GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoe men geschiedenis schrijft.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe men geschiedenis schrijft.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Prof. Dr Fried r. Siegmun d-S c h u 11 z e, uit Berlijn, thans „met verlof" en in Zwitserland verblijvende, heeft meer dan tien jaren geleden onder zijn leiding een groot werk doen uitkomen, getiteld: „Een heilige algemeene Christelijke Kerk", 't Werk beoogde een overzicht te geven van de Prol.-Christelijke Kerken over geheel de wereld, in haar wezen, in haar geschiedenis, in haar actie in dezen tijd. De hoogleeraar volgde daarbij de methode de verschillende richtingen, die binnen deze kerken in elk land geronden werden, te doen besclirijven door vertegenwoordigers dezer richtingen, die dus geacht konden worden „deskundigen" te zijn en daarbij toch de noodige objectiviteit in acht te kunnen nemen.

In het bovengenoemde groote werk was één deel gewijd aan „de Evangelische Kerken van Nederland". Tien Nederlandsche theologen hadden daarvoor hun bijdragen ingezonden. Dit deel werd in ons land en in Duitschland reer vriendelijk ontvangen en was spoedig uitverkocht.

Thans heeft dezelfde hoogleeraar een nieuwe uitgave van hetzelfde groote werk onder handen. Het draagt nu niet meer den titel: „Een heilige algemeene Christelijke Kerk", maar „E k k 1 e s i a" . Het derde deel dezer uitgave behandelt de Evangelische Kerken in Midden-Europa. Van dit derde deel is nu verschenen als 9de onderdeel „De Evangelische Kerken van Nederland". Dit 9de onderdeel is een boek geworden van een 176 bladzijden. 1)

Hoe breed dit werk ook voor Nederland is opgeval en uitgevoerd, blijkt wel uit wat dit deel bevat:

1. Geschiedenis der Nederlandsche Gereformeerde Kerk, door Prof. Dr J. A. Cramer.

2. De Nederlandsch-Hervormde Kerk, door Dr H. Schokking.

3. De Gereformeerde Kerken in Nederland, door Ds C. L. F. van Schelven, na diens overlijden voortgezet door Dr H. Kaajan.

4. De Christelijke Gereformeerde Kerk, door Pl-of. P. J. M. de Bruin.

5. De Gereformeerde Kerken in Nederland in hersteld verband, door Dr J. G. .Geelkerken.

6. De Evangelisch-Luthersche Kerk, door Ds P. van Wijk, na diens heengaan voltooid door Pl'of. Mr J. Loosjes.

7. De Hersteld Evangelisch Luthersche Kerk, door Ds P. Neideck.

8. De Doopsgezinde Gemeenten in Nederland, door Dr P. S. van Slogteren, na diens dood verder bewerkt door Ds F. Dijkema.

9. De Remonslrantsche Broederschap, door Ds N. Blokker.

10. De stroomiugen in de Nederlandsche Theologie van den tegenwoordigen tijd, door Prof. Dr A. M. Brouwer.

11. De religieuze beweging in de studentenwereld, door Dr H. C. Rutgers.

12. De kerkelijke Jeugdarbeid, door Dr B. A, Knoppers.

13. De Evangelisatie (Innere Mission), door Dr O. Norel.

14. Het sociale en staatkundige (politieke) aspect van het Nederlandsch Protestantisme, door Z.Ec. Prof. Dr J. R. Slotemaker de Bruine.

15. De Zending, door Ds Joh. Rauws.

16. De „opbouw" der Zendingskerken in Ned. Oost-Indië, door Ds Joh. Rauws.

17. De Nederlandsche medewerking aan de oecumenische beweging, door Pl-of. Dr F, M. Th. Böhl.

18. Oorlog en vrede naar de opvatting der Nederlandsche Christenen, door Prof. Dr G. J. Heering en Ds J. B. Th. Hugenholtz.

Prof. Dr Siegniund-Schultze merkt in zijn „Voorwoord" op, dat men vaak heeft gezegd, dat in de Nederlandsche kerkelijke beweging strijd gewoonte is en dat menige bijdrage, die in dit deel voor een bepaalde kerk door den daartoe aangezochten medewerker geschreven is, dezen indruk kan berestigen. Toch is de hoogleeraar van meening, dat men zich niet beslist door dezen indruk moet laten Béheei-sclien. Drie dingen moeten hierbij tocH in acht genomen worden:

a. de uitgesproken vr ij heidszin der Nederlanders, die zich in hun staatsinrichting, en evenzoo in de inrichting van hun kerk uitspreekt. Dat deze vrijheidszin dikwijls in uitgesproken individualisme ontaardt, is niet verwonderlijk. Voor dit individualisme is de botsing der meeningen een noodzakeUjk levenselement.

b. deze vrijheidszin van den Nederlander verbindt zich ook met een groot e vr ij moedigheidinde meeningsuitingen. „De auteurs van de opstellen in dit deel nemen in de politiek geen blad voor den mond. Zij houden het echter ook voor hun Christelijken plicht de gebreken van hun eigen kerkelijke organisatie openlijk toe te geven. Er leeft een levendige boetegeest in deze kerken."

c.inhetjonge geslacht is opkomende, en wel op grond van de oprechtheid van den vroeger gevoerd en strijd, de zin voor de eenheid der Kerk vanChrislus. „In de Christelijke Studentenvereeniging en talrijke andere groepen, die het jonge geslacht vertegenwoordigen, is het streven naar eenheid in den geest zóó sterk als nergens anders."

