GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vragende pers.

Zaterdagavond kon, wie in den trein zat, zich verbazen over het feit, dat de ééne medereiziger in „De Telegraaf" een verslag trol van een vraaggesprek ove-r dr Greelkerken, dat de ander hetzelfde vond iu het „Handelsblad" en dat de derde eveneens erop werd getracteerd door zijn oude beproefde Nieuwe Rotterdammer. De kwestie Geelkerken was alzoo des vaderlands Zondagsmaal.

Men leest die verslagen met gemengde gevoelens.

Eenerzijds is er een neiging om dr Greelkerken te bewonderen. Hij heeft er kans toe gezien, drie kranten te woord te staan over deze'lfde kwestie en onge^ veer drie keer dei heeren wat anders — althans in de aankleeding — te doen noteeren. D'at is — ik weet uit ervaring van huisbezO'eken etc, ook iets ervan te spreken — dat is niet gemalckelijk. Het geeft den indrulc, dat dl-Gr. do zaak methodisch heeft ingedacht ©n dat de verslagen tamelijk wel betrouwbaar zuilen zijn.

Aan den anderen kant voelt men evenwel ondsr het lezen een gevoel van onbehaaglijkheid.

Dat gevoel is er om verscheiden oorzaken.

Allereerst krijgt men den indruk, dat dr Greelkerken •— wat te begrijpen is — zich hoofdzakelijk met zichzelf bezighoudt. Andere collega's krijgen wekelijks vuile brie^ ven in de bus, hij maar zelden. Hoe weet hij' dat? Soms vindt hij evenwel weer jammer, dat er maar zoo weinig van die brieven kO'men? Zijn ze dan toch soms een eerediploma, wijl ze bewijzen, dat men beter wil dan het brievenschrijvend volk? JVIaar waarom zijn ze dan bij de collega's een verschijnse'l, welks aanwezigheid tegen hen en welks afwezigheid vóór dr Gr. pleit? Zijn er nu heusch geen anderen, die ook vechten tegen de volltsopinie, die al een stapel brieven hebben van bezwaarden, maar die er wat anders mee doen dan dr Gr. hier?

Volgens „De Telegraaf" — die hier laat spatiëe-ren — heeft dr G-. gezegd:

Men moet beseffen, aldus dr Gr., dat traditioneede voorstellingen nog geen confessionoele bindingen zijn en dat zelfs de confessioneel© bindingen weer getoetst moeten worden aan de Schrift zelf.

Als dat des Pudels Kern is, dan wil ik ook dadelijk van de partij zijn. En honderden met mij. 'Wat moet die Telegraf-ist wel denken?

Dr Gr. maakt vervolgens bezwaar er tegen, dat de hoogleeraren beweren zonder te bewijizen. .Men leze nu uit de „N. R. Ct.": '

Ten slotte verdient het, naar dr Greelkerken mij opmerkte, nog de volle aandacht, dat door hun gezamenlijk en eenparig uitgebracht advies aan de classis Amsterdam, ook de hoogleeraren van de Theologische faculteit, der Vrije Universiteit en van de Theologische school té Kampen zich reeds in de zaakgebonden hebben; ofschoon ziji als adviseurs zitting hebben in do Generale SynO'de. Hun advies zelf wekt naar zijn inhoud te meer de verontwaardiging, omdat zij. — zonder dit publiek te m o t i v e e r © n, — ook dr Geelkerken zelf ontving zulk een motiveering niet, evenmin als eene verklaring van de classis waarom zijn antwoord op haar laatstgestelde vijf vragen onvoldoende is bevonden — daarin dr G. publiekelijk beschuldigen, in zijn antwoord „voor het gezag der Heilige Schrift bedenkelijke verklaringen" te hebben gedaan, terwijl vele dezer hoogleeraren tegenover dr O. zélf en anderen zich geheel anders hebben uitgelaten, en anderen hunner, naar publiek bekend is, pereoonlijke 'gevoeligheden te'U opzichte van dr G. hebben.

Dr G. schijnt evenwel glad te vergeten, dat hijzelf hier beschuldigt op veel krasser manier dan ooit iemand hem heeft beschuldigd. En dat hij eveneiens hier verzuimt eenig bewijs te geven.

Hetzelfde is trouwens het geval in de beweringen, waarvan deze passage uit het , , Handelsblad" verslag geeft:

. De Gereformeerd© Kerk mag: niet een Klein-^Rome willen zijn; zij mag: zich theoretisch en practisch niet beschouwen als de eenige en alleen zaligmakende kerk. Is men daarom echter 'minder goed Gereformeerd? Het tegendeel is waar.

De Gereformeerde Kerk wil die kerk zijn, die zich naa.r haar diepste overtuiging het best constitueert, overeenkomstig de beginselen van Gods 'Woord, maar niet een instituut waaraan de genade Gods uitsluitend 31 gebonden is. Daarom kan en moet men contact onderhouden buiten de Geref. Kerken met degenen, die God oprecht wiUen dienen, ook al zijn hun kerkinstellingen naar Gereformeerde overtuiging niet locals zij moesten wezen. In allerlei arbeid kan men samenwerking zoeken met andere groepen; dit beteekent niet vermenging of synthese, maar een soort bond van overtuigien, meer federatieif dan unitarisch.

Wie de Geref. Kerken als een zichzelf genoegzamen kring beschouwt, waarbinnen men zich in ©en veilig gewaand isolement terugtrekt, doet een aanslag op haar wezen, een aanslag die de noodlottigste gevolgen kan hebben.

