GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Höveker en Wormser.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Höveker en Wormser.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een boek is een heerhjk ding. Het is een uiting van geestelijk leven, vastgelegd in geschrifte.

En een boekverkooper is een man van beteekenis. Door lectuur voorziet hij in de geestelijke nooddruft van het publiek.

De waardeering van dit beroep liet echter menigmaal te wenschen over. Het kwam in miscrediet door verdenking van inhaligheid. En dan moeten de goeden het met de kwaden ontgelden. Was het da Costa niet, die durfde beweren, dat geen boekhandelaar in den hemel kon komen?

Gelukkig daarom, als zich de gelegenheid voordoet, om ook eens den lof van den boekhandelaar uit te bazuinen. En daartoe was onlangs aanleiding, toen Hövekers Boekhandel zijn honderdjarig jubileum vierde.

"We hebben er allen in de krant van gelezen.

„Casjueel" echter — zou een Amsterdammer zeggen — dat gelijktijdig in „Stemmen des Tijds" een artikel van L. Aalders over Henricus Höveker verscheen, onder den titel: „Een Amsterdamsche. Boekverkooper uit de vorige eeuw". De stof voor dit opstel werd ontleend aan oude familiepapieren, met name aan een levensbeschrijving, die Höveker van zijn echtgenoote gaf, waarin hij echter tevens zooveel van zichzelf vertelt, dat uit deze bladzijden het beeld verrijst van den Amsterdamschen boekverkooper zelf.

Jammer slechts, dat de heer Aalders blijkbaar onbekend bleef met een klein geschriftje van Höveker: „Een vijftigjarig jubilé". Het is geschreven in Mei 1881, bij gelegenheid van het haJve-eeuwfeest van Hövekers boekhandel. Hij vertelt daarin, hoe hij als loopjongen van een boekhandelaar een wandelend leeskabinet vond, waaruit hij door de dichtst bevolkte straten van Amsterdam zonder stoornis vele boeken las. Dit duurde totdat hem op den Uden Mei 1831 de weg geopend werd tot een kleinen boekhandel, die geen ander doel kon hebben dan Godverheerlijkende geschriften te verspreiden.

Aalders verhaalt ons omstandig de merkwaardige ontwikkeling van deze kleine winkelnering. De heer Jozua van Eik had een baal godsdienstige boeken uit Geneve ontvangen; de Fransche boekverkoopers te Amsterdam hadden weinig lust om deze „pieuse" boeken te verkoopen. De heer van Eik stelde ze Höveker ter hand met een lijst van vrienden, , die ze wel zouden koopen; weldra was hij ze kwijt. En doordat de heer M. Westendorp op Hövekers 'naam eenige godsdienstige Fransche werken uit Parijs liet komen, was Höveker nu ineens in den Frainschen boekhandel, zonder kennis van het Fransch.

Willem de Olercq bracht hem in kennis met een Engelsch huis, en uit Elberfeld kwamen'de voornaamste Duitsche boeken tot hem. Zoo zag men het nooit jeziene schouwspel, dat in de Anjelierstraat een boekverkooper woonde, die rechtstreeks met Engeland en Frankrijk en Duitschland ki betrekking stond. Hoe vreemd keken de bewoners dezer straat op, als prachtige koetsen VOOT de nederige woning stilhielden, waarvan de eigenaars de vrouw des huizes niet weinig in het nauw brachten, wanneer er iets werd begeerd.

Wat Höveker verder voor den boekhandel geweest is, heeft A. C. Kruseman in ^jn „Bouwstoffen (1886) op treffelijke wijze geschetst. „De boekhandel van H. Höveker, in 1870 H. Höveker & Zoon geworden, is, van zijn begin in Mei 1831 af, wat men noemt een specialiteit geweest. In ons land een merkwaardigheid. Höveker heeft als debitant en als uitgever op één enkel vak zich toegelegd, zonder daar ooit van aï te wijken. In dat ééne leefde hij, hij ging er geheel in op, het was hem alles. Men moge zijn richting deelen of niet, voor zulk een streven en volharden dient ieder, wie ook, eerbied te hebben. Hövekers boekhandel heeft een onberekenbaren invloed geoefend op zijn tijd en zijn volk, en is een der merkwaardigste voorbeelden van de macht, die een uitgever kan hebben te midden van de maatschappij waarin hij zich beweegt. Het zou alleszins dwaas zijn te beweren, dat van hem is uitgegaan die groote overhelling tot rechtzinnigchristelijke gevoelens, waarvan onze tijd getuige is.

Maar dat hij daartoe veel heeft bijgedragen, dat is onbetwistbaar. Evenzeer is het boven bedenking, dat Höveker zijn handel zou hebben aangelegd alleen op stoffelijk winstbejag. Hij heeft uit zijn arbeid groote voordeden getrokken, dat is zeker.

