Bezuiniging op de Kweekscholen.

Op Lager Onderwijs moet worden bezuinigd en natuurlijk krijgen ook de Kweekscholen hun deel daarvan. Nu is er evenwel reeds door Minister Terpsti'a en ook weer door zijn opvolger Minister Marchant gezegd, dat bij deze bezuinigingen geen vitale belangen mochten geschaad. Uit dat oogpunt wil iic de bezuinigingen eens bezien.

Voorop wil ik nog even opmerken, dat de bezuiniging vooral zal worden gezocht in de beperking van de duur van de opleiding. De eerste klas wordt er eenvoudig afgeknipt. In drie jaar moeten voortaan de onderwijzers worden klaargemaakt. Nu is het duidelijk, dat de jonge menschen voortaan het jaar, dat ze anders op de Kweekschool waren, aan een andere inrichting moeten worden onderwezen, in vele gevallen een school voor Uitgebreid Lager Onderwijs. Als voordeel kan dus financieel alleen worden geboekt het verschil tusschen de kosten op de U. L. O.-school of op de Kweek. De anderen, die van H. B. S. of Gymnasium kommen, zijn in hun vooropleiding zeker niet goedkooper uit. De vrees is daarom gewettigd, dat de Minister door deze inkrimping van de vakopleiding voor den onderwijzer tot weinig wezenlijke bezuiniging zal komen.

Bovendien moet er op worden gewezen, dat op menig dorp de kinderen niet in de gelegenheid zijn Uitgebreid Lager Onderwijs te volgen. Gaan ze het later elders bezoeken, dan zijn ze vaak reeds heel wat achterop, zoodat in deze regeling inderdaad een nadeel voor menig dorpskind is gelegen. En vanouds weten we, dat het platteland niet mag ontbreken bij de toevoer van de jongelui, die later voor de klas zullen staan. Kranige onderwijzers heeft het platteland ons in massa geleverd. Alles wat hier belemmering zou kunnen brengen, moet ten strengste worden gemeden. Er moet een vrije toevoer blijven tot de Kweekschool.

Ook aan de drie-klassige Kweekschool kleven bovendien heel wat bezwaren. De tijd is voor de vakopleiding zoo kort. In de eerste klas komen straks de leerlingen van zeer verschillende inrichtingen. Dat zal groote moeite geven voor de eenheid van het onderwijs in zoo'n klas. En men kan geen jaai-besteden om hier en daar de ongelijkheid wat weg te werken. Straks komen in de tweede en de derde klas ook nog de uren voor practische vorming. Wat kan men in de korte tijd nog doen aan muziek, mooi lezen, zingen, lichamelijke oefening, vakken, die in de vooropleiding voor de Kweekschool bijna altijd in de knel komen?

Bovendien komt menige Kweekschool met drie klassen ook voor de noodzakelijkheid, dat een viertal leeraren bijna al de 15 vakken van het programma moeten geven. De Minister bindt de vier vaste leeraren aan een minimum aantal uren en niet overal is men in staat door samenwerking met H. B. S. of Gymnasium voor bepaalde vakken mannen van erkende bekwaamheid en routine aan de Kweekschool te verbinden.

De vrees is niet ongegrond, dat door deze maatregelen inderdaad de vitale belangen van 't onderwijs worden geschaad. Onze onderwijzers moeten niet al te beperkt in hun kijk zijn en, als 'teven kan, niet langs een al te smal pad naar hun bestemming worden geleid. Het onderwijs zelf zal daarvan zonder twijfel een schadelijke terugslag ondervinden.

Kon er nog maar worden verwacht, dat Zijtae Excellentie deze gelegenheid zou aangrijpen, om ons het ontwerp-De Visser nader te brengen. Praktisch moeten onze kandidaten toch al twee jaar wachten op een benoeming. Die tijd moesten ze dan voor sommige vakken nog aan de Kweekschool verbonden blijven en zich inmiddels praktisch gaan oefenen. Twee jaar lang zouden da Kweekscholen dan geen eind-examen moeten afnemen, de stroom zou dan even luwen en aan het einde van de vijfjarige periode zouden da onderwijzers in het bezit van hun volledige bevoegdheid de school binnen kunnen gaan. Dan kan de Kweekschool er vrede mee hebben, dat ze de jonge menschen een jaar later krijgt. Er zou ook vrede en goede samenwerking zijn tusschen Kweek en U. L. O., wat nu wel eens hapert, omdat ze de strijd voeren om de jongelui, die 14 jaar zijn: de Kweekschool moet ze hebben en de U. L. O.school kan ze nog niet missen.

Van harte hoop ik, dat de naam van Minister Marchant zal worden verbonden aan een verbetering van de opleiding van den onderwijzer, wat een nationaal belang mag heeten en dat die naam niet mag worden verbonden aan de amputatie van de eerste klas van de Kweek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen