunt. Nu vraag ik aan Ds Kersten, is hij van oordeel dat deze geleerde, ook aJ wijkt hij van ons af .in bepaalde roomscli© leerstukken, een bondgenoot tegen de macht van Bijbelontkenning is, ja, of neen?

In 1923 verscheen, uit het Fransch vertaald, „De geheimzinnige wetenschap dier Pharao's", door abbé Th. JVIoreux. Ook dit werk bedoelt niets anders dan het pleidooi te voeren voor Christelijke wetenschap. Het getuigt van hooge waardeering voor wat van rechtzinnig-protestantsche zijde op dit gebied wordt geleverd, en citeert op de laatste bladzijde nog het woord van De Lapparent, een beroemd beoefenaar van geologie en palaeontologie: zoo ik in 40 regels , oen overzicht moest geven van de meest vaststaande ontdekkingen van de geologie, dan zou ik het verhaal van Genesis . overschrijven, d.w.z. van de schepping der Avereld, zooals Mozes die verteld heeft.

Zou ook Ds Kersten niet van oordeel zijn, dat tegenover den steeds aanwassenden stroom van ongeloof en Bolsjewisme Moreux erkend kan wordeft als een bondgenoot vjin .wien kracht uitgaat, ook al is hij roomsch?

Ik acht Cs Kersten _te verstandig, om hier de tegenwerping in te brengen, dat wij tegen de gei dachte van onze Gereformeerde vaderen ingaan. In een historisch-critische studie over den strijd tusschen Voetius en Descartes heeft Dr A. C. Duker er op gewezen dat Voetius het niet versmaad heeft de hulp van een Roomsche in te roepen.

„Ik acht ds Kersten te verstandig, om...."' zegt ds Schaalsma. Ik zou dat wel hopen. Maar weten is iets anders. Hij moest maar eens een Roomsche leeszaal inloopen na een visite aan een openbare.

Een lezer dien ik zeer dank, zendt mij den preciesen tekst van Van Lodensteijns vers, 'dat mijn hypothesen rcifhtvaardigt, en mijn zelfcorrectie ook. Hier is het;

Den Naakten Jesus of .Aandagt op Joh. 19:23. Aan D. Samuel Doreslaar op zijn Bedenkingen daar over. 19 Maart 1G52.

I.

Vermogend Goud, dat om uw glans gepreezen Uw Dienaars kluysterd, en had mij wel eer, Gevangen, mij zal na dees tijd veel meer Den Naakten Jesus wezen.

II.

Na dat ik dien had in mijn oog gekregen, Straks was den Amethyst bezwalkt, en 't zonk AI wat t e vO'Oreii preuts en pragtig blonk. Voor 's Naakten Jesus zeigen.

III.

'k Laat. ïëm, ' dien 't lust, na groote Schatten ' ••'' [delven, 'k En wenscli geen Scepter nog geen groot gebaar Van Magt, geen pragtig^ Kleed van Jesus; maar Den Naalden Jesum zelven.

IV.

Wat mogt gij, Babel, dus uw Heyl vermindreu. En kiest, en kust, een Doek, een Lomp, een Staf, Die Jesas aan die Schelmen schonk: en gaf Zig zelven Naakt zijn Kindren.

Eet blijkt, dat de bedoeling van het vers, afgedacht van de vraag, of ze juist is, beter zou begrepen zijn, als de laatst© strofe in „De Banier" niet was weggelaten.

„Kerkelijk cachet". In de „Geref. Kerkb." voor de classis Brielle schrijft ds Schaaf sma:

Bij vele gelegenheden hoeft men nog geen psycholoog te zijn, om na eenig verkeer de slotsom te maken, die en die zijn Hervormd, die en die daarentegen zijn Gereformeerd.

Waar ligt dat nu aan'?

Aan de kleeding? Dat zou. natuurlijk mogelijk zijn, maar waarschijnlijk is het niet. Er zijn Gereformeerden, die leven uit het idee van zekere kleervrijheid, en ik heb Hervormden gekend, zelfs modernen, die in kleeding éen zekere strengheid, om niet te zeggen stijfheid voorstonden.

Aan de taal dan? Dat zou iets meer kans hebben, en vroeger wezen we er al eens op, dat ook de uitwendige spraak openbaar maakt.

Toch zit het niet in de taal alleen, of in de taaJ voornamelijk.

