GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het eeuwfeest der Afscheiding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het eeuwfeest der Afscheiding.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.

Wat moet er omgegaan zijn in het eerlijk gemoed van een man als De Cock, die zoo geschokt en smartelijk getroffen was geworden door wat 'de synode zelf op listige wijze had bedreven toen zij het koninklijk reglement van 1816 aanvaardde, waardoor de orde en eendragt in de Nederlandsche Hervormde Kerk verstoord werd en zal blijven verstoord zoolang dit collegiaal systeem blijft gehandhaafd! Hoe driest toch, te durven gewag maken van ordeverstoring! Wie hadden al lang de orde verstoord en gingen daar ijverig mee voort? Wie waren het die de ware Hervormden griefden week in week uit èn door wat zij predikten, en door hetgeen zij schreven? Hoe haatten de mannen die op de grofste wijze de trouwste zonen en dochteren der „Vaderlandsche kerk" scholden voor stalvee en voor ossen. Dat Van der Linde dit aandurfde, kan niet te zeer verwondering wekken, doch dat de zeer geëerde en geleerde Dr Benthem Reddingius dit ook deed, en nog wel in een particulier schrijven aan den oppermachügen albeschikker en bestuurder van 't departement van eeredienst, .den heer Janssen, hebben de archieven in Den Haag eerst nu aan het Ucht gebracht. Een boekje van een blauwverver, de voorrede van De Cock, een dorpsdomi, nee, en dat nog wel over de Evangelische Gezangen, die in de groote kerk in Dien Haag op ostentatieve wijze niet mede gezongen werden als Zie werden opgegeven, bijv. door een graaf Diirk van Hogiendorp, die zoovelen niefc kenden en dies nh\ zongen, terwijl er toch geen zangdwang bestond, zou de orde en eendragt zoo ernstig verstonen dat de rust alleen maar zou kunnen weerkleeren als maar „exemplaarlijk" werd gestjraft en drakonische maatregelen werden genomen, terwijl de grondzuilen der kerk werden ondergraven op allerlei manieren en haar orde was onderst, e boven gekeerd, neen. Die Cock die dat zoo klaar zag, diep gevoelde, en met, innige smart had gadegeslagen, hij moest wel trillen van heftige gemoedsbeweging als hij las wat men hem ter teekening voorlegde. Mocht hij daar niet over handelen? Zou een verstandig en vooral eerlijk mensch hieronder de hand kuna'en zetten? Stak hij zijn hand niet tusschen de scherpe, neen venijnige tanden van een foltertuig door te onderteekenen dat hij zich van nu voortaan, zoo in het openbaar als in hiel bij zonder stichtelijk zal gedragen. Moet hij zicii dan soms als een Van der Linde in het openbaar gedragen en uitlaten? Moet hij zich dan wiellicht als Assens wijd vermaarde predikant in het geheim uitlaten? De zeer geplaatste verontwaardiging maakte zich meester van dien lang en veel geplaagden man. En toch! Zijn gieduld was nog niet ten einde! Hij verzekert hfet zelf. Nog weerstond hij den aandrang zich toch af te scheiden! Hoe men kan schrijven: „Die Cocik heeft niets gedaan om een botsing te vermijden, al wil dit niet zeggen, dat hij die opzettelijk heeft uitgelokt" is, alleen maar te verklaren uit een animositeit die een weinig verder schrijft: Hij was een verwoed briefschrijver (ik onderstrieep. K.). Zeker, Die Cock dacht ook nu weer hiet eerst aan den koning. Bij Van Hogendorp had hij geïnformeerd naar de St.-Generaal: welke wind in dit college woei. Van Hogendorp lichtte hem zoodanig in, dat hij zich maar liever tot den koning wenden wilde dan tot de Staten-Generaali. Hij was een onvermoeid briefschrijver. Juist doordat naar schier alle zijden omzien om raad en steun wordt klaar weersproken, dat Die Cock niets deed om een botsing te vermijden. Neen! schipperen dat kon hij niet. Een belofte doen, stukken teekenen met een soort van reservatio mentalis, een voorwaarde die hij voor zichzelf hield, daarvan had hij grooten afkeer; zulk beslaan hield hij terecht voor meineed of breken van zijn woord. Hoe gansoh anders staan de mannen van kerkherstel van onzen tijd tegenover wat in het Noorden des lands plaats greep, dan