Maar nooit, nooit is dat zijn eenig doel geweest. De bevordering van hetgeen hij, zijn eigen persoonlijkheid, waarachtig goed en het één-noodige achtte. heeft bij hem als hoofdzaak bovenaan gestaan. Toen Höveker zijn 50-jarig jubilé als boekhandelaar mocht vieren, verspreidde hij onder zijn handelsgenooten en vrienden een geschrift bij wijs van danfcoffer, en als volkomen oprecht gemeend nemen wij daaruit deze gevoelvolle woorden van den 73jarigen grijsaard over: „God heeft dezen boekhandel gesticht. Ik wensch dit luide te verkondigen en aan een ieder duidelijk te verstaan te geven. De geschiedenis getuigt het. Een jongeling zonder eenige opleiding, zonder eenige wetenschappelijke kennis, zonder maatschappelijk onderwijs zelfs, , heeft in alle eenvoudigheid deri strijd tegen den tijdgeest begonnen en overwinnend gevoerd, en dit is geschied omdat hij geen andere wijsheid en geen ander verstand had dan dat hij Gods Woord had doorzocht en daardoor op den levenden 'God zijn vertrouwen heeft mogen stellen". Hövekers werkzaamheid was voorbeeldig. Zijn fonds beslaat honderden titels, groot en Idein. Van oude theologie heeft hij herdrukken gegeven van Avinck, a Brakel, Bunyan, Erskine, van der Groe, Koelman, van Lis, Lodenstein, Myseras, Newton, Owen, Romaine, Smijtegelt; van nieuwere auteurs gaf hij werken en geschriften uit van Beets, Bonnet, Bonar, Capadose, da Costa, Detmar, Godet, Groen • van Pïinsterer, Gunning, Hasebroek, Hoedemaker, P. Huet, ten Kate, Knapp, Krummacher, de Liefde, Looman, Moody, de Pressensé, van Rhijn, Adama van Scheltema, Schimsheimer, Sonstral, Spurgeon, Chantepie 'de la Saussaye, Schwartz, Volmar, Gerth vanWijck, Wormser. Onder zijn tijdschriften noemen wij: „Het Mannakruikje", „De Gids der jeugd", „Dte Vereeniging: Christelijke Stemmen", „Zondagsblad", „De Kindervriend", „De Handwijzer", „Timoitheus", „De Christelijke Verzamelaar", „De Christenbode", „Geïllustreerd Zendingsblad", „De Heraut"."

Zoo behoort dan ook Höveker tot de mannen aan wie Nederland voor zijn wederoplsving veel verplicht is.

En naast Höveker komt dan in 1870 zijn schoonzoon Wormser als compagnon in de zaak. Maar — en hier volg ik het levensbericht door dr A. A. van Schelven geschreven — als in 1886 de heer Höveker zich o-m zijn leeftijd uit de firma terugtrekt, wordt Wormser gedwongen ook onder zijn eigen naam als uitgever op te treden. AVant het was geen handigheid van den zakenman, die hem er toe heeft gebracht om al spoedig twee verschillende naamborden aan zijn deur op te hangen. Niet — als men wel heeft willen doen gelooven — een poging om tegelijkertijd in twee verschillende wateren te kunnen visschen. Maar de zeker niet door hem gewenschte doch noodzakelijke consequentie van een stap, waartoe hem zijn geweten had gedwongen. Juist in dien tijd beleeft men immers in Amsterdam de woelige dagen van die kerkelijke beweging, die onder den naam van Doleantie in de geschiedenis voortleeft. De dagen van den strijd tusschen de aanhangers en de tegenstanders van de in 1816 door koning Willem I aan de Gereformeerde Kerken in ons vaderland opgelegde synodale OTganisatie. Welnu, Wormser stond daarin beslist aan de zijde van hen, die de organisatie voor onwettig hielden en gewetensbezwaren hadden zich langer aan haar te onderwerpen. De heer Höveker daarentegen was een beslist aanhanger van de Haagsche Synode. De gedachte dat, wanneer hij zich uit de firma zou hebben teruggetrokken, tengevolge der relaties die zijn schoonzoon in den kring der vrienden van de Doleantie had, zijn naam zou voorkomen op menig werk dat van die zijde ter perse werd gelegd, was hem daarom ondragelijk.

Vandaar dat hij, toen de verandering in de zaak reeds bijna geheel haar beslag had gekregen, nog ter elfder ure bepaalde, dat ook na zijn „emeritaat" zonder zijn goedkeuring geen enkel geschrift door de firma Höveker & Zoon ter uitgave zou mogen worden aangenomen. En zoo moest Wormser, die niettemin wilde voortgaan zijn medestrijders van dienst te zijn, er wel toe komen om naast de, oude firma de nieuwe in 't leven te roepen.

Mede aan datzelfde verschil van gevoelen is het te danken geweest, dat Wormser de uitgave van het dagblad „De Standaard" en van het weekblad „De Heraut" op zich nam. En wat is er. in dien Doleantie-tijd al verder bij Wormser verschenen: de preekenseries „Uit de Diepte", de „Rechtsgeleerde Adviezen", de „Memories van Rechten", „van Grieven" en „van Consideratiën", de „Adviezen en Concept-Formuheren van het kerkelijk Congres", de „Drie Formulieren van Eenigheid", de „Doardtsche Kerkenordening", de „Synodale Acta", de „publicaties van de geschorste kerkeraadsleden", en voorts alles wat Dr Kuyper ter perse legde. En wij verstaan, hoe deze in „De Heraut" (nos. 540 en 542) zich gedrongen voelde den ijver, ondernemingsgeest en energie van zijn uitgever te prijzen, die de Gereformeerde boekenmarkt zoo terdege bleef voeden, en als uitgever de vrucht zijner Gereformeerde belijdenis ook toonde in de keurige wijze van uitvoering zijner, uitgaven.

Inderdaad is ook Wormser door de uitgave van menig geschrift dat invloed geoefend heeft, voor het geestesleven van zijn tijd niet zonder beteekenis geweest.

En zooals Höveker het Reveil, zoo heeft Wonnser de Doleantie op de boekenmarkt gebracht.

RULLMANN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Höveker en Wormser.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1931

De Reformatie | 8 Pagina's