Generale Synode te Groningen.

Onder veel belangstelling' ving Dinsdag 16 Augustus om 10 uur de Synode aan. Aan de tafel van het Moderamen zaten de vijf predil< anten van Groningen. Ds J. J. Miedema, de oudste predikant der Geref. leert: an Groningen, liet zingen Ps. 89:1 en 3, las Psalm 135, waarna hij uitsprak de volgende

Openingsrede.

Weleerwaarde en Eerwaarde broeders, afgevaardigd, om de Gereformeerde kerken in Nederland in deze Generale Synode te vertegenwoordigen.

Hoogeerwaarde broeders, uitgenoodigd, om deze vergadering met goeden raad te dienen.

Geliefde broeders, die als afgevaardigden van buitenlandsche kerken tot ons gekomen zijt.

En verder gij allen, die hier tegenwoordig zijt, om met ons het heil van Sion te zoeken, op welke wijze dan ook,

krachtens de opdracht, mij verleend door de roepende kerk van Groningen, open ik deze Synode met de zegenbede:

Genade en vrede zij u van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker, door den Heiligen Geest.

Het is nu 28 jaar geleden, sinds de Gereformeerde kerk van Groningen het voorrecht genoot, een Generale Synode in haar midden te herbergen. In de 16e en 17e eeuw was het haar nimmer gegund. Wel Embden (1571) dichtbij over de grenzen, wel Middelburg ver in het Zuiden, ontvingen de Synode nationaal, maar Groningen nimmer. En dat, hoewel volgens de eigen verklaring van een Raadsheer der stad op de provinciale Synode van 1598, toen het ging om de vraag of de Synode op het land of in de stad zou vergaderen: de stad Groningen immer voor de halve provincie moest gerespecteerd worden, terwijl enkele jaren later (1602) bij diezelfde strijdvraag de daar aanwezige domini fratres gezamenlijk uitspraken: dat zij de stad „wohl ahm.bequamesten achten en ahm levesten wehren in der stadt Groningen".

En het zou zeker nog niet geschied zijn, ware niet deze gewone Generale Synode, een buitengewone, zij het dan ook niet in gewonen zin. Immers gewoon is zij, omdat zij uitgesteld in 1926, de normale tijd van saamkomen, nu eerst vergadert.

Maar buitengewoon, zij het dan niet in denzelfden zin als hare voorgangster, omdat zij tengevolge van de extra inspanning en tijd van de buitengewone Synode van Assen, nu eerst na vier jaren samenkomt.

Nochtans is het der kerk van Groningen een eere en een voorrecht, de Generale Synode in haar midden te mogen ontvangen.

Het schijnt wel, dat telkens ongeveer een tusschenruimte van bijna 30 jaren moet verloopen, eer de Synodale vergaderingen hier samen komen. Was in 1846 alhier de Synodale samenkomst der Christelijk afgescheiden gemeenten, deze werd eerst in 1872, dus na 26 jaar, gevolgd door de Synode van de Christelijk Gereformeerde kerk te Groningen. Daarna verliep weer 27 jaar, toen in 1899 de Generale Synode van de Gereformeerde kerken in Nederland alhier bijeenkwam. Terwijl na 28 jaren wederom de Generale Synode te Groningen daagt. Treffend is het zeker, dat in de drie laatste Synodale vergaderingen, die meer dan een halve eeuw uiteenliggen, de naam van Prof. L. Lindeboom voorkomt, als gewoon lid, of als adviseerend lid, die aldus 'n stuk historie in zijn persoon vertegenwoordigt en dien we met dank aan God ook nu weer hier begroeten.

Overigens hoe geheel anders is alles geworden. De eerste Synode van 1846 vergaderde in het kerkgebouw van de Christelijk afgescheiden gemeente, een vroegere Roomsche kerk in de Guldenstraat, een zeer bescheiden ruimte, kort bij de plaats, waar velen uwer hun verblijf hebben.

•Vergaderden de Synoden van 1872 en 1899 in de Ebbingekerk, die nog in '99 een schoon en ruim gebouw genoemd werd, welk een ruimte is ons dan thans niet gemaakt, als wij 'dit kerkgebouw, dat thans tot vergaderplaats dient, mogen beschouwen.

