GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHODW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHODW.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De stadsdominee en de preek.

Dr K. Dijk schrijft in „Geref. Kb. Den Haag" over „Stads dominees en hun gemeente". Uit het eerste artikel knip ik dit gedeeUe:

Laat ik mogen beginnen met de p r e d i k i n g.

Zeker, het is een vreugde aan zoovelen het Woord te mogen prediken.

Het stemt tot ootmoedige blijdschap, wanneer God door ons velen bereikt..

Maar.... een stadskerk beziet deze dingen niet altijd en ook niet voldoende van de ideeële zijde. Wanneer zij altijd leefde in het besef: in Gods. huis heeft Hij zelf een boodschap aan ons; Zijn dienstknecht spreekt Zijn Woord; ik heb naar Christus' Evangeilic te luisteren, (waaraan natuurlijk moet beantwoorden de roeping der dienaren om. dat Woord in al zijn rijkdom te ontvouwen), was er weinig gevaar van afbuiging van het ideeële spoor. Maar zoo geestelijk zijn wij menschen niet. Wij zijn van geëjke bewegingen als de Corinthiërs, die ook gingen keuren en kiezen. We hebben een „aardsch" hart, en ach: daar komt nog vleesch en wereld bij, — en de weg voor allerlei minder goede dingen is gebaand. Omdat men meer dan één dominé heeft, gaat men vergelijken. Men gebruikt den een als gewidit om den ander te wegen. Men stelt ze naast em tegenover elkaar, en, vergunt me dat beeld, de predikbeurtenlijst in de Kerkbode is voor menigeen als een spijskaart, waaruit men het liefst dat gerecht kiest, dat men zelf het lekkerst vindt. En dan vooral die gerechten, die nieuw zijn. Zij streven tot s.tree-Itng van 't gemoed den honig ver te boven, of, om een ander beeld en een woord van Ds Sikkel Sr. te gebraiken: stadskerken houden vee! van haar Benjamin, al vergeten zij waarlijk de ouderen niet.

Wat is hiervan het gevolg?

Vielerlei, wat ik liever niet noem.

Een stad'Sgemeente is een pracht-plaats om zich te liarden.

Maar dit is wel een van de vrucliten, dat in een groote stadsgemeente een do'miné veel meer voor een gehoor preekt dan voor zijn gemeente. Wij hebben^ Gode zij dank, bij ons dat euvel verzwakt, door de kerksplitsing. Wij hebben de vrijmoedigheid gejiomeir om de massaliteit te breken, en ik ben nog altijd dankbaar, d^t deze eerste stap op den weg is gezet. Maar het kwaad is niet geheel verholpen, dat in de prediking dominé en gemeente, d.w.z. dat deel, dat hij bewerkt, zoo veel gescheiden zijn, en herf; contact niet bereikt wordt, dat voor de zuivere bearbeiding der gemeente noodig is. En dit drukt het s t a d s w e r k. Daarbij wil ik allertoiinst vergeten, dat op dö Dienaren des Woords de roeping rust o^m alle krachten in te spannen, en alte heerlijkheid van het Woord te laten schitteren. Daarbij zie ik waarlijk niet over het hoofd, dat de domino's hun uiterste best hebben te doen, neen niet om door allerlei interessante dingen, maar door de schoonheid en 'majesteit van het 'Woord de menschen te trekken. Ik pleit niemand vrij, die niet vrij te pleiten is, doch de constellatie van den pre-'dikdienst in de groote steden is niet bevorderlijk aani de waardeering van allen. Ook de barmhai-tigheden der gerefoirmeerden kunnen wreed zijn. Toen ik hier pas was hoorde ik over een preek van ©en douiinó uit ©en andere plaats, die hier preekte, deze ontboezeming van een niet-jeugdigen broeder: „zoo iets prachtigs hebben wij hier nog nooit gehoord", op welke zielekreet van verbazing een enthousiast amen volgde van een anderen diep-getroffen hoorder. En ik dacht aan de prediking van Sikkel, Oranje, d e M o o r, en aan den arbeid van D o o r n en Van der.Linden, om maar niet meer te noemen, en ik vroeg mezelf af: is dat nu alles reeds vergeten ?

Nu zal men deze dingen niet zoo hard bedoelen.

Ik beschuldig ook niemand van opzettelijke ondankbaarheid.

Maar deze mentaliteit is er, en iedere stadsdomiiié heeft er mede te rekenen.

En menig predikant uit een groote stadsgemeente kent zijn oogenblikken, waarin liij met heimwee verlangt naar de eigen dorpsgemeente, waar hij Zondag aan Zondag dezelfde oogen voor zicii zag, en in dezelfde harten mocht blikken. Die oogenblikken, waarin het rumoer en de drukte hem te machtig worden; waarin do duizendkoppige critiek als een monster hean aangrijpt; waarin de woeling en onstandvastigheid van het stadsleven z'n ziel benauwt, en hij wei vluchten wil naar de stilte, waar de horizont wijd en heit perspectief ver is, en „boersche" harten, ja ook meit hun zonden on kleinzieligheden, toch in eenvoudigheid den Heere zoeken. Weet ge, wat de beste conclusie is? We moeten elkaar niet benijden. We zullen danken voor de plaats, die en het werk, dat God ons geeft. En ieder kent zijn eigen vreugden en moeiten. Stadsscliapen en dorpsschapen zijn allen schapen van den groeten Herder. Maar we hebben èn in het dorp èn in de stad ook met bokken te doen.

