GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Marco Enrico Bossi.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Marco Enrico Bossi.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige artikelen mocht ik de aandacht vestigen, op een viertal Duitsche componisten van de 19e eeuw, 't ligt nu in mijn bedoeling een - en ander mee te deelen over enkele Italiaansche componisten. Ook nu moet opgemerkt, dat het land zjju stempel drukt op het werk zijner zonen. Zeer groot is het verschil tusschen de Duitsche en de Italiaansche muziek. De Duitscher zwaarwichtig, wetenschappelijk, breed uitgemeten, beredeneerd, de Italiaan, de man uit het land van het bel canto, wil muziek, wil klankschoonheid, wil niet alles wiskundig juist afwegen, maar alles laten zingen in zonnige helderheid. >

Onder de 19e eeuwsche componisten in Italië neemt Marco Enrico^ Bossi, wat originaliteit en veelzijdigheid van scheppen aangaat, onbestreden de eerste plaats in. Op 25 April 1861 werd de componist geboren te Saló, aan den. .oever van het Gardameer gelegen, de geboortegrond van vele groote geesten, onder meer van Gasparoi di Bertolotti, den uitvinder van de viool. Zijn vader, di© organist en muziekleeraar was, gaf hem het eerste muziekonderricht. Op tienjarigen leeftijd ging Marco naar Bologna, om daar onderricht te ontvangen aan het Liceo musicale Rossini, om twee jaar later de studie voort te zetten te Milaan in piano^ en orgelspel en compositie. Na 7-jarige studie in. Milaan verwierf hij zijn diploma voor piano en compositie.

De jonge musicus werd nu uitgenoodigd naar Engeland te komen, waar hij in het Crystal Palace gelegenheid kreeg zijn bekwaamheid als pianist en componist te toonen. Hij nam deel aan verscheidene concerten onder leiding van Mann, waar behalve een aantal kleinere stukken, ook een Ouverture voor orkest van zijn hand werd uitgevoerd. Na zijn terugkeer in Italië volgde ijverige studie van 't orgelspel en verdere ontwikkeling van de compositoxische gaven, die erkenning vonden door de toekenning van den prijs van de Bonettistichting (1881). Bovendien werd hij benoemd tot organist en kapelmeester aan de kathedraal te Como, een zeer b^eerde betrekking, tot 1889 door Bossi bekleed. Bossi wist het muziekleven te Como' tot ongekende bloei te brengen. Fabelachtig was zijn werkkracht in deze periode. Twaalf tot veertien uur per dag was hij ingespannen bezig; kon hij overdag geen tijd vinden voor zijn orgelstudie, dan studeerde Bossi 's nachts van 11 tot 1 uur op het orgel van de kathedraal, zelfs midden in den winter.

Hij begon het bijna leege kerkarchief van nieuwe werken te voorzien, zuiverde de kerkmuziek van bijna een eeuw oude misbruiken, en bracht ze daardoor in nieuwe^ banen. Om Bossi te hooren spelen kwjmien kunstenaars van alle kanten uit Lombardije naar Como. Tevens gaf Bossi op het orgel van de San Carlo te Milaan herhaaldelijk orgelbespelingen ter illustratie van zijn opvattingen van de Musica Sacra. In het bijzonder toonde Bossi zijn belangstelling voor de muziekwerken van Frescobaldi en J. S. Bach.

In 1889 volgde de benoeming tot professor in orgelspel en harmonieleer aan het Conservatorium San Pietro a Majella te Napels, dat door hem beroemd werd en tal van leerlingen tot zich trok. Zijn zesjarig verblijf in Napels, onderbroken door eenige grootere reizen naar Frankrijk, Engeland en Duitschland, bracht belangrijke verbeteringen in de studie van het orgelspel in Italië. D'oor het verblijf in het buitenland had Bossi namelijk ingezien, dat Italië ver achterstond bij andere landen wat deze studie betrof. Door onderwijs en voorbeeld wist Bossi ook in dit opzicht zeer veel te bereiken. In 1895 vertrok Bossi naar Venetië om het directoraat van het Liceo Benedetto Marcello op zich te nemen.