Dit kerkgebouw, evenals alle alïdere drie na 1899 gebouwd of

De aanvang der Synode. vernieuwd, is wel het zichtbaar bewijs van de aan onze gemeente geschonken uitbreiding. In ledental is zij thans reeds de 10.000 overschreden, terwijl de beide gemeenten in 1899 nog geen 4000 telden. Een vijftal dienaren des woords zijn ons geschonken. En moest Ds J. Westerhuis in 1899 bij de opening der Synode nog spreken van de kerkeraden der Gereformeerde gemeenten, alhier, op wier last hij sprak en de Synode opende, dat meervoud is nu gelukkig enkelvoud geworden en de letters zijn ook hier ter aanduiding van de gedeeldheid vervallen.

Welk een zegen en gunst des Heere.n spreekt er niet uit al die enkele aanduidingen van groei en uitbouw en het is te meer daarom ook, dat wij ons verblijden de Synode hier in ons midden te mogen ontvangen.

Toch ontveinzen wij het ons niet, dat eigenlijk zeer bijzondere omstandigheden er toe geleid hebben, u hier te brengen. Ware niet Assen het vorige jaar genoodzaakt geweest een buitengewone Synode bijeen te roepen, nog zou zeker Groningen niet aan de beurt zijn geweest.

Assen stond in het teeken van beroering van binnen en van buiten, zoo zelfs, dat scherpe waakzaa'mheid tegen min juiste belangstelling noodig was, en breuke en scheuring is daarop gevolgd ; Groningen daarentegen is zooveel rustiger en minder bewogen. Toch ligt het verschil niet in een afkeuring van wat in Assen geschied is. De kerken hebben niet als bestuurscollege die Synode gezien, maar als hunne vertegenwoordiging, gelijk ze bewezen immers door deze Synode samen te stellen, evenals dit in Assen geweest is en hebben daarin een zegel gezet op al hare handelingen.

Wel is het iets nieuws, dat voor het eerst de classis Batavia van de Gereformeerde kerken in Nederlandsch Oost-Indië door hare afgevaardigden hier tegenwoordig is, die wij dan ook van harte welkom heeten. Het is verheffend en verblijdend, de kerken van Groot Nederland samen te zien; waarbij wij ons ook verblijden de vertegenwoordigers van Nederlandschen stam uit Afrika en Amerika in ons midden te zien.

Wel zullen we hopen, dat de gelijkheid met Assen niet zal bestaan in gelijkheid van tijdsduur. Niettemin zijn er allerlei gewichtige vragen op het voorloopig agendum, al is het dat niet alles gewichtig is, naar dat het omvang heeft. De Zending beslaat zeker 'n groot deel en allerlei vragen, met name ook over de vooropleiding van Zendingsarbeiders, zullen onze aandacht vragen. Dus toch een opleidingskwestie, al is het in heel anderen zin, dan die in de Synode van 1899 de gemoederen bezig hield. Want immers, die opleidingskwestie is niet meer aan de orde.

Ook zullen nog allerlei vragen, voortgevloeid uit of in verband met het schisma van 1926, voor u gebracht worden, die zeker teederheid en getrouwheid vragen. Vrede te zoeken is eisch; spreekt de Heiland niet zalig, die den vrede maken? Maar dan toch steeds naar het Woord des Heeren: Hebt dan de waarheid en den vrede lief.

De Heere is de getrouwe. Zijn trouw is groot. In de bewaring van Zijn Zion bewezen. Hij is het, die doet wat Hem behaagt. In de wolken en in den regen, in onweders en donders, in storm en cycloon is Zijn stem. Zijn mogendheid. Hij spreekt ook nu nog, ook tot ons land en volk. Hij is nog diezelfde, die zijn Israël verhoorde, redde, leidde en bewaarde. Die het kastijdt en redt. Die Zijn kerk bewaart.

Laat dit ons vertroosten: ook door alle moeite en strijd leidt Hij en bewaart Hij. Laat de opwekking ook tot ons spreken en dringe Aarons zonen Levi's huis en allen, die Hem vreezen om het Hallelujah, geloofd zij den Heere aan te heffen.

Moge God ons bijeen doen zijn in het diepe besef dat God ons roept om te arbeiden voor de kerk, die Christus kocht met Zijn bloed en die de Heilige Geest toebereidt voor den dag der toekomst onzes Heeren.