Inderdaad — dat vergelijken. Eerste dwaasheid.

Maar dan — zondeir maatstaf. Tweede dwaasheid, grootei dan de eerste.

Onlangs deden twee dominees in een stadskerk ongeveer iegelijk intree. Praohtkans voor vergedijkingswellustelingen. De eene had nauwelijks twee zinnen van het gebed gebeden, of op de galerij fluistert een zaad der kerk: geef main maar (den anderen van het tweelingpaar der Benjamins). U hoort: 'twas niet de iale Kanaans, maar de taal van den Heer Blanche: Geef MIJ maar Miss Blanche.

En men moet toegeven, dat er in de stad vele Kanaanieten zijn, die de tale Blanches spreken in de kerk. Alle merken onderscheiden ze — tenminste, zoolang ze weten waf ze rooken. Anders gaat het hun als deo cigarettenrookerSj die onlangs bleken den smaak kwijt te zijn, als ze geblinddoekt waren. Precies zoo zou het gaan met de geestelijke fijnproevers der Miss-Blanche-keuze: als hun preekjes eens gedrukt werden — o wee.

Inmiddels — zoo is het volk in aller moet de kerkmenschen e e r 1 ij k beoordeelen. Welt. Men

Overigems zijn er veel steden tegenwoordig.

Temminste weinig dorpen.

V, ainwege onze civilisatie, moet U weten.

Mitsgaders: ojis V^erkeer.

Stemrecht der vrouw.

Ds Meyster schrijft in Rott. Kb.:

In Indië is men blijkbaar zeer verlangend naar het [actief Vrouwenkiesrecht in de Kerk.

Men is er van oordeel dat men eigenlijk op niets behoefde te wachten, om tot invoering over te gaan.

Want in Indië zijn de toestanden zoo geheel anders dan in het Vaderland.

Men slaat er de vleugels ook wat gemakkelijker uit dan in Holland, waar het kooitje kleiner is, en de tralies van allerlei conventie en traditie dichter op elkaar staan.

Wat in het koele en mistige Noorden nog gefronste wenkbrauwen vindt, kan in het zonnige Zuiden soms rekenen op vriendelijke gezichten en bemoedigende knikken.

Natuurlijk wil men er niet overijld handelen.

En nog minder bouwen op losse gronden.

Daarom heeft men er verklaard, dat het Minderheidsrapport, door Ds Lindeboom (alleen) aan de Synode van Groningen gezonden, en dat diametraal stond tegenover het rapport van heel de Commissie min één, zoo juist het inzicht der Indische broeders weergeeft.

Daarmee kwam heel de zaak neer op oen adhaesiebetuiging aan Ds Lindeboom, welke we onzen Collega in zijn isolement van hai'te gunnen, en waarvan; , naar later bleek, de bedoeling is een niet onduidelijk Indisch geluid op de komende Synode van Arnhem te doen doordringen.

Toch lijkt ons een dergelijke adhaesie-betuiging, zooals de stand van zaken thans is, niet geheel ad rem.

De Synode benoemde een nieuwe Commissie om de geheele aangelegenheid van het Vrouwenkiesrecht opnieuw in studie te nemen. Deze Deputaten, waartoe ook Ds Lindeboom behoort, hebben een veel breeder mandaat dan de vorige. Zonder uit de school te Idappen, mag ik toch wel zeggen, dat zij haar lijvig rapport bijna gereed heeft, en binnen eenige maanden aan de Kerken zal rondzenden om er kennis van te nemen. '

Zouden de broeders in Indië nu niet even kunnen' wachten, tot dit rapport is verschonen?

Initusisclien is het besluit der classis Batavia bekend geworden.

Het off. verslag meldt dit:

Het voorstel van de verste strekking houdt echter in, dat de Classis zich over de zaak in het geheel niet uitspreke, daar de kwestie, waarover het gaat, niet rijp is voor behandeling ter Class, vergadering. Dit voorstel werd met groote meerderheid aangenomen. De Classis doet dus over het vrouwen-kiesrecht in de Kerk geen uitspraak. Wel wordt er op aangedrongen, dat deze zaak in de Kerken zal worden nesproken, en dat zooveel mogelijk voorlichting worde gegeven.

Misschien dat ds Meyster nu wel den op-en-om-onserf-rubricist van De Bazuin toestemt, dat ze in Indië toch wel voorzichtig waren en geduld hebben in de leiding.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1929

De Reformatie | 4 Pagina's

PERSSCHODW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1929

De Reformatie | 4 Pagina's