Aanvankelijk vonden Bossi's verdiensten meer erkenning en waardeering in het buitenland, dan in Italië zelf. Dit veranderde toen de componist van het ministerie van onderwijs de eervolle opdracht ontving het muzikale gedeelte te verzorgen van de trouwplechtigheden bij het huwelijk van den Italiaanschen kroonprins met prinses Helena van Montenegro, welke opdracht de algemeene aandacht op hem vestigde en waarvan de uitvoering zoo gmistig werd beoordeeld, dat de algemeene opinie den jongen componist hooger stelde dan zijn landgenootcomponisten Mascagni, Leoncavallo, Puccini en SpigneUi. Ook zijn benoeming tot lid van de Commissione permanente per l'arte musicale door het ministerie van onderwijs en de benoemingen tot ridder van de Corona d'Italia en van de orde van Isabella la Cattolica di Spagna geven blijk van zijn populariteit.

Als uitvoerend kunstenaar is Bossi een hoog geschat pianist, maar bovenal de beste organist van Italië, niet alleen wegens zijn zeldzame beheersching der techniek, maar vooral wegens zijn weinig geëvenaard meesterschap over de verschillend© stijlen. Bekend is zijn optreden als organist en componist bij de ingebruikname van het prachtig© orgel in het Liceo Benedetto Marcello te, Venetië op 4 Maart 1900 en zijn optreden in het Concertgebouw t© Amsterdam, waar zijn orgelspel buitengewoon gunstig werd beoordeeld. Als componist neomt Bossi niet alleen qualitatief, maar ook quantitatief een belangrijke plaats in. De opsomming van al zijn werken, die door uitgevers in en buiten Italië, tot in Amerika toe, zijn uitgegeven, neemt verscheidene pagina's druks in beslag. De inhoud is van zeer groote verscheidenheid, getuigt van originaliteit en behoort tot de meest verschilllende genre's van het muzikale scheppen. Met voorliefde componeert Bossi kamermuziek, orgelmuziek en geestelijke vocaalmuziek. 't Is Bossi gelukt het moeilijk© probleem op te lossen, de oude polyphone kxmst moderne gevoelens in te blazen ©n toch de oude klassieke Italiaansche traditie trouw te blijven.

Palestrina, Scarlatti en Bach zijn de drie heroën, di© Bossi zich gekozen heeft tot geesteUjke leiders bij zijn streven om in d© diepste geheimen der edele toonkunst door te dringen. Meesterlijk beheerscht hij den vorm, prachtig is de thematische samenstelling.

Dat Bossi ook ernstig studie gemaakt heeft van de orgelliteratuur in de voorafgaande eeuwen op Italiaanschen bodem ontstaan, bewijst de „Sammlung von Stücken alter Italienischer Meister für di© moderne Orgel bearbeitet und herausgegeben von M. Enrico Bossi", uitgegeven bij C. F. Peters te Leipzig. We vinden hier een verzameling van twaalf orgelwerken, die verdienen bestudeerd te blijven en de aandacht van de moderne organisten waard zijn. De componist toont in dit werk zijn bizondere voorkeur voor Frescobaldi, van wien hij niet minder dan vier werken opneemt, namelijk d© bekende fuga in g klein, voorafgegaan door het minder bekend© preludium, dat toch een merkwaardige inleiding op de fuga geeft, de statig© Toccata cromatica in e phrygisch, een Toccata in f klein en de melodieuze Canzone IV inj f groot, en zijn voorliefde voor G. B. Martini van wien opgenomen is het Adagio uit de 2e Sonate en het Preludio ©n Assai Moderato uit de 7e sonate. D© andere zes werken zijn van G. B. Bassani, C. F. Pollaroli, Palafuti, D. Zipoli ©n G. B. Pescetti, terwijl van een onbekenden auteur een Aria da chiesa (kerkaria) is opgenomen. Bossi heeft de werken voorzien van juiste phraseering, en voordrachtteekens, de pedaalpartij afzonderlijk aange-

geven, maar laat de registratie over aan den muzikalen zin van den speler. De uitgave toont, dat Bossi zelf de werken met voorliefde heeft gespeeld, en volkomen is doorgedrongen in den geest, die uit de werken spreekt.

