GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

getuigden van ernstige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

getuigden van ernstige

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

getuigden van ernstige studie van het vraagstuk, voor welks oplossing , , Onze Eeredienst" de groote l^nen had uitgestippeld op een wijze, die ook voor de thans werkende architecten met kerkbouw-opdrachten van zoo buitengewone beteekenis is.

Al kan niet ontkend worden, dat sommige aangegeven richtlijnen, vooral voor de groote-stadskerken, moeilijk in de praktijk gevolgd kunnen worden, mede om economische redenen, toch mag gezegd worden dat in de door Dr Kuyper aangegeven richting de oplossing van het vraagstak te benaderen zal zijn.

Wat de laatste jaren ons hiervan hebben doen zien is ongetwijfeld moedgevend.

Verschillende studies, die het onderwerp dat ons bezighoudt betreffen of er verband mee houden zijn in later jaren verschenen, wat als een bewijs moge worden opgevat, dat het vraagstuk van den kerkbouw meer belangtselling in onze kringen had weten te trekken.

In dit verband moge herinnerd worden aan de wijsgeerige studie van Dr Waterink in 1924 in dit blad verschenen onder den titel „Wijsbegeerte in steen". Een artikelenreeks, die uiteraard geen beschouwingen over de inrichting van het kerkgebouw kon bevatten, doch voor de bouwmeesters wel zeer interessante vraagstukken t.O'.v. de architectuur aansneed.

Van meer direct belang was de uitgebreide studie van architect Wormser in jaargang II en III van „Op den Uitkijk".

In een reeks artikelen behandelde Wormser het vraagstuk onder den titel „Onze Kerkgebouwen" •en gaf, na een historisch overzicht, beschouwingen over dit onderwerp, die in hoofdzaak aansluiten op de door Dr Kuyper ontwikkelde gedachten.

Deze artikelenreeks, geschreven op instigatie van de toen pas opgerichte „Christelijke Vereeniging van Architecten" heeft het groote voordeel gehad, dat de aandacht van velen opnieuw op dit belangrijke onderwerp is gevestigd en Kuyper's richtlijnen door deskundige hand op praktische en populaire wijze zijn verwerkt en binnen het bereik van meerdere kerkelijke autoriteiten zijn gebracht.

Het komt ons voor dat Wormser hierin een belangrijke bijdrage heeft geleverd tot populariseering van de kerkidee volgens Kuyper's liturgische opvattingen en bij de verdere behandeling van dit onderwerp zal gelegenheid zijn om naar deze studie te verwijzen.

In 1928 en 1929 werden vanwege de „Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme" congressen gehouden, waarin het vraagstuk van kerkbouw speciaal vanuit den vrijzinnigen gezichtshoek werd bezien.

Hoewel we niet van meening zijn, dat de talrijke geleerde referaten op deze congressen door mannen van naam gehouden, ons ook maar een enkelen stap nader hebben gebracht tot de oplossing, meenden wc in dit verband er aan te moeten herinneren, dat ook in dien .kring het vraagstuk wel zeer bijzondere belangstelling .geniet.

0} die congressen kwam tot uiting de behoefte aan meer „wijding", meer „karakter" in de kerkgebouwen, dan de „karakterlooze 19d6 eeuw" ons had geschonken, zooals Ds Miedema, de voorzitter der congressen, het in zijn inleiding uitdrukte.

Het zou te ver voeren en we zouden terecht van „afdwaling" worden beschuldigd, indien we te veel aandacht aan de gehouden referaten zouden wijden, hoe aantrekkelijk het ook moge zijn.

De verschillende artikelen, zooals ze onder den titel „Religie en Bouwkunst" bij de Uitgevers-Mij „De Tijdstroom" in druk zijn verschenen, doen af en toe aan orakeltaal denken, terwijl sonMnige uitspraken der wetenschappehjfce referenten tot tegenspraak uitlokken.

Ter illustratie moge gewezen worden op het oordeel over Calvijn's opvattingen t.o.v. de kunst, zooals Dr Proost dat geeft op bl. 27 van het boven-' genoemde boekje in dezen zin: „Zoo was hel! protestantisme, dat op voorbeeld van Calvijn, Gods macht en geweldigheid zag bovenal, v ij a n d i g aan de kunst, die bedriegelijk de zinnen bekoorde".

Merkwaardig is ook een uitspraak van Ir Gratama: „De Christen gelooft in het hemelsche leven, dat het tegenovergestelde is van het aardsche; niethetlichaamleeftdaar, maar de geest".

Wel bevatten deze referaten ook beschouwingen, waarvan de lezing een bijzonder genoegen is, zoo o.a. die van Just Havelaar over „Symboliek en Kerkbouw", doch het blijft alles abstract en heeft voor de practijk uiterst weinig waarde.

Ook Dr Berlage, die op het congres in '29 het onderwerp behandelde bracht ons weinig verder. De Idacht over te weinig „karakter", te weinig „wijding" in onze protestantsche kerkgebouwen werd nog weer eens herhaald en uitsjraken als: „de bouwkunst is de aesthetische synthese van het maatschappelijk leven en de tempel is de openbaring van den religieuzen geest" mogen heel mooi klinken, ze brengen onze bouwmeesters niet veel verder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

getuigden van ernstige

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's