Het feenbeidstype voor beide groepen schuilt wal dieper, dan éen enkele los daarheen geworpen uit drukking.

Voor zoover het mij mogelijk was waarnemingen, te doen, viel mij op, dat er tweeërlei eenheidstype is in betrekking tot het getuigen over de waarheid, en de belijdenis van de hope der heerlijkheid.

En dat ook weer, niet als regel zonder uitzonde ringen, maar ais regel met uitzonderingen, die den regel bevestigen.

Ik denk me een groep Hervormden van ver-^ schillende nuances, lichtere en zwaardere, ook enkele zeer strenge er bij. Een toespraak, een predikatie, een trouwrede zal dan aan het standpunt van den spreker geen twijfel overlaten. Maar niet zoo gauw vi'ordt een bespreking meer algemeen, of alles nivelleer-t, en men moet zoeken om in de woorden van dezen of gene ook maar iets te vinden van de scherpte waarmee men elkaar bestrijdt zoodra de richtingsbelangen in 't geding komen. Waarbij dan nog komt, een groote gemakkelijkheid" l)ij de strengste en stijfste om direct en volkomen den juisten wereldtoon te treffen. Trouwens ook in het stoffelijke experimenteeren de streng orthodoxen in die kringen niet bepaald zonder succes.

Denk daartegenover nu een even talrijke groep . GereformeJerden, Ook onder hen zal onderscheid zijn op te merken. Voor-& n ondervvei'pelijk, andere veï.--• schillen van vroeger of later datum, maar niet zoodra een levenscrisis ter sprake komt eenheid in geloof, uitzicht op de hope der heerlijkheid. Ontmoet ze in een sterfhuis waar men een kind betreurt, en hun gedachte gaat uit naar de Doopbelofte, ze vinden het niet bijzonder maar gewoon om er over te spreken; komen ze bij 'iemand die zwaar ziek is, ze doen een poging om afloop en de gevolgen bij eeuwigheidslicht te bezien; is de bespreking meer algemeen, dan houden ze zich niet in overgeestelijke dingen, maar ze laten zich gaan, zonder er zich om te bekreunen, of men instemt of afkeurt.

Ongetwijfeld ligt dat onderscheid in levensuiting voor een groot deel aan den invloed van het gemeenschapsleven.

En het zal zich 'sterker doe^ gevoelen, naarmate het gemeenschapsleven scherper wordt onderkend, en hooger wordt gewaardeerd. Daarvoor Jjestaat trouwens gebiedende noodzaak. 'Met Zondag 21 belijden we van de geffleenschap der heiligen: dat allen en elk geloovige aan al zijn schatten en gaven gemeenschap hebben. Dat is clus vooreerst het gemeenschapsléven; alle: dat is dan vervolgens het persoonlijke: elk.

Wat we mét elkander hebben, verleent ons een eeiiheidsstempel dat uitkomt te midden van groote verscheidenheid. Benigen tijd geleden reisde ^ik met eeri ouderen predikant der Oad-Gereformeerderi. Reeds voor het uitwendige eene verschijtni"ng, die aandacht trok. Een driekante steek, vroeger algemeene domi­ neesdracht (tenminste gedurende Z3ker6n tijd), knk. pantalon, keurige lange zw^artzijden kousen, , en netts lage schoenen.. Na een lang gesprek, - waarin hS de dingen soms anders noemde en bespraJc als wj 'het doen, vroeg ik hem: Hoe zou het toch komen dat gij en andere oud-gereformeerden die ik w^j eens ontmoet, al zegt ge de dingen ook anders dan wij, toch altijd wteer 'Op een Evangelisch standpunt uitkomt, terwijl de zwaren onder de zwaren in het oude genootschap altijd den indruk majken van ij 't diepst van hun hart wettisch (e zijia? Zonder zich' een oogenblik te bedenken, gaf hij ten antwoord: D|at komt omdat zij met hun kerkelijk standpunt uit een verbroken werkverbond leven en wij niet.

Deze uitspraak van dezen ouden broeder Iaat ik ' geheel voor rekening van hem die ze uitsprak. Maar wel moet ik zeggen: ze gaf mijl veel te denken.

Inderdaad, de uitspraak van den oud-gereformeerden I „dienaar" laten we precies als zijn steek graag voor eigen rekening. Met - het wterkverbond Worden onwerke-. lijfee en onverbondsmatige goiocbeltoeren bedreven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1925

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juli 1925

De Reformatie | 4 Pagina's