In de tweede plaats wilde ik de aandacht vestigen op zijn werken voor het muziekonderricht bestemd. Met Tebaldini samen heeft Bossi zijn orgelschool geschreven: „Metodo di studio per l'organo moderne", die algemeen geroemd wordt. Zelf kan ik niet over dit werk oordeelen, daar ik het tot mijn spijt niet heh kunnen in handen krijgen. Verder heeft Bossi zich in dit opzicht verdienstelijk gemaakt door het uitgeven van een aantal voordracht-stukken voor piano, die verschenen zijn bij G. Schirmer, New York. Prof. W. Weber acht, dat weinig daarnaast kan worden gesteld in de tegenwoordige literatuur en dat de toon voor de jeugd zeer goed is getroffen. Het zijn: Children's Album. Six easy pieces for the piano, van vingerzetting vcorzien door L. Oesterle, Album for the Young. Eight pieces for piano en Miniatures. Eight little pieces for piano. Vooral het eerste zestal is zeer eenvoudig en toch zeer muzikaal. In het bizonder vestig ik de aandacht (de nummers zijn alle afaonderlijk verkrijgbaar) op no. 2 van het Children's Album: Barcaxola, dat buitengewoon melodieus is en met voorliefde door leerlingen zal worden gespeeld. De voordrachtstukken uit het Album for the Young en de Miniatures zijn middelzwaar, rijk van melodie, terwijl zij uitmunten door fijnzinnige harmonie.

Van de talrijke orgelwerken van Bossi is een. tiental verschenen bij A. en G. Carisch & Co te Milaan: . Enrico Bossi:10 Composizioni per OrganO', opus 118 en een keurcollectie bij C. F. Peters te Leipzig: . Enrico Bossi. Ausgewahlte Kompositionen für die Orgel, totaal 22 nummers, verdeeld over twee banden. In deze orgelwerken verbinden zich de oorspronkelijkheid der vinding met technisch doorwerkten arbeid. De door grondig© studie van de oude meesters gerijpte polyphone stemvoering paart zich aan een fijngevoeligheid in het uitdrukken der muzikale gedachten. De omvang van dit artikel zou te groot worden bij uitvoerige bespreking van enkele werken. Toch wil ik kort over sommige composities een en ander meedeelen. Eerst iets over zijn opus 118, uitgegeven biJ Carisch & Co. De gedegen kennis van het contrapunt blijkt yooral uit no-. 1 Preludio, no. 2 Fughetta en no. 10 Finale. Z^r goede en gevoelige stemmingsstukken vinden w© in no. 3 Pastorale, no. 4 Angelus (zeer aardig gevonden, met juiste registratie prachtig om uit te voeren), no. 6 Melodia, no. 7 Invocazione en no. 9 Intermezzo. Het belangrijkste van de 10 nummers, die samen opus 118 vormen, is ongetwijfeld no. 5 Toccata di Concerto, een werk dat m.i. ver staat boven de heel veel gespeelde Toccata van Dubois.

