GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ongelukkige formuleering of — fataal verschijnse!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ongelukkige formuleering of — fataal verschijnse!

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een dezer dagen werd mijn aandacht getrokken door een advertentie, waarin het Bestuur van een cliristelijk Lyceum een leerares oproept.

Nadat de gegevens zijn verstrekt, die voqr sollicitanten noodig zijn, volgen deze woorden: „bij vooirkeur wordt een docente van positief christelijke beginselen benoemd", 't Staat er héusch letterlijk zóó.

Tot verbazing, om niet te zeggen ergernis, van ieder die het leest!

Let wel: een christelijk Lyceum heeft een docente noodig en verklaart dat het bij voorkeur een gegadigde van positief christelijke beginselen zal benoemen!

Bij voorkeur! Dus niet: in ieder geval, vanzelfsprekend, tot allen prijs —i, neen, bij voorkeur; een endere benoeming is dus ook heel wel mogelijk en een sollicitante van andere beginselen heeft, zij het dan in mindere mate, toch ook een kans!

Is hier nu een ongelukkige formuleering van een betere bedoeling in 't spel (maar van welke betere bedoeling dan? ) — of is deze toevoeging het Bestuur van dat Lyceum ernst?

Zoo ja, waar blijven dan het wezen, het bestaansrecht, de inhoud, de mogelijkheid, de waarde en noem verder maar op van christelijk onderwijs?

Als uit niet-posilief-christelijke beginselen ('tis een zotte combinatie, maar de eenig juiste tegenstelling tot wat in de advertentie staat) óók onderwijs gegeven kan worden aan een christelijke onderwijsinrichting, waar ligt dan het christelijke van de school ?

Hoe kan dat christelijke nu anders tot zijn recht komen dan in en door het onderwijs? !

Geeft niet de levende persoonlijkheid, die voor de klas staat, onverschillig wat vak hij of zij doceert, allereerst en allermeest aan het onderwijs z'n karakter, en is een christelijk leven en denken van het gezamenlijke personeel niet n& [ precies de gansch eenige mogelijkheid voor christelijk onderwijs, dat dan nog al de gebrekkigheid heeft van menschenwerk?

In gemoede gevraagd: Moet dat nu de houding zijn na den heroïschen schoolstrijd, die met zoo diepen ernst en zoo heilige overtuiging gestreden is ^ot op de grenzen van dezen tijd toe? Zulk een verwatering? aan onze scholen nemen we, nu ja, bij voorkeur belijdende docenten^ maar anderen zijn ook goed? !

Er kan geen verontschuldiging liggen in de moeilijkheid een belijdend docente te vinden.' Voor ieder vak van onderwijs zijn er in onzen kring gegadigden, te kust en te keur. En velen snakken ernaar, aan den slag te komen. Als ze maar de gelegenheid kregen! Als er maar werk voor ze was!

Er is maar één conclusie, indien hier niet van een foutieve formuleering sprake is (die dan wel héél nadrukkelijk mag worden verbeterd!): namelijk dat deze bij-voorkeur-oproep is ©en fataal verschijnsel, wijzend op ernstig en direct levensgevaar voor het christelijk onderwijs.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Ongelukkige formuleering of — fataal verschijnse!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1934

De Reformatie | 8 Pagina's