GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als een donderslag klonk in onze studenten-' ooren de maxe; Steketee is afgezet. „Weggejaagd", zei een ander. „Ontslagen", riep een derde. „Met eere en met wachtgeld", sten-.' torde een deftige domlné, lid van de Synode. In ons studentenhart fluisterde het heel stil: „vermoord". Ds A. de Geus (Friesche Kerkb., 7 Mrt 1913).

I.

Velen zullen zich misschien nog herinneren, dat korten tijd nadat de Oud-Docent Steketee de eeuwige rust was ingegaan, mijn broer, thans predikant te Buitenpost, en ik, zoons van zijn oudste zuster, uit zijn nagelaten geschriften van wijsgeerigen aard een bundel hebben samengelezen, die onder den titel „Beschouwingen van een Christen-denker" in 1914 het licht zag (J. H. 'Kok, Kampen). Hierin werd ook opgenomen een inleidend woord van Prof. Bavinck „ter gedachtenis" aan den man, die het eerst bij hem den zin voor philosophie had gewekt, en een levensbericht van mijn hand.

In dit stuk heb ik o.m. medegedeeld, op welke wijze de Synode der Christelijke Gereformeierde Kerk van 1882 aan zijn werkzaamheid als docent aan de Theologische School een ontijdig einde gemaald heeft. Na ©en geheime zitting, waarvan alle praeadviseerende leden waren uitgesloten, heeft hot Moderamen den niets kwaads vermoedenden man overvallen met de beschuldiging, dat hij niet doceeren kon. Hij kon dit niet .toegeven, maar hij ten slotte gezegd, dat men hem dan maar zijn ontslag moest geven om redenen van gezondheid, zooals dan ook geschied is. In de Handelingen werd van het gebeurde een voorstelling gegeven, met de waarheid in strijd, maar een verklaring van hem, dat hij niet instemde met hetgeen daarin op zijn naam gesteld was, werd door de Redactie van „De Bazuin" geweigerd: het was haar door het Moderamen der Synode verboden. Toen heeft hij noig een protest geschreven, maar „om de kerk te sparen" heeft hij dit nooit het licht doen zien.

Deze mededeelingen, die ik hier slechts in het kort weergeef, trokken in breeden kring de aandacht en wekten veler verontwaardiging. Het doen der Synode werd in onze kerkelijke bladen zoo goed als algemeen veroordeeld. Niet echter in de „Gereformeerde Kerkbode van 's-Gravenhage": ia het nummer van 8 Maart 1914 verscheen een stuk van de hand van Ds Van der Linden, waarin het verdedigd werd. Ofschoon dus al van ouden datum, laten wij het, voor zoover het hier ter zake doet, onverkort volgen, omdat het dit stuk is, dat Prof. Bouwman, evenals reeds vroeger in „De Bazuin", zoo ook onlangs weer in zijn werkje over de geschiedenis der Theologische School aangehaald heeft, blijkbaar met de bedoeling om aangaande de Synode van '82 een andere voorstelling te wekken dan b.v. door mij gegeven is.

Slechts kort, een tiental jaren heeft hij aan-da Theologische School zijn krachten gewijd. Een fijne, diepdenkende geest, allerminst berekend om met de ruwe werkelijkheid van 't leven in aanraking te ko^ men. Schuw ontvlood hij^ aJle drukte, alle rumoer. om zich terug; te trekken in de stilte, en daar alleen te peinzen, of zich te verlustigen in de schoonheid der P'ude klassieke wereld, of in de zeldzaam rijke confessiones van een Augustinus en anderen uit verre tijden zich te verliezen.

Van zijn eigen rijkdom was hij zich niet bewust Maar wie hem zocht en wiens geest aanraking zocht met den zijne, keerde straks verrijkt, soms verrulst over zooveel heerlijks en schoons, naar zijn woning terug. Welk een vriendelijkei, nederige, beminnelijke man, een liefelijke avondster gelijk, te vriendelijker glorend, naarmate de schemering komt. Als het stil was om hem heen, hoe kon dan die zachte, zangerige stem u boeien en meeslepen soms!

Maar in het werkelijke, drukke, veel eischende leven, was hij niet bestand. Docent te zijn in den gangbaren zin van het woord, kon hij niet. En kon M lOllerminst in een tijd als toen h ij er toe geroepen werd. Zijn benoeming' te Kampen is een fon' geweest. Ook met het oog op deze benoeming is het dilcvs'érf de vraag voor mij geweest, of een. Benoeming door een gansche Synode wijs mag worden geacht, en of dit hoogst moeilijke werk me* behoorde te berusten bij het Curatorium der School. Hoe dit zij, docent Steketee beeft zijn taak niet kunnen voortzetten naar het oordeel van de Synode te Zwolle, die door hare afgevaardigden, mannen die hem eerden en liefhadden, rijp en breedvoerig met hem deze zaak besproken hebben, nadat o' vroeger reeds door het Curatorium was geschied.

Ik mag hier misschien wel de bescheiden opmerking maken, dat het niet aangaat dat mannen broeaer'i die van de handelingen en overwegingen dier Synode

niets weten, verkeerde en harde oordeelvellingen hierover doen hoeren. Wij zouden hen in 't aangezicht kunnen weerspreken, wat echter niet in ons opkomt. Wel wil ik zeggen, dat wij met onzen broedeir diepe smart gevoelden. En had hij kunnen ingaan in de gedachten en wenschen zijner broederen, het zou zijn kostelijk en rijk, hoezeer eenzaam leven, zoo anders gemaakt hebben. Nu werd het, helaas! al eenzamer.

