Het laatste bevel des middelaars.

In het afscheidswoord van .lezus weerklonk eerst de proclamatie: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

Daarna laat Hij hooren een bevel, dat ook om het oogenblik, waarop het gegeven werd, bestemd is door alle eeuwen tot aan Zijn wederkomst te worden opgevolgd.

Gaat dan heen, onderwijst al de volken, dezelve do op end e in den Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, leerende hen onderho'uden alles wat Ik u geboden heb.

Een bevel voor Zijn apostelen, voor allen, die . 't daar in Galilea hoorden, voor ons.

Een opi'0'; 'p tot een heiligen oorlog maar zonder geweld v: an wapenen.

Een opwekking tot een strijd, waarin het Woord het vooxnaamste, ja, het eenige wapen zal blijken.

Het is in het algemeen een bevel om uit te gaan.

De apostelen mogen niet in Jeruzalem blijven. De prediking van het Evangelie mag niet tot Israël beperkt worden.

Het christendom is niet nationaal, maar internationaal.

De kerk heeft geen vaderland.

Het Evangelie moet wo-rden de band voor alle volken.

Dat zal het kenmerk worden voor de nieuwe bedeeling.

Daarom, gaat heen, trekt uit, want het gaat om de wereld, die • gewonnen moet worden voor Jezus.

En.idan worden de volgelingen van Jezus opgewekt tot een drieledige taak.

Onderwijs t alle volken. Er staat. letterlijk : maakt ze tot discipelen.

Er moeten allereerst onderdanen geworven voor Koning Jezus.

Daar gaat het voornamelijk om.

Menschen, zielen-te vangen voor Jezus door het Evangelie uit alle volken.

' Zending, evangelisatie, prediking zoeken het behoud van den mensch.

Elders zegt Jezus, dat het Evangelie moet gepredikt worden aan alle creaturen. Dian rust Jei? ; us' oog op de enkelingen.

Hier rekent Hij met de volkenindeeling.

Onder elk volk heeft God Zijn gekenden.

Daarom moet in ieder volk de banier van het kruis geplant worden.

Onder iedere natie moet het Woord van Christus als een macht tot uiting komen, opdat ieder volk in zijn kern vóór of tegen Christus kieze.

Daarom moet het zaad des Evangelies gestrooid naar alle windstreken opdat het woirtel schiete en vrucht drage onder alle volk.

Dat is de eerste taak.

Propaganda door het woord des Evangelies met het doel om menschen te brengen tot Jezus en ze te maken tot Zijn discipelen.

En dan: dezelve doO'p ende in den Naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes.

Wie het Evangelie geloovig aanneemt ontvange den christelijken doop.

De doop, die ons brengt in de gemeenschap niet den Vader en den Zooai en den H. Geest.

De: doop, die ons inlijft in de kerk van Christus.

Er staat in het Grieksch: dezelve doopende tot den Naam des Vaders en • des Zootis en des H. Geestes, d.w.z. door den doop overbrengen op het heilig terrein^ naar de gemeenschap met God Drieeenig in den schoot Zijner kerk.

Jïerste doel van allen arbeid in en door het Woord zij dus menschen, . te maliën. tot discipelen van Jezus. .; * ^|.i^''£fe'*' •''•^; ': ^-

Maar is die arbeid 'gezegend dan mogen we hen niet loslaten. Ze imoeten tot de kerk gebracht. Het sacrament moet-ieen isehakel worden in hun geloofsleven. fi-'^'-'J; -

geloofsleven. fi-'^'-'J; -De bewering, dat 'men wèl christen kan zijn zonder kerkelijk leven, is dan ook met dit bevel van Jezus in flagranten strijd.

Zfjiider kerkelijk mee te leven, kan men geen goed christen wezen.

Dan immers bluscht men de werking der sacramenteelo genade.

En dan ten derde: loerende hen onderhouden alles, wat ik u gebo'den heb.

Er moet dus komen voor de discipelen, die gebracht werden tot de kerk, \-oortgaande onder­

wijzing. Hier is de instelling van het leerambt in de kerk.

En wie tot dat leerambt geroepen worden hebben slechts te onderwijzen alles wat Jezus geboden had.

Wie in de kerk geroepen woirdt om op' te treden in Jezus' naam mag dit niet anders doen dan in gebondenheid aan Zijn geboden.

Geen andere leer dan Hij bracht.

Geen geboden voor het leven dan die Hij verkondigde.

Hier trekt Jezus de hoofdlijnen voor het kerkelijke leven.

kelijke leven. De discipelen moeten vergaderd in een kerkelijk instituut dat Woo^rd en sacrament bedient en de tucht handhaaft over leer en leven.

In dit laatste bevel van onzen Zaligmaker ligt de veroordeeling van alle onkerkelijkheid; het vonnis ook over een kerk, die de belijdenis en de tucht niet handhaaft.

Nu is wel duidelijk wat Jezus van ons vraagt in Zijn laatste bevel-.

Getuigen van Hem door het Evangelie in lederen kring.

Discipelen zoeken te werven voor Jezus.

Zelf in den kerkelijken weg te wandelen anderen daarin te leiden. en

Voor de kerstening der wereld is naar Jezus' eigen Woord de kerk het aangewezen instituut.

Voor haar te strijden is onze roeping-.

Voor haar bewaring bij de zuiverheid der leer en de vroomheid des levens.

Het behoud der kerk is levensvoorwaajrde voor een volk.

In haar bloei ligt de sterkste tegenweer tegen het opdringend ongeloof.

Daarom, wèl moeten zij vajren die de kerk bemiimen. •"? fêlg¥Sv-: *; \'^i; '®'ï> "ol? *^^ '

De kerk, óns aUer 1nbiedeir? J.^f; ^^^; ; ''''' ' '" '

•-i0: : .iSi^: j_ Q KUNST.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen