GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Kruis van den Heiland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Kruis van den Heiland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

In een schets van de kruispoëzie der Middeleeuwen mag het Stabat Mater niet ontbreken.

Het is nu eens aan dezen, dan aan genen auteur toegeschreven, maar het meest heeft de gedachte vóór zich, dat de Franciscaner J a c o p o n e er de dichter van is. De naam Jacopone is eigenlijk ©en spotnaam. Om zijn ten toppunt gevoerde wereldverachting en zelfvernedering werd hij als een waanzinnige beschouwd en Jacopone d.i. „de groote Jacob" genoemd. Deze naam, dien men hem spottend gaf, werd echter door hem als een eerenaam aanvaard en nog altoos staat hij onder dezen naam bekend. Eigenlijk heette hij Jacopo de Benedetti of Jacobus de Benedictis; hij behoorde tot het adellijke Italiaansche geslacht der Benedetti. In den Kerstnacht van 1306 is hij gestorven.

Vondel gaf het Stabat Mater weer in zijn „Kruisklaght der zalig© Kristmoeder en Maaght Maria", waaruit ik enkel© coupletten hier afschrijf:

Jesus nat bekrete Moeder Stond bij 't Kruis, daar ons Behoeder, Haar beminde Zoon, aan hing: En haar docht, terwijl ze steende. Hem betreurde en druckigh weende. Dat een zwaart door 't harte ging.

Ochl ho© druckigh, hoe vol rouwe Was die zegenryckste vrouwe, Moeder van Godts eenigh Kintl Die uit een weemoedig hart© Bevende aanzagh al de smarte Van haar vrucht, bij Godt bemint.

Och! wien zou in 't hart niet snijden. Zoo hij in dat deerlick lijden Kristus lieve Moeder zagh? Och, wi© zou zich niet bedroeven, Zagh hij 't hart beklemt van schroeven, Om den Zoon, die 'r onder lagh? ,

Heiige Moeder, allerkuischte, Druck de wonden des Gekruiste Krachtighlick in mijn gemoedt: Laat ik oock met u bezuren Uw gewonden Zoons quetsuren. Die mij vrij kocht met zijn bloet.

Dat ick ijvrigh u geleie En 't gekruiste Lam beschreie. Al de dagen, die ick leef. 'kWensch uw kruis te helpen dragen En bij 't kruis met u te klagen, 'Schoon een ander u begeef.

Laat het Kruis mjjn ziel bedeck©n, Kristus doot mijn "schilt verstrecken En mij koestren met gena. Als dit lichaam komt te sterven, Laat mijn ziel met blijdschap erven 'tHemelsch paradijs hier na.

D© tot hiertoe genoemde kruiszangen werden alle in de Latijnsche taal gedicht. Maar ook in d© landstalen ontstonden er in de Middeleeuwen geestelijke liederen en ook de lof van het kruis werd er in gezongen. De toon is in deze liederen, die „meestal zijn aangedragen op de golven van liet volksleven als bloesems en men weet niet van waar", veelszins een andere dan we tot dusver beluisterden. De lente-schoonheid der aarde spreekt van de heerlijkheid der liefde van Christus, aan het kruis geopenbaard. De meiboom is een symbool van het kruis. De bloeiende rozen zijn Christus, bloedend uit Z.ijn wonden. De nachtegaal, die den meinacht • met zijn zang vervult, is eveneens een beeld van Christus en die zang herinnert aan de woorden, door Hem aan Zijn kruis gesproken.

Hoe scone ende ghenoegelijc is ons des crucen mey ghedaen! Het spruten ghelu bloemkens a©n der groender heyden. So wi© met druc, met liden is bevaen, In Jhesus wonden sal hi hem gaen vermeyden.

Di© mey, die is al bi den wech geset. Op ©enen berch en die staet also hoghe, Om dat een yegelic soude sender let Den soeten crucen mey aenscouwen mogen.

Nu staen des meyen tacken wtgespreyt. En bloeyen scoon ghelyc die roode rosen. So wie syn sonden, syn ghebreken hier bescreit. Onder desen boom so sal hi hem verposen.

Die fier© nachtigale des crucen boom op vlooch, Hl heeft syn vederkens so wide ontploken, . Hi sane so lude die seven noten hooch. So dat syn edel hertken is gebroken.

So wi© syn sinnen noch ongestadich sijn Ende eleven noch op aertsche creatueren, Di© mercke aen dese nachtigale fijn. Hoe hi den doot om onsen wil woude besuren.

