GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

The Forsyte-Cyclus van John Galsworthy

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

The Forsyte-Cyclus van John Galsworthy

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

door W. van Gelder.

I.

De Forsyte-oyelus is het grootste, meest representatieve werk vandenthans ongeveer 62-jarigen Engelschen schrijver, dramaturg en dichter John Galsworthy. Deze romancyclus bestaat uit zes deelen en vier tussohenspelen (Interludes) in novellenvorm. Het zijn de 'volgende

boeken:

1. The Forsyte saga I, The man of property (De eigen-.domsmensch) Maart 1906.

2. — Indian summer of a Forsyte (Nazomer van een Forsyte), Juli 1918.

3. The Forsyte Saga II, In Chancery (In Processen gewikkeld), October 1920.

4. — Awakening (Ontwaken), November 1920.

5. The Forsyte Saga III, To Let (Te huur), September 1921.

6. The White Monkey (De witte aap), October 1924.

7. — A silent Wooing (Een stille werving), November 1927.

8. The Süver Spoon (De zilveren lepel). Augustus 1926.

9. — Paissers By (Voorbijgangers), November 1927.

10. Swan Song (Zwanezang), Juli 1928.

'De met — aangeduide deeltjes zijn de korte tusschenspelen. 1—5 vormen samen de Forsyte Saga, terwijl 6—10 worden samengevat onder het hoofd: A Modern 'Comedy (Een Moderne Comedie). Beide onderdeelen bestaan dus uit elk 3 romandeelen en 2 tussohenspelen. Deze boeken samen vormen echter één geheel. Ze volgen op elkander en hebben alle dezelfde hoofdpersoon, wiens geschiedenis wij volgen van zijn 31e jaar (1886) tot aan zijn dood in 1926. De cyclus omspant dus een tijdperk van veertig jaren.

Dit boek is in 'hooge mate belangrijk ook voor ons. Omdat wij hier te doen hebben met een groote, veeldeeiige roman, zoo veel beteekenend als na Jean Christophe van Romein Rolland niet is verschenen, en in waarde vooral niet minder dan dat werk. Tevens, omdat we 'hier doelen op die omvangrijke arbeid van een hedendaagsoh schrijver, welke het meest kenmerkend is voor zijn persoon en talent en wereldbeschouwing. Hij heeft hiermede dan ook terecht een wereldvermaardheid verworven, zoodat hij ons niet O'ubekend blijven mag. En vooral moeten wij dan hiervan kennis nemen, omdat zijn boek behandelt het probleem, telkens in G.'s werken terugkeerend: de verschuiving in de menschelijke geaardheid en zielegesteldheid, zooals wü die in den tegenwoordi'gen tijd beleven, terwijl hij tegelijk aangeeft wat de medicijn is tegen die kwaal van onzen tij'd. Galsworthy doet dit alles op zijn standpunt zoo grondig en I weloverwogen, met zoo diep inzicht behandelt hij de vraag-| stukken, die ook voor ons van belang zijn, dat wij zijn | 'hulp niet genoeg kunnen waardeeren, waar wij toch | ook, of wij willen of niet, onze houding te bepalen heb-S ben ten opzichte van de dingen, waar wij midden in f staan. Hij is eenerzijds een uitnemende tolk van vele hedendaagsche inzichten. Wie ze niet weet, 'kan ze bij hem leeren kennen. Aan den anderen kant is hij iemand, die critisch positie gekozen 'heeft tegenover veel elementen van de huidige ontbinding van normen, en 'daarin grootendeels aan onze zijde staat.

Wij geven nu eerst een critisohe bespreking van het boek (A), daarna volge een critische beschouwing over de voornaa-ms'te vraagstukken, welke hierbij te pas komen. (B).