Zij daartoe ons aller verwachting van den Heere, die hemel en aarde gemaakt heeft.

Nadat gezongen was Ps. 134:1 en 2, ging Ds Miedema voor in smeekgebed.

Op verzoek van den voorzitter onderzochten de predikanten J. Gispen en G. H. v. d. Vegte de credentiebrieven der afgevaardigden, welke in orde werden bevonden.

Appèl nominaal.

Bij het appèl nominaal bleek, dat alle reeds bekende afgevaardigden aanwezig waren. Alleen was voor N.-Brabant-Limburg aanwezig Ds J. de Vries van Tilburg, de secundus van Ds J. H. Donner, Breda, terwijl, wat de buitenlanders betreft, niet aanwezig is Sir James Simpson S.S.C., in wiens plaats is gekomen Ds Goeree van de Dutch Reformed Church (N. Amerika).

Moderamenverkiezing.

Aan de orde was daarna de verkiezing voor het Moderamen. Bij de verkiezing voor voorzitter werden uitgebracht op Dr K. Dijk te Den Haag 29 st., op Ds J. J. Miedema, Groningen, 18 St.. op Dr W. A. van Es te Leeuwarden 1 st., op Ds K. Fernhout Mzn. 1 St., op Ds M. Meijering 1 st., op Ds J. L. Schouten 2 St., op Ds R. J. V. d. Veen 2 st., zoodat gekozen is Dr K. Dijk te Den Haag.

Tot assessor werd met 47 st. benoemd Ds J. J. Miedema te Groningen. De predikanten M. Meijering, K. Fernhout Mzn., W. Breukelaar en Dr H. Kaajan verkregen resp. 2, 1, 2 en 2 stemmen.

stemmen. Tot Isten Scriba werd gekozen Dr G. Keizer van Rheden-De Steeg met 38 st. De predikanten J. P. Klaarhamer, . Dr H. Kaajan, M. Meijering verkregen resp. 12, 3 en 1 stem. Tot 2den Scriba werd gekozen Ds J. P. Klaarhamer te Dokkum met 48 st. De predikanten M. Meijering, Dr H. Kaajan en J. G. Kunst verkregen resp. 1, 4 en 1 stem.

De voortgang der Synode.

Het gekozen moderamen nam daarop zijn plaats achter de tafel in.

De voorzitter houdt een korte toespraak tot de vergadering.

Toespraak voorzitter.

In deze toespraak dankt hij namens het Moderamen voor het vertrouwen, door de vergadering in hem gesteld. Het is spr. een eer en hij is daarvoor waarlijk dankbaar. Alleen wil spr. nu ook vragen om hartelijke medewerking in alle zaken en spr. weet, dat in stem en keuze der Synode ligt de belofte van samenwerking en voortgaand vertrouwen. Spr. hoopt, dat God sterken zal, den arbeid zóó te verrichten, dat Zijn Naam geprezen worde en de heerlijkheid van Hem uitkome in Zijn gemeente, die Zijn akkerwerk en huis is.

Instemming b e 1 ij d e n i s.

Door op te staan betuigen allen instemming met de belijdenis der Geref. kerken.

Woorden van welkom.

Daarna dankt de voorzitter Ds K. Fernhout voor het woord op den bidstond van Maandagavond, evenals Ds J. J. Miedema, de commissie voor 't werk, dat reeds verricht is en de kerk van Groningen, die de Synode zoo gastvrij heeft ontvangen. Vervolgens heette hij welkom de prae-adviseerende leden-Hoogleeraren, waarbij hij voorlas een schrijven van Prof. Dr H. H. Kuyper, die, wegens ongesteldheid, bericht van verhindering zond. De voorzitter drukte hierover zijn spijt uit en bad den Hoogleeraar, wiens adviezen hier zeer zullen gemist worden, herstel toe. Eveneens werden voorgelezen een brief van Prof. Van Gelderen, die thans in Zuid-Afrika vertoeft, en van Prof. Grosheide, die deze week verhinderd is.

Vervolgens ondferstreepte Dr Dijk het welkom, door Ds Miedema gericht tot de buitenlandsche afgevaardigden.