We betreden thans een _gansch ander terrein, n.l. dat der ascese.

Op dit gebied openbaarde er zich in de Middeleeuwen een streven om de kruis-smarten van Sen Heiland mede te lijden.

Veler overpeinzing richtte zich op de smarten d©s kruises. Door meditatie poogden zij zich in die smarten in te denken en ze na te voelen. En een man als A1 b e r t u s Magnus, een der grootsten onder de Scholastieken, stelde deze meditatie zóó hoog, dat hij zeide: „een half uur van vrome meditatie over het lijden des Heeren verwerft meer verdienste dan een geheel jaar van Ijoete".

Maar ©r waren er ook, die zich mot meditatie niet tevreden stelden. Zij wilden ook lichamelijk de kruissmarten medelijden. Naast het geeselen van zichzelf stond in de Middeleeuwen het streven om het kruislijden van Jezus in zijn eigen lichaam te reproduceeren.

In het klooster van het heilig© kruis bij Poitiers, dat zij • zelf had gesticht, leefde in de zesde eeuw Rad e gunde van Thüringcn, d© weduwe van een Frankischen koning. Zij was een vrouw, die geheel in het kruislijden van Christus opging. Keizer Justinus II schonk haar een reliquie, die voor een stuk van het echte kruis gehouden werd. Zij was bevriend met Venantius Fortunatus, den bisschop van Poitiers, den grooten zanger van het kruis on het. is niet. onwaarschijnlijk, dat vooral zij hem

geïnspireerd heeft tot zijn kruishymnen. Van Radegunde nu wordt verhaald, dat zij een kruis van koper, dat op gloeiende kolen was verhit, bij haar meditatie over het lijden des Heeren op verschillende deelen van haar lichaam legde om Zijn smart mede te voelen.

De Engelsche abdis en koningsdochter Editha in de tiende eeuw grifte zich met een scherp' voorwerp het kruisteeken vele malen in haar voorhoofd en de Dominicanerprior Volandus te Straatsburg in de dertiende'eeuw grifte het op zijn borst.

Ook werden door sommigen zware kruisen voortgesleept. De een deed dit uit eigen beweging, den ander was het als boetedoening opgelegd. Van een abt in Bohème, die boete moest doen, wordt verteld, dat hij op bevel van den bisschop van Praag een crucifix, zoo lamg en zoo breed als hij zelf was, op zijn rug naar Rome moest dragen.

Hendrik Sus o, de mysticus der veertiende eeuw, grifte niet alleen in zijn borst, dicht bij het hart, de eerste letters van den Jezus-naam, maar droeg ook op zijn rug een houten kruis, dat met dertig nagelen was doorboord, en élken dag drukte hij twee of drie keeren die nagelen m zijn Vleesch. .Acht jaren lang heeft hij dat volgehouden. Daarna is hij tot ander inzicht gekomen. Hij schrijft zelf, •dat hij er door een duidelijke openbaring Gods van is afgebracht en geleid is naar de leerschool der ware innerlijke, gelatenheid, die alleen de rechte manier van kruisdragen is.

Hier moet ook even het verschijnsel der s t i g-m a t i s a t i e in herinnering worden gebracht.

Het is het eerst voorgekomen bij F ran ei s-cus van Assisi. In het jaar 1224 kreeg hij na langdurig vasten en mediteeren de wonden van Christus in zijn lichaam. Vier bloedende wonden in handen en vo'eten en een groote wonde in zijn zijde.

Deze wonden werden beschouwd als de litteekenen des Heeren Jezus, waarvan Paulus aan de Galaten schreef, dat hij ze in zijn lichaam droeg (Gal. 6:17). Het woord „litteeken" luidt in de oorspronkelijke taal van het Nieuwe Testament stigmata. Vandaar dat dit verschijnsel „stigmati-•satie" wordt genoemd.

'a^T is veel geschreven over dit verschynsel, dat door de Roomsche kerk voor een bizondere genadegave wordt aangezien. Men weet, dat het thans bij Theresia van Konnersreuth voorkomt. Het bestek dezer artikelen laat echter niet toe er nader op in te gaan.

Toch werd in de Middeleeuwen , zooals ons reeds bij Hendrik Suso in zijn tweede periode bleek, het dragen van "Christus' kruis niet uitsluitend als iets lichamelijks verstaan.