Nu is er een groote groep en volgens dr G. niet de minst machtige, die voorstander is van dit isolement en al wat nieuw is, en anders doet, lastig vindt. Men begrijpt dus hoe er ergemis in deze groep moest ontstaan over dr Geelkerken, die in vergader ringen opC'eedt met Herv. en Luthersche predikanten, die voor een beperkten gezangenbundel heeft gepleit, die, toen eens de synode aan de Geref. predikanten verzocht over een manifest — het z.g.n. „Getuigenis" der Leeuwarder Synode van 1920 — te spreken, dit met eenige coroecties deed, die in de 'kwestie-Netelenbos kerkrechtelijke bezwaren inbracht, tegen de wijze van behandeling dier zaak, al was hij dagma, tisch ook geen med^tander van ds N. en die nu ten slotte den Bijbel „aanrandt", gelijk men den menschen wijsmaakt.

Zoo is dr G. een niet welgevallig e-lement geiworden, en daar komt nog bij, dat juist hij in een zeer belangrijke gemeente staat, waar hij met zegen •m-beidt, O'm zijn werk zeer gewaardeerd wordt en van waaruit hij groeten invloed kan oefenen. Het gevolg !was, dat bedoeld© groep, die ook ©enige aanhangere telt in Amsterda.m-Zuid, reeds jaren loe-rde op de 'gelegenheid om ©en vollcsbeweging tegen dr G. in gang te brengen. Jarenlang, zei dr Geelkerken, heeft men mij in den lande verdacht zoeken te maken. Jarenlang O'ok heeft men er op gelat, of in een mijner preeken niet een zinnetje was te vinden, . dat ©r niet door kon. Eindelijk meende men heit te hebben, toen dr G. bij de behandeling van den de-rden Zondag van den catechismus zeide, dat er moeilijldieden waren bij de behandeling' van Gen. 3, die door de geleerden van allerlei richting werden erkend; als voorbeeld noemde hij toen o.a. het spreken van d© slang, maar heeft zelfs niet beweerd, dat de slang niet gesproken heeft. Als dr G. maar mee wilde gaan met de heerschende groep, zou naar zijn meening niemand over dat zinnetje gevallen zijn. Het is dus ook hie-r weer, „wie een ho-nd wil slaan, kan wel een stok vinden", al heeft het zoeken naar dien stok in dit geval nog al wat tijd in beslag genomen.

Maar wie weet niet en wil ook niet erkennen, dat het Koninkrijk Gods wijder zich uitstrekt dan de Geref. Kerken? Dr Geelkerken beeft — alweer vo'lgens de bladen — van deze gedachte een motief gemaakt bij zichzelven voor een eventueelen afscheidsgroet. Ik behoor tot degenen, die van harte hopen, dat da zaak terecht komt. Maar ik geef ook dr G. de verzekering, dat, als dat .zijn eindconclusie is, uit te spreken met dezelfde puntigheid waarmee de slachtoffers der inquisitie de schare voor het laatst toespraken, ©r dan heel wat zijn^ die zijn aischeidsgj'O'et wekeHjks willen overdragen ook al omdat ze dat al lang gewoon waren.

Het zaad der kerk was er in dit opzicht dus al voor het eventueele bloed des martelaars.

En wie durit zeggen, dat men jarenlang loerde op een zinnetje, die moet niet klagen over professoren, die beweren zonder bewijs. Ik geloof er geen stee'k van, evenals van het fanatisme, dat hier beweerd — niet bewezen wordt — in het „Hbl.":

„Nu — de slang.

„Wij behoeven elkaar er eigenlijk weinig meer van te zeggen. Maar toch dit:

„Ik heb nooit van den preekstoel gepreekt over Genesis IH. Sterk, nietwaar?

„Ik heb nooit een preek gehouden over het varhaal van den val in het paradijs. Sterk, nietwaar? „Ik heb nooit een verklaring gegeven van het al of niet spreken van de slang. Sterk, nietwaar?

„Letterlijk heb ik het volgende gezegd: Het is vaak moeilijk uit te maken hoe allerlei bijzonderheden, die Grenesis II [ ons bericht, moeten worden uitgelegd, 'er zijta. er schier evenveel „verklaringen" als geleerde uitleggers. Denk maar aan „den boom der kermis des goeds en des kwaads", de slang en haar spreken, den boom des levens, en zoo voorts.

„Wat moet ik hier .aan toevoegen? De q^uaestie is besproken, weerlegd, aangevallen en verdedigd. Men heeft mij vooruit geschoven en mij, ondanks mij zelven, ja waarlijk, ondanks mij zelven, het middelpunt gemaakt yan de algemeen© aandacht. Het streven van de groep, die het in onze kerk - wil laten als het is, heeft zich wel fanatiek gekant tegen mij, die niet anders dan het waarachtige Gods woord predik, ©n de mededeelingen van Genesis I, Il en 111, naar inhoud en vorm, in alles voor geïnspireerde! getrouwe en autoritatieve onthulling van den Raad Gods houdt, en die deze hoofdstuldcen aanvaardt ten volle zooals zij zich zelf aandienen en dus met als notarieele opteekening. Dat optreden heeft bij mij groote verontwaardiging gewekt en Waarlijk bij mij niet alleen, zelfs niet alleen biji mijn eigen kerkeraad en bij mijn eigen gemeente, die mij wel anders kennen dan als den „aanrander van het gezag der Heilige Schrift", zooals men mij den volke wil afteekenen.

Zonden zijn er wel. Wie gelooft. Wie ziet ze niet? Maar alleen uit de zonde van anderen kan dr G. de Icweslie niet reconstruec'ren. Het geval gaat niet op in wat gelal en wordt er ook niet'door verklaard, wie ook de lallende partij zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1925

De Reformatie | 8 Pagina's