Nu brengt de methode, door Prof. Dr Siegmund-Schul tze gevolgd, voor de samenstelling van zijne grootsche, veelomvattende uitgave, welke 50 deelen, vereenigd in 12 banden^ zal tellen, voordeelen en nadeelen met zich mede.

Een voordeel is, dat „deskundigen" aan het woord komen, dat zijn zij, die over wat zij schrijven dege kennis hebben, omdat zij midden in de beweging zitten, waarover zij handelen, ja, daarin oen leidende positie innemen.

Het nadeel is, dat zulk een deel over „De Evangelische Kerken in Nederland" geen eenheid bevat. Elk schrijft „voor zichzelf', bestrijkt eigen terrein en spreekt over de andere instituten en stroomingen slechts in zooverre, en dit terecht, als noodzakelijk is voor het begrijpen van eigen organisme of Ijeweging. Daardoor wordt geen geheel verkregen en verkrijgt men altïoos mozaïkwerk.

Een tweede gevaar, dat bij de gevolgde methode dreigt, is dit, dat de schrijver, partij m eigen zaak zijnde, de noodige objectiviteit niet in acht neemt en zich, in de verdediging van eigen organisatiCj dat is: van ei^en standpunt, te ver laat gaan en eigen meeningen gaat verkondigen, die den toets der iilslorische critiek niet kunnen doorstaan. Men gaat een „oratio pro domo" houden.

Ook Prof. Dr Siegmund-Schultze is niet blind voor de twee hier bovengenoemde bezwaren, waardoor zijn gevolgde methode gedrukt wordt. Maar hij heeft gemeend en wel op gronden, die aannemelijk zijn, toch zijn methode te moeten volgen, n.l. de verschillende richtingen in het kerkelijk leven in Nederland, en ook wat zich daar omheen groepeert, door eigen vertegenwoordigers te laten beschrijven. Dit argumenteert hij als volgt. Evenals het politieke leven vertoont ook het kerkelijk leven in Nederland een bonte menigte van vormen, die voor het grootste deel gegroeid zijn op den bodem der Gereformeerde belijdenis. Om nu het eigene van eiken vorm te vatten en weer te geven is de methode der „Selbstdarstellung" zeer bevorderlijk, ja beslist noodig.

Om nu echter de eenheid van het geheel als „Evangelische Kerken" toch niet uit het oog te verliezen, heeft de samensteller van „Ekklesia" de methode gevolgd een geschiedkundige inleiding, betreffende de Evangelische Kerken in Nederland, te geven; benevens een .overzicht over de theologische stroomingen in ons land. Het eerste is van de hand van Prof. Dr J. A. Cramer; het tweede van Prof. Dr A. M. Brouwer.

Wij achten de gevolgde methode van werken, als hier bij zulk een uitgave als van „Ekklesia" de eenig mogelijke, al wordt zij dan, gelijk wij aangaven, door bezwaren gedrukt.

Natuurlijk geldt bij het schrijven der afzonderlijke artikelen dan voor de auteurs, dat zij objectief zijn. Voorzeker, de persoonlijkheid van den schrijver kan niet buiten beschouwing blijven. En men behoeft zijn eigen meening niet achterwege te houden. Maar men zij in alles voorzichtig, vermijde zooveel mogelijk polemiek, boude zich aan de objectieve feiten, en men zij volledig.

En nu is in deze zaak juist op menig artikel aanmerking te maken.

Wij noemen het artikel van Prof. Dr G. J. Heering en Ds J. B. Hugenholtz over „Oorlog en Vrede" naar de opvatting der Nederlandsche Christ ene n". In dit artikel wordt alleen weergegeven, wat door de zoogenaamde Vredesbeweging, en dan in anti-militairistischen zin, voorzoo^rer zij personen betreft, die een kerkelijk ambt dragen, wordt gepropageerd en gewerkt, als „Kerk en Vrede", enz. Maar daar zijn nog tal van Nederlandsche Christenen, die ook tegen den oorlog, en vóór den vrede zijn, maar over de zaken, in dit artikel behandeld, een geheel andere meening zijn toegedaan. En daarover wordt gezwegen. Hier gaat men in tegen den eiscli van volledigheid en olijectiviteit.

Wij noemen zelfs het artikel over „D e Gereformeerde Kerken in Nederland", begonnen door Ds C. L. F. van Schelven, voortgezet na diens overlijden door Dr H. Kaajan. Wanneer men in dit artikel van 8 bladzijden 4 bladzijden wijdt aan den kerkdijken strijd van 1886 en maar enkele regels aan het conflict van 1834, dan doet dit in het jaar, waarin wij ons opmaakten de Afscheiding van 1834 kerkelijk te herdenken, pijnlijk aan en wordt niet voldaan aan den eisch der volledigheid en. objectiviteit.

En, om niet meer te noemen, want bij vele artikelen zouden kantteekeningen te maken zijn, ook het artikel over „De Gereformeerde Kerken in Nederland in hersteld verband" van de hand van D: r J. G. Geelkerken voldoet niet aan den eisch, die men voor geschiedbeschrijving in een werk als „Ekklesia" mag stellen. Dit hopen wij in een tweede artikel nader aan te geven.

B. A. KNOPPERS.


1) „Ekklesia", eine Sammlung von Selbstdarstellungen der Christlichen Kirchen, herausgegeben von Friedrich Siegmutid-Schultze. III. Die Mitteleuropaischen Lander. 9. Die Evangeiischen Kirchen der Niederlande. Leopold Klotz Verlsg, Gotha, 1934.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Hoe men geschiedenis schrijft.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's