Het algemeen gevoelen was: r zijn twee wijzen, waarop men het kruis des Heeren dragen kan, n.l. in het lichaam en in den geest. De eerste wijze bestaat in allerlei lichamelijke kastijding; de tweede, de geestelijke, in het medelijden met onzen naaste. Telkens wordt bij de uitlegging van Jezus' uitspraak: Zoo iemand achter mij wil komen, die verloochene zichzelven en neme zijn kruis op en volge mij" (Matth. 16:24), deze beschouwing verkondigd.

Van het medelijden met onze naasten werd de geestelijke wijze van het dragen van Christus' kruis ook wel uitgebreid tot het beoefenen der Christelijke deugden, niet het minst van geduld en lijdzaamheid.

Gewoonlijk werden beide wijzen naast elkaar gesteld; maar er waren er ook, die de geestelijke wijze als de hoogste beschouwden.

In haar „Theologie van het kruis van Jezus Christus" leerde Angela van Foligno (overl. 1309), dat de ware gelatenheid onder het lijden, dat God oplegt, voortreffelijker is dan alle zelfgekozen boetedoeningen en kastijdingen. „De hemelsche arts weet het immers veel beter dan de kranke en onverstandige mensch, welke kastijdingen en tegenheden het best geschikt zijn om de ziel te verbeteren en te reinigen. De door ons zelf gezochte boetedoeningen en verloocheningen dienen maar al te vaak ons ijdel zelfbehagen; terwijl die, welke door God ons zijn toegezonden, als men ze met waar geduld en met gewilligheid als van Gods hand komende aanneemt, weliswaar voor de oogen der menschen bedekt zijn met den schijn, als moesten wij ze uit nood dragen, maar in waarheid van ganscher harte omhelsd mogen worden, als genadegaven, die onze hoogste Arts en Heiland ons aanbiedt uit zuivere hefde tot ónze hoogste zaligheid."

In een preek over het kruis, die de beroemde Franciscaner prediker Berthold van Regensburg (overl. 1272) op den dag der heilige Maria Magdalena heeft gehouden, zegt hij, dat Christus in den dag des oordeels niemand in genade zal aannemen, die niet mot een "kruis beladen vöór Hem verschijnt. Maar dat behoeft niet het kruis van martelingen te wezen. Want duizenden heiligen zijn in den hemel, ofschoon zij nooit martelingen hebben geleden. Maar ze zijn zalig geworden omdat ze toch „een kruis met vier einden" konden toonen, n.l. het geestelijke kruis der navolging van Jezus in de vier hoofddeugden. Door dat geestelijke kruis is ook Maria Magdalena, die nooit gemarteld is, in den hemel gekomen. Deze vier hoofddeugden, de vier einden of armen van het geestelijke kruis, zijn: het geloof (de bovenarm), de liefde (de rechter zijarm), de hoop (de linker zijarm) en het geduld, dat de stam des kruises is en het vaste fundament der andere deugden.

Bernhard van Clairvaux zag in de vier armen van het kruis het symbool der deugden: liefde, lankmoedigheid, hoop en godsvrucht. B o n a-ventura van hefde, deemoed, gehoorzaamheid en geduld en zag er ook' wel een beeld in van de vier weldaden van Christus: het openen van den hemel, het overwinnen van de hel, de mededeeling der genadegaven en de vergeving der zonden. Terwijl Johannes Gerson, de kanselier der universiteit van Parijs, die een reformatie der kerk in hoofd en leven begeerde, als de vier einden van het kruis beschouwde: het dooden van de zonde, het verlaten van de aardsche goederen, het onderdrukken van de zinnelijke neigingen en het verloochenen van den eigen wil.

Laat ik tenslotte nog even op Thomas a Kemp is wijzen, die betuigt, dat het kruis de levensboom is, die in onze harten moet geplant worden, zullen wij het heil aanschouwen. De zoete wortelen van dezen boom — zoo zegt hij — zijn armoede en deemoed, zijn bast is arbeid en boete, zijn beide hoofdtakken zijn barmhartigheid en ge^rechtigheid, waarheid en leering zijn zijn kostelijke bladeren, eerbaarheid en zedigheid zijn bloesems, nuchterheid en matigheid zijn welriekende geur, kuischheid en gehoorzaamheid zijn schoonheid, geloof en hoop zijn lichtende glans, heil en eeuwig leven zijn heerlijke vrucht.

J. THIJS.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Kruis van den Heiland.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1932

De Reformatie | 8 Pagina's