Uit de keurcollectie door Peters uitgegeven, blijkt in het bijzonder, hoe Bossi het orgel door ©n door kent, hoe hij van zijn kennis weet gebruik te maken om allerlei schoone ©n juiste effecten te bereiken, die nooit ontaarden in iets gezochts en bovendien geven ook deze werken te zien, dat hier een componist van zeldzame originaliteit aan het werk is, die niet zoekt, maar met bijna onfeilbare zekerheid zijn doel weet te bereiken. Enkele van deze werken raken in ons land al meer bekend, o.a. door uitvoeringen voor de microfoon der radio. Ik denk hier allereerst aan opus 115 Thème et Variations, dat meermalen is uitgevoerd en zware eischen stelt aan den speler. De andere werken zijn bijna alle vrij wat eenvoudiger, maar daarom niet minder mooi. Zoo het zeer eenvoudige Chant du soir, dat prachtig van stemming is, evenals Idylle en Elevation. Zeer melodieus is no'. 3 Allegretto, waarbij het middengedeelte de melodie in de tenor heeft, terwijl de sopraan en alt met Fluit 4' in zestiende noten de begeleiding geven. In Noël (no. 5) maakt Bossi gebruik van dubbel pedaal en staccato noten in snel tempo voor de rechterhand, wat een zeer goed effect sorteert. No. 12 Piece héroïque opgedragen aan S. de Lange is ook van glanzende werking. D© tweede band bevat Konzertstück in C moll, oorspronkelijk voor orkest met orgel geschreven, maar hier door Bossi zelf gearrangeerd voor orgel alleen. Legend© in des met een zeer levendig middengedeelte in cis klein, Trauerzug, Landliche Szene, Stunde der Weihe, Stunde der Freude, Preghiera (ook meermalen in den laatsten tijd uitgevoerd), Marcia dei Bardi, Intermezzo lirico en Studie (een regelmatig gebruik van twee tegen drie noten, nu eens in de handen, dan weer triolen in pedaal tegen twee achtsten in de handen).

Van de werken voor orkest, waarbij ook meestal een belangrijke orgelpartij behoort, wil ik d© aandacht vestigen op zijn opus no. 100, Concert in A mol voor OTgel, strijkorkest, 4 hoorns en pauken, uitgegeven bij C. F. Peters, Leipzig, dat geacht wordt te behooren tot het beste wat tot nu toe geschreven is voor orgel en orkest. In het eerst© gedeelte valt de prachtige climax op, het tweede gedeelte Adagio ma non troppa toont weer duidelijk Bossi's Italiaansch© afkomst, het derde deel, het Allegro met zijn geweldig, majestueus slot stelt zware eischen aan de uitvoerenden. Van Bossi's koorwerken zijn vooral bekend de Bijbelsch© cantate Canticum Canticorum, voor sopraan, bariton. koor, groot orkest en orgel, de woorden zijn ontleend aan het Hooglied (Canticum Canticorum); en zijn opus 126: Il paradiso perduto (Het verloren paradijs) door den componist aangeduid als poema sinfonica. Technisch zeer moeilijk, voldoet dit werk niet aan de verwachting, die men heeft bij het doorlezen, daar Bossi geen bevredigende oplossing heeft gevonden tusschen de vocale en instrumentale middelen.

Te midden van zijn werk, op een zeereis naar Spanje, is deze grootste van de zeer muzikale familie Bossi op 20 Februari 1925 gestorven. De herinnering aan zijn optreden als organist leeft bij velen nog voort, maar zijn compositorisch werk zal waarschijnlijk nog zeer lang zijn naam bekend doen blijven. Als bloedverwanten van den grooten componist, die ook beteekenis hebben in de muziekwereld, dienen vermelding zijn broer Constante Adolfo Bossi, sedert 1907 organist van den Dom te Milaan en sedert 1914 leeraar in harmonie ©n contrapunt aan het conservatorium, en zijn zoon, Rinaldo Benzo Bossi, geboren in Coma op 9 April 1883. Indien dit artikel mocht bijdragen tot het wekken van meerdere belangstelling in d© alleszins waardevolle composities van dezen grooten tijdgenoot acht ik mijn werk ruimschoots beloond, overtuigd als ik ben, dat bestudeering tot waardeering zal leiden en velen intens muzikaal genot zal verschaffen.

D. STROO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Marco Enrico Bossi.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's