Men behoeft dit stuk niet eens aandachtig te lezen om te zien, dat hier van bewijzen of weerleggen geen sprake is, doch dat er alleen in wordt geponeerd. In gewijzigden vorm wordt hier eenvoudig de oude beschuldiging van het 'Moderamen herhaald, een beschuldiging, die Steketee heeft gegriefd tot in het diepst Van zijn ziel en die hiji, blijkens zijn Protest, als onteerend heeft afgewezen. Maar Ds Van der Linden gaat nog verder: hij had zelfs nooit benoemd moeten zijn, zijn benoeming te Kampen is een fout geweest. Ik betwijfel zeer, of men er in slagen zou uit de beide rede-•foeringen, door hem als Rector der Theologische School gehouden, over „De Studie van Plato, met het oog op de Theologische vorming" en „D© Beteekenis der Kunst voor den toekomstigen Evangeliedienaar", eenig bewijs voor die krasse uitspraak" te putten. Ook, of er ? f6l één van zijn leerlingen haar zou onderschreven nebben: verscheidenen hunner toch hebben nog jaretn later hun erkentelijkheid uitgesproken voor het van nem ontvangen onderwijs. Aan de getuigenissen hunner-^'jds, in het Levensbericht vermeld, zouden we nog tannen toevoegen dat van Ds Landwehr, die bij' bot Verschijnen der „Beschouwingen" schreef: „Wij' hebben bij het lezen nog: eens genoten van het kostelijke onderwijs van een oud-leermeester, die bezielen kon, hoe bescheiden hij ook in zijn optreden was" („Geref. Kerkbode van Rotterdam", 4 April 1914).

Maar eens aangenomen voor een oogenblik, dat zijn benoeming een fout geweest is, wat doet dat er toe? Het gaat er niet om, of de Synode van 1872, maar of die van 1882 een fout heeft begaan. Het gaat er ook niet om, of de mannen, die met hem spreken moesten, hem eerden en liefhadden, maar hoe zij en de Synode hem hebben behandeld. En dat zij „rijp en breedvoerig met hem deze zaak besproken hebben, nadat dit reeds vroeger door het Curatorium was geschied", betwist ik ten stelligste. Het is 'waar, dat een commissiei uit de Curatoren hem bezocht heeft, maar deze heeft niet zóó duidelijk gesproken, dat hij het begreep; er is geen twijfel aan, of eerst in het onderhoud met de heeren van het Moderamen is heim duidelijik geworden wat men met hem voor had. i) En meent Ds Van der Linden, 'die er niet bij tegenwoordig is geweest, dat dezen „rijp ©n breedvoerig" met heim gesproken hebben, dan kan ik daar het verslag; tegenover plaatsen, dat hij zelf in zijn Protest, dat als bijlage aan dit artikel zal worden toegevoegd, van dat onderhoud gegeven heeft.

Tegenover degenen, die het doen der Synode veroordeelen, neemt DB Van der Linden zelfs een dreigenden toon aan; hij zou „hen in 't aangezicht kunnen weerspreken". Dit komt echter niet in hem op, maar hij bepaalt er zich toe een duidelijke aanwijzing te geven, waar de oorzaak van Steketee's levenstragiek gezocht moet worden: in hem zelven. Had hij maar kunnen ingaan in de geidachten en wenschen zijner broederen!

Waarom dit onmogelijk was, hoop ik nog in ander ' verband uiteen te zetten. Ik wil hier volstaan met de opmerking, dat voor mij de waarde van het stuk van Ds Van der Linden niet gelegen is in hetgeen hg get meend heeft te mogen poneeren, maar daarin, dat er uit blijkt, dat er wel ter dege leden van de Synode zijn geweest, die volkomen te goeder trouw aan Steketee's O'ntslag hebben medegewerkt. Ds Van der Linden staat bij ieder, die hem kent, in hooge achting, en wanneer ik de handelwijze der Synode afkeur, dan i» het verre van mij in de eerste plaats aan hem te denken, toen nog jong — nauweUjlê dertig jaar — en, naar ik meen, voor het eerst op een G-enerale Synode. Zelfs neem ik gaarne aan, dat hij — een gevolg waarschijnlijk van eenzijdige voorlichting — zich niet steeds ten volle bewust is geweest van wat er omging, zoo met name toen Art. 203 werd vastgesteld, waarin men Steketee (zonder zijn goedvinden) allerlei beloften laat doen en hem zelfs voor de beschikking der Synode dank laat zeggen. Men meene niet, dat dit artikel aUeen voor rekening komt van den Secretaris, der Synode, want ik heb «en brief van dezen (Ds J. van Andel, toen predikant te Leeuwarden) tot mijn beschikking, waarin hij verzekert, „dat hij niets drukken liet in de Notulen, wat niet officieel was vastgesteld door de Synode”.

A. G0SLINGA.


1) In een brief, die zich onder mija berusting bevindt, wordt gesproken Tan „iemand, die van niets vermoeden had, in een nachtelijk uur tot ©ene beslissing te brengen, die over zijn verder leven van invloed was”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

De Afzetting van den Docent A. Steketee.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's