Tot leden der perscommissie werden benoemd de predikanten D. van Dijk en H. v. d. Elskamp te Groningen en in de commissie voor de financieele zaken Ds J. J. Miedema en ouderl. I H: Wristers te Groningen.

Nadat Ds J. J. Miedema, de assessor, mededeeling had gedaan van enkele nog ingekomen stukken, werden de Prof. H. Bouwman en G. Ch. Aakiers verzocht met het moderamen de werkwijze der Synode vast te stellen.

De bijeenkomst werd daarop verdaagd tot halftwee.

Zitting van Dinsdagmiddag.

De middagzitting werd geopend met het zingen van Ps. 119:3.

Op • voorstel van het Moderamen werd besloten aan Prof. Kuyper een brief te zenden, waarin het leedwezen der Synode over zijn afwezigheid wordt betuigd en hem Gods zegen en spoedig herstel wordt toegewenscht.

Op voorstel van het Moderamen werd besloten, dat stukken voor de Synode, die na Zaterdag inkomen, niet in behandeling genomen zullen worden.

Aan enkele persorganen, „Nieuwe Prov. Groninger Courant", „Friesch Dagblad", „Rotterdammer" en „Standaard" zal gastvrijheid worden verleend, terwijl zij het officieel persverslag der door de Synode aangewezen perscommissie ontvangen.

Het Moderamen stelde voor vijf commissies in te stellen en:

De eerste commissie te doen bestaan uit de dienaren des Woords J. L. Schouten, belast met de saraenroeping (Amsterdam), C. B. Bavinck (Rotterdam), T. Gerber (Assen), K, Fernhout (Vreeland), E. Kolthoff (Veldhausen) en de ouderlingen J. Bakker (Santpoort), Ds L. Bouma (Hijum), P. de Koning (Bandoeng), J. van der Waals (Nijkerk), J. Weerstra (Cornr werd) en daaraan toe te voegen als prae-adviseurs Prof. Dr G. Ch. Aalders en Prof. Dr J. Ridderbos.

De tweede commissie te doen bestaan uit: de dienaren des Woords R. J. van der Veen (Goes), belast met de samenroeping, N. Duursema (Nw. Amsterdam), W. A. van Es (Leeuwarden), H. Kaajan (Utrecht), C. W. E. Ploos van Amstel (Steenwijk), en de ouderlingen Mr A. J. L. van Beeck Calkoen ('s-Gravenhage), J. Huizinga (Dedemsvaart), A. Muis (Rotterdam), L. J. Schalekamp (Klundert), G. v. Zeggelaar (Ransdorp) en daaraan toe te voegen als prae-adviseurs Prof. Dr V. Hepp en Prof. Dr T. Hoekstra.

De derde commissie te doen bestaan uit: de dienaren des Woords H. Meijering (Katwijk a. d. Rijn), belast met de samenroeping, G. Husmann (Bunde), T. Petersen (Wolvega), J. de Vries (Tilburg) en de ouderlingen W. H. v. Helden (Nieuwendijk), J. W. Maas (Nijmegen), W. Rozeboom (Scheemda), P. Rijsdijk (Sliedrecht), J. S. Sjaardema (Bunschoten), J. Wolting (Gees) en daaraan als prae-adviseurs toe te voegen Prof. Dr F. W. Grosheide en Prof. L. Lindeboom.

De vierde commissie te doen bestaan uit: de dienaren des Woords D. P. Koopmans (Sneek), belast met de samenroeping, H. de Bruyn (Nieuwendijk), W. W. Meynen (Dordrecht), M. Meijering (Delfzijl), W. L. Milo (Almelo) en de ouderlingen G. J. Baart (Alphen a. d. Rijn), R. Dijkstra (Driesum), J. Knoll (Ihrhove), G. v. d. Putte (Vlissingen), R. Sloot (Magelang), M. Velthuis (Bedum) en daaraan toe te voegen als prae-adviseurs Prof. Dr H. Bouwman en Prof. Dr S. Greijdanus.

De v ij f d e commissie te doen bestaan uit: de dienaren des Woords J. G. Kunst (Arnhem), belast met de samenroeping, W. Breukelaar (Zaandam), A. Pos (Djocjakarta), J. H. Telkamp (Middelburg) en de ouderlingen J. J. van. Commence (Utrecht), Ch. Dixon (Deventer), B. Looyenga (IJlst), D. Scheele (Terneuzen), H. Scheffer (Assen), J. Schrovenwever (Oosferwald) en daaraan toe te voegen als prae-adviseerende leden Prof. Dr A. G. Honig en Prof. Dr J. Waterink.