A

De geheele cyclus is een famildegesohiédenis, een familie-roman, die zichK afspeelt in de 'kringen van de uppermiddel class, de rijke middenstand. 'Galsworthy veronderstelt de mogelijkheid, dat 'deze stand op den duur zou verdwijnen. Indien dit zoo is, zegt hij, zal men j haar later in haar eigenaardigheden in dit boek kunnen 1 bewonderen, zooals men merkwaardige dingen bewon-\ derl achter het glas van een vitrine in onze musea. |

Deel I leidt ons in het milieu binnen. De spheer van de bezittende klasse: handelaren, advocaten, procureurs, effectenbezitters. Menschen met luxe om zich heen en welverzorgde huiizen. De Forsyte-familie is wijdvertakt, een geslacht van zeer vitale menschen. Hun bestaan is rijk, welverzekerd, egoïstisch, imperialistisch. Zij vormen bij den aanvang van 'het verhaal, 1886, een heele rij van 'broeders en zusters van hoogeren leeftijd, met him meerdere en mindere nazaten. Galsworthy gaat het verloop van de familiegeschiedenis na, en doet dat zoo nauwkeurig, dat hij aan het begin van het eerste deel geeft een volledige genealogische tabel ^) om ons te oriënteeren. Jaartallen incluis. Op dit raam borduurt hij het historisch verloop, en wij kunnen aan alles zijn uiterst betrouwbare werkwijze waarnemen.

De hoofdpersoon van 'het geheele werk is Soames, zoon van een der oudste broeders Forsyte. In 1886 is hij 31 jaar. Hij is die Man of property. Deze bijnaam is 'hem gegeven door zijn Oom, Old Jolyon, de oudste, geweldigste en tegelijk sympathiekste van 'de Forsyte's. Men wil, dat Galsworthy in deze Old Jolyon iets van het portret van zijn eigen vader heeft gegeven, wat mij' waarschijnlijk voorkomt. Het huwelijk van Soames is het 'hoofdprobleem van het eerste (en tweede) deel. Zijn vrouw is Irene (door Galsworthy vooral bedoeld als zinnebeeldige figuur, zij is symbool van de schoonheid en haar werking, te midden van de nuchtere Forsyte-wereld). Ze is buitengewoon mooi. Iemand van de familie vergelijkt haar met het beeld van een heidensche godin. Haar ernstig gelaat is ietwat naar één kant opgeheven. Haar gestalte zweeft en balanceert ook als ze stil zit, zoodat ze suggereert (en hier hebt ge een van Galsworthy's vele fijne opmerkingen), dat ze 'de lucht om zich 'heen in beweging brengt. Haar persoon wordt beschreven als warm aandoende. Soames daarentegen is lang, dun, stijf, ironisch, sarcastisch, begeerig. In hem is belichaamd het probleem van het onbeminnelijk-zijn. Toch wil hij met zijn possessive instinct (zijn bezits-instinct) Irene behouden en dwingen, ook al heeft hij beloofd haar vrij te laten, indien ze dat ooit zou vragen. Zij gevoelt 'diep, dat haar huwelijk met hem een vergissing is geweest, en keert zich van hem af. Er ontspint zich een liefdesverhouding tussohen 'haar en den architect Bosinney (bedoeld als de incarnatie ^) van de vrijheidsidee en de onberekenbaarheid, hij is Bohémien), die Soames' huis buiten bouwt, Robin Hill. Soames is op de gedachte daartoe gekomen om zijn vrouw, die hij niet kan boeien, buiten in veiligheid te bewaren. Bosinney moet het huis bouwen. Maar dat dit juist de schipbreuk van Soames' huwelijk wordt, is een van de opzettelijk aangebrachte tragische en irrationeele') wendingen, waaraan G.'s werken zoo rijk zijn. Zoo is het leven vaak, wil hij doen voelen. En men kan 'hem niet altijd tegenspreken.

Bosiimey wordt echter in een mist, blind als hij dan is 'door een groote ontroering, overreden. Irene wil S. niet meer zien en ontvlucht hem. Levend op zichzelf blijft zij den overledene jarenlang betreuren.

— Het eerste tusschenspel, Nazomer van een Forsyte, schildert in een gevoelige idylle, hoe de laatste dagen

van Old Jolyon door de sympathie van Irene worden verlicht. Jammer, dat wij dit meesterstukje, de beschrijving van „the whim of aai oM man" ') niet zonder critiek kunnen aanvaarden.

Forsyte saga II, In processen gewikkeld, brengt naast anderen, Soames en Irene als hoofdpersonen terug. Het •speelt verscheiden jaren later. Formeele scheiding tussohen S. en I. heeft nog steeds niet plaats gehad. S. doet herhaaldelijk pogingen om Irene terug te winnen. Hij 'houdt veel van 'haar, maar ook zijn 'bezitsinstinct is machtig in hem: ze is dan toch zijn vrouw. Anderzijds komt in Soames de gedachte op om een niet-gefortuneerde Frangaise, Annette, te huwen, en 'haar de voordeelige verbintenis met hem, den rijken man, aan te bieden. Want: he wants children, he wants a son. °) Tusschen deze beide zien wij S. geslingerd worden. Hierachter 'ligt, 'dat Galsworthy, met vele mondaine menschen, een buwelijk, dat uit gebrek aan ware liefde schipbreuk lijdt, ontbindbaar acht.

Er komt nu een andere persoon als hoofdpersoon naar voren. Young Jolyon, de zoon van OM Jolyon. Hij is geen Forsyte, geen bezitter in den echten zin van het woord. Hij is schilder, ruim, humaan, weinig gepronunceerd, gedempt. Hij heeft zich niet bewogen langs die lijnen van zekenheid en veiligheid, 'die de Forsyte's zoo beminnen. Thans is hij weduwnaar. Hü treedt op, ongezocht als de beschermer van Irene. Twaalf jaar na Bosinney's dood leeren Irene en Young Jolyon elkaar verstaan. Hun verhouding wordt 'de justitieele grond, waarop Soames scheiding verkrijgt. Galsworthy spreekt in zijn boek veel over rechtzaken, omdat hij de misstanden in de Engelsche rechtspraktijk wil hekelen. 'G.'s vader was beroemd advocaat, hij'zelf, met zijn advocatenstudie gereed, heeft geweigerd die praktijk op te vatten, omdat 'hij daaraan zijn karakter niet wilde opofferen.

Aan het proces Soames-Irene ontleent dit deel vooral zijn titel.

Soames huwt nu Annette en ontvangt van haar een dochtertje: Fleur, de voornaamste figuur van de vol-'gende 4 deelen. De ziel van Soame^ juicht bij de wieg van dit kind. Hij zet later al zijn liefde op haar!

Maar ook de bezitter in hem jubelt. En gees'tig is het slot van dit deel. This-this thing (!) was his.")

— Ontwaken is een stukje kinderpsyohologie. Jon, het zoontje van Young Jolyon en Irene komt tot erkenning van wat schoonheid is.

To Let, Te 'huur, is Forsyte saga III, maar toch begint dit reeds ons binnen te voeren in de na-oorlogsche wereld van 1920. Is in het vorige deel al een karakteristiek 'gegeven van het tweede geslacht der Forsyte-familie, 'hier ontmoeten wij de 'derde generaltie. Soames is ouder geworden. Fleur is volwassen. Een lief kind, peinst Soames, maar ongedurig, veel te ongedurig.

Wij maken kennis met de nieuwe geest der eeuw. Galsworthy zag 'die, en met hem vele anderen, vooral na den oorlog ontwaken. Al is het voor hem toöb nog een probleem in hoeverre nu de oorlog daaraan schuld is. Dat dit een probleem voor 'hem is, beteekent een overwinning van 'G.'s beschouwende natuur over hemzelf. Hij heeft onder de wreedheid van den oorlog bitter meegeleden, hij', de mensohenvriend, is met zijn vrouw in Frankrijk hosp'itaalwerk gaan verrichten. De oorlogsellende beeft 'hem persoonlijk zeer aangegrepen. Hoe sterk moet de neiging zijn geweest om nu ook daaruit te verklaren 'de ontwrichting, die in het algemeen daarna in de wereld zich duidelijker ging openbaren. In elk geval, de aandacht viel erop. Niets ligt meer voor de hand, dan onmiddellijk verband te leggen tusschen beide. Maar G. doet het met reserve. Het is een van de biyken van zijn bezonken oordeel, en een van de bewijzen, 'dat wij hem veel vertrouwen kunnen schenken.

