GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Het begrip gemeenschap”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het begrip gemeenschap”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de bestudeeriiig van maatschappelijke vraagstukken duikt steeds het begrip „gemeenschap" op. En speciaal sedert de ontwikkeling van het socialisme, dat dit begrip geheel op den voorgrond geschoven heeft, is het haast op ieders lippen gekomen.

Het dient dan in hoofdzaak om een productiewijze aan te geven, die als tegenhanger van de bestaande moet dienst doen.

Toch wordt het begrip „gemeenschap" heel veel gebezigd, zonder dat er duidelijke begrips-omschrijving plaats heeft. Bovendien wordt het vaak als bijzonder „christelijk" gedefinieerd, hetgeen dan volgens bepaalde redeneeringen, moet leiden tot de conclusie, dat een Christen voorstander van socialisme zou moeten zijn, aangezien in dit stelsel de gemeenschap een allerbeheerschende plaats inneemt.

Het is dan ook zeker gewenscht eens een nadere analyse ervan te geven.

Spreken wij het woord „gemeenschap" uit, dan verbindt zich daarmede oogenblikkelijk de gedachte aan den één of anderen band tusschen individuen.

„Huwelijksgemeenschap" roept bij ons wakker de gedachte aan den band tusschen man en vrouw.

„Staatsgemeenschap" is de belichaming van den band, die een groep van menschen met eenzelfde taal en dezelfde zeden aajneenverbindt.

Dit zijn wel de meest markante voorbeeldein van het begrip „gemeenschap" voor zoover betreft het aardsche leven der menschheid. Bezien in het licht van Gods Woord heeft dit begrip een zeer eigenaardige ontwikkeling doorgemaakt. Het ééne keerpunt van die ontwikkeling is eenmaal de zondeval geweest, en het tweed© zal optreden bij het herstel aller dingen.

Zooals met zoovele begrippen het geval is, kan ook het begrip „gemeenschap" in tweeërlei zin opgevat worden, n.l. in concreten en abstracten zin.

En die onderscheiding speelt juist in dit verband een groote rol.

Want de beide keerpunten, waarover wij spraken, zijn de momenten waarop het gemeenschapsbegrip eerst van abstract in concreet overgaat en dan weer van concreet in abstract.

Dit verdient echter eenige correctie, want in het tijdperk van het concrete gemeenschapsbegrip is het abstracte niet verdwenen, doch wij zouden kunnen zeggen, dat in dat tijdvak beiden naast elkander werken, elkander aanvullend en versterkend.

Aangezien in het tijdperk van den zondeloozen staat slechts twee menschen geleefd hebben, is het uiteraard moeilijk ons een denkbeeld te vormen van do ontwikkeling, die het gemeenschapsbegrip zou genomen hebben, indien die toestand een blijvende was geweest.

Ms hebben wij echter wel aanwijzinge meryoor n., toestand, waarin wij leven. Duidelijk leert ons L verheid, de staatsgemeenschap zook.^jg thans kennen, om dzondewil is ingest^ verstand stemt dit feitelijk toe. Hoe mensch ook in zonde gevallen moge zijn, toch i^.^ ^ misschien een heel enkele uitzondering na, ne. ï^eorip van goed en kwaad, nog zeer sterk. De maai, .+qj yg^ het geweten moge niet altijd juist werkein, ^jj werkt toch ongetwijfeld. En dan voelen wij de in stelhng der Overheid als iets, wat niet bij onze oorspronkelijke natuur past, en komt de vraag op, of het menschelijk leven zich ook zonder dien Overheidsdwang niet harmonisch zou kunnen ontwikkelen.

Zooals steeds leidt ook hier de beschouwing van Schrift en Natuur tot dezelfde conclusie.

Was de zonde niet tusschenbeiden gekomen, dan zou er dus van een gemeenschap in concreten vorm geen sprake zijn, maar het begrip zou niet onbekend geweest zijn. Integendeel, het zou zijn hoogsten openbaringsvorm gevonden hebben. Als een onzichtbare draad zou het alle menschen verbonden hebben. Zonder uiterlijfcen dwang zouden recht en gerechtigheid geheerscht hebben, en een volkomen harmonie tot stand zijn gekomen.

Er zou dan dus alleen sprake zijn geweest van een abstract gemeenschapsbegrip.

De mensch zou een volmaakt verantwoordelijkheidsgevoel gehad hebben voor zijn daden tegenover zijn naaste. De tweede tafel der wet zou in zijn hart diep zijn ingegrifd, en geen uiterlijke dwang zou noodig geweest zijn, om hem te bewegen die wet te handhaven. De „gemeenschap" tusschen de menschen zou zich dan op het rijkst ontplooid hebben, zonder dat eenige uiterlijke instelling noodig was, om hieraan een belichaming te geven.

Maar de geschiedenis der menschheid heeft een anderen loop genomen. Voor het recht kwam het onrecht, voor harmonie, disharmonie in de plaats.

Het verantwoordelijkheidsbesef van den mensch zakte zoo diep, dat een concretiseering van het gemeenschapsbegrip noodzakelijk was.

Voortaan moest er een Overheid zijn, wilde het menschelijk leven niet een onmogelijkheid worden.

Eigenlijk is dus de concrete gemeenschap iets menschonwaardigs, een noodzakelijk kwaad. Zij zal dan ook verdwenen zijn, zoodra de werking der zond© uit het menschelijk leven is uitgeschakeld.

Waar de Overheid handelend optreedt, is het abstracte gemeenschapsbegrip verdwenen, of in ieder geval overbodig geworden.

Een voorbeeld uit het sociale leven ter illustratie. Indien werkgever en werknemer onderling overeenkomen een ziekte-verzekering in te stellen, waarbij ieder ©en bepaald percentage der premi© zal betalen, dan is voor die daad noodig een gevoel van gemeenschap van verantwoordelijkheid van beide individuen tegenover elkander. Dat brengt hen tot elkaar.

Maar wanneer de Overheid een ziektewet uitvaardigt, dan dwingt zij zonder meer werkgever n werlmemer tot elkander te komen, ook al missen eide partijen, of één van beiden alle gevoel voor de noodzakelijkheid voor dergelijke maatregelen.

Het concrete gemeenschapsbegrip sluit het abstracte niet uit, doch maakt het wel overbodig. Het eerst© staat dus op een lager plan dan het tweede. Ook dit wordt weer duidelijk geillustreerd door d© handelingen van den mensch. Het is ©en bekend verschijnsel, dat de mensch ©en veel geringer verantwoordelijkheidsbesef heeft tegenover een gemeenschap dan tegenover een individu. Den Staat misr '^^iden of benadeelen wordt lang zoo erg niet gevonüM als den naaste kwaad berokkenen.

Hier w& rkt de oorspronkelijke menschelijk© natuur, die de concrete gemeenschap als iets minderwaardigs doet gtbvoelen, nog na.

De houding, die d© Christen in deze kwestie heeft aan te nemen, wordt nu ook duidelijk. Het socialisme wil het concrete gemeenschapsbegrip tot in zijn uiterste consequenties doorvoeren, zoodat het abstract© geheel overbodig is geworden. Onder ©en dergelijk stelsel zijn de individuen geheel los van elkaar gemaakt en is all© verantwoordelijkheid van individu tot individu verdwenen. Het uitroeien van het verantwoordelijkheidsbesef van den mensch tegenover een Opperwezen, ©u dat tusschen man en vrouw, is hier slechts een onderdeel van.

Daartegen moet nu het Christendom protest aanteekenen. Het moet er op wijzen, dat er een hooger ideaal bestaat dan het vorm©n van een concrete gemeenschap, n.l. het "vormen van een abstracte gemeenschap.

Dit is ook de lijn, die door den geheelen Bijbel loopt. Het geheel© onderwijs van Jezus richt zich eerst op de verantwoordelijkheid van den mensch tegenover God, maar dan in de tweede plaata van de verantwoordelijkheid van mensch tegenover mensch, en hieronder is ook begrepen de sociale verantwoordelijkheid.

De concrete gemeenschap komt dan op een veel lager niveau te staan, zij treedt slechts aanvullend op, wanneer het gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel het leven tot een hel dreigt te maken.

Het blijkt dus, hoe gevaarlijk het is, het woord „gemeenschap" t© bezigen ^nder precies te omschrijven in welke beteekenis men het opgevat wil zien. Veel misverstand is hierdoor ontstaan.

Uit deze beschouwingen komt bovendien een duidelijk omschreven taak van de ChristeliJk-^Soc-isls Beweging naar voren. Niet trachten het concrete gemeenschapsbegrip tot doorwerking te brengen, zooals het socialisme wil, Kiaar pogen het abstracte gemeenschapsbegrip tussuhen menschen uit verschillende standen der maatschappij meer en meer ingang t© doen krijgen. Dat is een moeilijker©, maar ook een mooier© taak.

L. J. LAGENDIJK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

„Het begrip gemeenschap”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's