De te behandelen stukken worden hierna onder de verschillende commissies verdeeld en haar in handen gesteld ter fine van praeadvies.

De praeses stelde voor alleen in behandeling te nemen die voorstellen, die schriftelijk ter tafel worden gebracht.

Besloten werd, dat de zittingen der. Synode alleen toegankelijk zullen zijn voor leden der Gereformeerde Kerken.

De buitenlandsche afgevaardigden zullen Donderdag gelegenheid ontvangen de Synode toe te spreken.

De leden der Synode hebben ook toegang tot de vergaderingen der commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, echter zonder gelegenheid tot deelname aan de discussies.

De eerstvolgende openbare zitting zal gehouden worden D. V. Donderdag a.s. en aanvangen om 9 uur.

Te 2.15 werd hierop na dankgebed door den praeses de zitting gesloten.

• Tweede zitting.

De morgenvergadering van Donderdag.

De morgenvergadering van Donderdag wordt geopend met het zingen van Ps. 68:14, waarna de praeses voorgaat in gebed. Appèl nominaal wordt gehouden. Ds C. W. E. Ploos van Amstel heeft berioht gezonden, dat hij wegens familieomstandigheden dezen en den volgenden dag niet aanwezig kan zijn. Zijn secundus Dr C. N. Impeta, is uitgenoodigd, doch nog niet aanwezig. De acta der eerste zitting worden gelezen en vastgesteld. Prof. Dr A. G.. Honig voor het eerst op de Synode aanwezig, , wordt door den praeses verwelkomd en betuigt op de gewone wijze zijn instem.ming met de Belijdenisschriften. De praeses complimenteert Ds Tj. Petersen met zijn verjaardag. Door den assessor wordt mededeeling gedaan van de ingekomen stukken. Ingekomen is o.m. een schrijven van den Raad der Geref. Kerk van Leeuwarden, met bezwaar tegen het formulier van belijdenisvragen. 'Verschillende bezwaarschriften dringen er bij de Synode op aan, dat zij een poging doe om te komen tot hereeniging.

Br. J. V. d. Waals rapporteert namens commissie I over het rapport van de deputaten over echtscheiding. De com­ missie stelde voor te berusten in de mededeling, dat de deputaten met hun arbeid niet konden gereed komen en hun uitstel te geven tot de volgende Synode. .Aldus besloten.

Ds T. Gerber rapporteert namens commissie I over een schrijven van den Bond voor Staatspensionnoering, waarin deze vraagt om den steun en de medewerking der kerken. De oommissie steld-e voor, dJt verzoek, als vallende buiten de comjjelentie der Synode, voor kennisgeving aan te nemen.

Br J. Bakker rapporteert namens Commissie I over een schrijven van br. G. de Graat Azn, te Nykerk, waarin deze de Synode verzoekt zich uit te spreken over de leer van vele predikanten, die de scheppingsdagen (Gen. 1) eigenwillig veranderen in tijdperken. De commissie stelde voor, aan dezen broeder te berichten, dat de Generale Synode op zijn verzoek in dezen vorm niet kan ingaan, aangezien tet in het algemeen gesteld is en de Synode alleen deze zaak zou kunnen behandelen als deze in concreten vorm voor haar wordt gebracht.

Prof. Dr V". Hepp rapporteerde namens commissie II over het rapport der deputaten der Gen. Synode van Utrecht voor de Liturgievraagstukken. De oommissie stelde voor: De Generale Synode, overwegende, dat de deputaten op de Gen. Synode van Utrecht 1923 benoemd, om een nieuw leerboek voor de catechisatie en de school op te stellen, hun arbeid nog niet hebben beëindigd, besluit opnieuw drie deputaten te benoemen, aan wie wordt opgedragen den aangevangen arbeid te voltooien en het concept-leerboek uiterlijk een jaar voor de eerstvolgende Gen. Synode aan de Kerken toe te zenden.