de Haagsche vrienden, die tegen SclieidLiig waren, doch liet den predikanten euvel duidden dat zij Die Cook in zijn protest tegen de vijanden van de gereformeerde kerk, haar leer en orde, geheel alleen lieten staan. De brieven door Dr A. Capadose in dezen tijd geschreven aan Da Costa, kunnen daarvan maar niet zwijgen. Als dan de predikanten zich niet zullen laten hooren, dan zullen z ij bemoedigen en steunen; en als zij vreezen dat de actie uitloopen zal op een door hen niet gewenschte Scheiding, dan zullen zij waarschuweuj dan zullen zij een De Cock en Scholte daarvan trachten af te houden; dan zullen izij, als dit niet meer kan, hun bezwaren daartegen in liefde, met ernst, met bezonnenheid te kennen geven. , Deze mannen v^'aren zeer goed ingelicht omtrent wat er plaats greep in Groningen; zij ^wiste^ wat er broeide in hel land van Heusden en Altena; zij kwamen telkens weer met hen of met geestverwanten van De Cock en Scholte in aanraking. Zij spraken onderling niet van een verwoed briefschrijven, doch drongen eer aan op het zich wenden tot den koning; zij hielden ze daar niet van af, doch boden daarbij veeleer hulp; ja aleer leden van den kerkeraad van Ulrum zich wendden tot den koning, lieten zij aan een Capadose den inhoud lezen van hun st, ukken, en werden ook andere Haagsche vrienden daaromtrent op dé hoogte gesteld. Het was wel eens moeilijk voor deze afgevaardigden te weten wat te doen. Zoo kwam het voor dat Capadose waarschuwde toch niet het stuk dat hij gelezen had den koning aan te bieden, terwijl Ds Molenaar adviseerde hetzelfde stuk den koning te geven. Neen, men dacht er niet aan dat „briefschrijven" tegen te gaan, immers, was het niet voor Da Costa en Capadose een vanzelfsprekend iets, dat in geval, zij aan den koning of aan leden van de koninklijke familie zonden van hun geschriften, dit deden vergezeld gaan van brieven? Van welken hoogst ernstigen en vrijmoedigen geest de inhoud van zulke brieven getuigde vindt men welUcht weinig gedrukt te lezen, doch treffend is het te lezen in de nog haast nimmer geraadpleegde brieven van Capadose, gedurende zijn driejarig verblijf in Scherpenzeel geschreven aan Da Costa, hoe nieuwsgierig, neen, zoo mag ik het niet zeggen, hoe verlangend hij is te weten en te lezen welk antwoord Da Costa wel heeft ontvangen op zijn schrijven. Da Costa sture hem toch die antwoorden; hij zal ze direct terugzenden. Men kan zich niet indenken, noch voorstellen, met welk een liefde deze mannen, en De Cock niet minder, hingen aan het huis van Oranje. Men voelt de heftige bewegingen des gemoeds als men de brieven in de haftd heeft waarvan de inhoud tintelt van Uefde en brandt van de toegenegenheid des harten tot het huis van Oranje. De sympathie voor, de vereering van, de hoop gebouwd op den prins, den bewonderden held van Waterloo, sprekende uit den eenen brief voor en den „anderen na, lijkt ons, om mij niet sterker uit te drukken, een beetje vreemd. Die liefde en hoop dreef hen zich steeds weer tot den koning te wenden en van hem een wending in den loop der dingen te hopen. Hierin was er geen verschil tussclien de Haagsche vrienden en De Cock. En daaruit, na de haast niet te beschrijven teleurstelling ondervonden door De Cock van de zijde der kerkelijke besturen, is te verklaren dat hij van plan was zich nog weer eens te wenden tot den koning. Men vergele toch niet, dat de regeermacht in de kerk eigenlijk berustte in de hand des konings. Had deze raadslieden gehad die hem hadden gewezen op het onchristelijk en onwettig handelen van de kerkbesturen in Groningen; was de koning metterdaad een overtuigd belijder geweest van de nationaal gereformeerde leer en had hij sympathiek gestaan tegenover de prediking en handhaving dezer leer, hoe gansoh anders zou dan de zaak voor De Cock hebben gestaan, hoe geheel anders de loop der dingen zijn geweest. De Cock dan wil nog niet scheiden; ja wijst deze gedachte af, en dat slechts een week vóór dat hij daartoe toch zal komen. Wat moet er dan wel in dezen tusschenlijd zijn voorgevallen? Immers zoo gaarne wordt De Cock voorgesteld als „een stij f-hoofdig man, predikant in een vergeten dorp in het Noorden des lands, die niet eens onder Bilderdijks invloed stond". Onder wiens invloed is het dan dat deze „stijfhoofdige" nu zoo onverwachts van koers schijnt te veranderen en komt tot een daad zoolang door hem weerstaan?

Uit het kamp der mannen van kerkherstel, van vroeger en van later, klinkt een bijna eenparig en eensluidend antwoord: hij is daartoe gebracht door Scholte! Echter voor ons is nog geen afdoend bewijs voor eenige waarheid de consensus omnium. Bovendien, is deze „opinio" onder de tegenstanders, de mannen van 't herstel, wel eene „communis"? De één toch oordeelt, dat De Cock na de laatste ontmoeting met het provinciaal bestuur slechts „nog een stootje in de richting van afscheiding noodig had, en dat Scholte hem dit gaf', terwijl anderen spreken van een doordrijven van de scheiding door Scholte. Ook is mij niet duidelijk, of de nadruk moet worden gelegd op „een", of op „stootje", of wel op beide woorden. Hoe dit zij: wij zullen trachten duidelijk te maken hoe De Cock tot de afscheiding kwam, en hoe het is geschied, dat hij niet gekomen is tot de uit­ voering van zijn voornemen om „weer brieven te zenden aan den koning, aan de synodale commissie enz." God kwam tusschenbeide! God sprak en De Cock luisterde en gehoorzaamde. Zoo deelt De Cock zelf mede, en dit getuigenis rust op historische en psychologische gronden.

G. KEIZER.

(Wordt vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Het eeuwfeest der Afscheiding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1934

De Reformatie | 8 Pagina's