Hif weet inmiddels de moderne geest voor ons geestesoog op te roepen in een menigte van karakteristieke personen, en handelingen en gezegden. Hier is het voorspel van de Moderne Comedie.

Maar er loopt een nobele 'draad door dit boek. Het groepeert zich ook om een idylle, G.'s terrein. Hü is daar de meester.

Deze idylle is de volgende.

Fleur is niet alleen groot geworden, maar ook Jon, de zoon van Irene en Young-Jolyon. Ze ontmoeten elkaar en 'de Uefde ontluikt tusschen hen beiden. De - wiize, schrandere, vlugge en egois'te Fleur, heeft daarin de lei-'ding, tegenover Jon, poëtisch, een tikje 'droomerig, edel en warmhartig, maar wat passief, zoolang hij niet voelt 'ziJn bestemming bereikt te hebben.

Maar de tragiek keert ook hier terug. Fleur 'is de dochter van S. en Jon de zoon van Irene. En dit drijft een •wig tusschen de in vele opzichten 'Zoo mooie verhouding der jonge menschen. De familieveete staat in het volgende geslacht weer op. Jon 'durft Fleur niet te nemen, , en dat is voor haar iets ontzettends. Soames gaat, omdat 'hif voor haar alles wil doen, naar het 'huis van Irene, om te vragen, of zü zich tegen de verbintenis zou verzetten. Ze is er tegen met heel 'haar hart, maar niet met haar lippen, zegt ze. Doch, Jon zelf weigert terwille van zijn moeder. Hier naderen we een van de sterkste deelen van G.'s boek. Fleur is als gebroken door dien slag. En schoon is de diepte van gevoel, welke uit deze episode spreekt. G. weet onvergetelük te maken voor ons, hoe Soames zijn kind des avonds in het halfdonker van de kamer ontdekt, Sn elkander gedoken, en vleugellam geslagen, in een hoek va, n de rustbank.

Dat felle, levenshongerige kind, als een gazelle zoo vlug en zoo rank, heeft Jon echt lief. Ook voor altijd. Het gaat niet meer uit haar. Nog later, als ze denkt hoe Jon van 'haar „weggenomen" is beeft haar mond en bift ze op haar lip, en even raden we dan de diepte der ontgoocheling, die ze niet meer heeft kunnen overwinnen. Fleur huwt nu met de adellüke Michael Mont. Ze heeft hem gezegd te wachten tot ze haar wensch niet kon krü-'gen. Maar hü weet niet, wat dit is; kan niet buiten haar en neemt haar. Hü is een van de mooiste figuren van de Modem Comedie.

Maar op haar trouwdag is Fleur bitter bedroefd. Haar hart is bü Jon.

Het boek eindigt. Wü hebben een inblik gedaan in het moderne leven gedaan. G. laat ons voelen, dat wü daarbü onbevredigd blüven, evenals ziJn personen. De wereld is anders 'geworden. Losgeschroefd. Het is zooals Michael tegen Soames heeft gezegd: bet huis van den eigendom kan wel te huur gezet worden. De zekerheid is weg. De 'grond beweegt zelfs. En hü weet niet, dat hü hiermee formuleert een stuk tragiek uit zün eigen toekomstig leven. The waters of change were foaming in, carrying ('bier is de belofte voor later tüden) the promise of new forms only when their destructive flood s'hould have past by. O-Dit is Galsworthy's geloof, waarmede hü zicb opmaakt de Modem Comedy te beschrüven.

(Wordt vervolgd).


2) Verpersoonlijkïng.

3) Eig. strijdig met onze rede, dus: onlogisch, oobereKenb'aar, strijdig m'et waf het naar onze begrippea moest zijn.

4) De gril van een ouden man.

5) Hij' verlaagt naar kinderen, naar een zoon.

6) Dit - dit voorwerp (I) was van hem', zij'n' eigen.

7) De wateren der verandering stroomden schuimend naar binnen, dragende met zich de b'elofta vaii' nieuwe vormen, die echter komen zouden eerst dan, wanmear hun verwoestende vloed zou zijn voorbij, gegaaa.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

The Forsyte-Cyclus van John Galsworthy

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's