Dr W. A. van Es rapporteert namens Commissie II over een bezwaarschrift van zr. Tr. Steegstra, te Groningen. De commissie stelde voor: De Synode besluite, aangezien haar zaak niet behoort tot die zaken, die niet in mindere vergaderingen hebben kunnen afgehandeld worden, zr. Steegstra met haar bezwaar te verwijzen naar de classis KoUum', eventueel de Partic. Synode van Friesland (Noorder gedeelte). Conform besloten.

Prof. Dir T. Hoekstra rapporteert eveneens namens Commissie 11 over het rapport „regeling nadere samenleving der Geref. Kerken in Benthehn en Oost-Friesland met de Geref. Kerken 'in Nederland". De commissie stelde'voor;

a. Goed te keuren de regeling voorde nadere samenleving van de Oud-Gerefórmeerde Kerken in Bientheim en Oost-Friesland met de Geref. Kerken , in Nederland.

b. Deputaten voor him belangrijken arbeid dank te zeggen.

c. D'en door deputaten verrichten arbeid in betrekking' tot de drie gehouden peremtoire examens goed te keuren.

d. Als gedeputee'rden voor de sub' Y der regeling genoemde examens der algemeene classis aan , te wijzen de deputaten ad. art. 49 van de Part. Synode van Overijssel met deze bepaling, dat bij elk examen minstens drie dezer deputaten tegenwoordig zidlen zijn.

Aldus besloten.

Prof. Dr T. Hoekstra rapporteert nog namens oommissie Il over het verzoek van de Part. Synode van de Geref. Kerken in Gelderland, op verzoek van de deputaten der classis Arnhem, voor den geestelijken arbeid onder de Nederlanders in Rijn-Pruisen en Westfalen om een hartelijke aanbeveling bij alle Kerken. en dezen arbeid ook financieel te steunen. De Commissie stelde voor: ])e Synode beveelt den geestiilijken arbeid van de classis Arnhem onder , de Nederlanders in Rijn-Pruisen en Westfalen bij de Kerken aan en verzoekt haar dezen arbeid ook financieel te steunen. Aldus vastgesteld. ; -; #'jhi;

Br. A.., ï. £.'V^ Beeck Calkoen rapporteert namens commissie II over het verzoek der classis Batavia, aan de persoommissie te willen opdragen, .de hoofdzaken van . de besprekingen en hesluiten, ten "spoedigste aan . An^ta te willen verstrekken voor het dporzenden naar Indië. De classis vertrouwt, dat Aneta, wetend dat het de berichten uit de. eerste , hand ontvangt, zich niet leehen zal tot het overseinen van onjuiste en tendentieuse berichten, zooals bij de laatste Synode het geval was.

De commissie stelde voor: de Synode adviseere aan de afgevaardigden van de classis Batavia, zich omtrent de mededeeling van besluiten van de Generale Synode, .naar gelang zij meer in het bijzonder van helang zyn voor de Indische Kerken, in verbinding te stellen met Aneta. Aldus besloten.

Br. V. Beeck Calkoen rapporteert eveneens over de verzoeken van de Part. Sj'nodes in Z.-HoUand en Utrecht betreffende toezenden van rapporten. De conclusie' zullen wij nader publiceeren.

Dr C. N. Impeta, inmiddels ter vergadering .gekomen, wordt welkom geheeten en betuigt . instemming met de Belijdenisschriften.

'Ds N. Duursema rapporteerde óver het rapport van de leden van de moderaraa van de Gen. Synodes van Utrecht Ï1923 en Assen 1926. De oommissie stelde de volgende conclusie:

De Synode dankbaar erkennende, dat de Regeering aan den wensch der Synode tegemoet gekomen is door ruimer gelegenheid te geven voor bezoek aan gevangenissen besluit ie. de overgebleven leden van het moderamen der Synode van Utrecht te danken voor de door hen verrichte werkzaamheden en te dechargeeren en 2e. eveneens do Icdén van het moderamen der Synode van Assen te danken voor hiui gedanen arbeid en te dechargeeren. Dit laatste wordt aangehouden, totdat ook over de financiën rapport zal zijn gedaan.

gedaan. Te half twaalf wordl de zitting omgezet in een in comitégeneraal. Te 1 uur zal de middagzitting aanvangen. In deze zitting zullen de buitenlandsche gasten het woord voeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen