GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kinderen. wat zijn Ze?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderen. wat zijn Ze?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ni. I

KlnderGii zün raadsels! - ?

Er zijn van die kinderen, die wij „raadsels" | plegen Ie noemen.

Zoo'n raadsel was Humphrey, het kind dat Flo-1 rence Montgomery ons heeft uitgebeeld in haar ! wereldberoemd „Verkeerd begrepen". !

Zoo'n raadsel was ook Bertus, de leerling die f ik nu, na jaren, weer voor me zie. Het uiterlijk beeld van Bertus was trouwens ook zoo, dat men ! hem niet licht zou vergeten. Het meest opvallende, 1 nu niet bepaald het mooiste, waren z'n groote zeilooi'en. „Bertus", zeiden we zoo in de wandeling, „vlagde altijd". Opvallend ook was de mond, f de mond waar altijd een vraag omheen speelde, i Zeer karakteristiek en prachtig wai-en z'n oogen: f groote, hemelsblauwe oogen, waarin iets droomde van dingen die heel ver zijn en heel mooi. !

De vriendschap met den meester was wel de grootste vreugde in z'n leven. Hij kwam uit een arm en niet blij gezin. Had hij daarom zoo'n behoefte aan zon en aan stille humor, welke de mensch verzoent met de grauwe werkelijkheid ! van het leven?

Zoo in de Idas kon hij zijn meester recht in de oogen kijken met dien blik van 't onderling elkaar j verstaan, dat blijkbaar een mooie rust en zeker-I heid gaf in z'n jongensleven. 1

Denk nu niet, dat Bertus een droomer en fan-1 tast was die de werTielijkheid ontvluchtte. Integendeel: hij zag daarin wat niemand zag. —

't Was een prachtige zomernamiddag. Door het openstaande schoolraam kwam een vlieg binnengonzen en het beestje cirkelde om meesters hoofd als 'n vliegmachine welke geen geschikt landings-I terrein kan vinden, 'n Interessant ^eval! Dat vond Bert ook. Hij had het al lang in de gaten. Wat zou die , , mug" nou doen? I

Zou ie? ... I

Op meesters jeugdige kruin was een open ruimte, die soms glinsterde als 'n open plek in het zon-I beschenen bosch.

En wat deed nou die mug? Die gonsde maar... fladderde eventjes her en der... keerde terug... en streek precies neer in het wak op meesters hoofd. Was dat nou niet prachtig?

„Meester", zei Bert zachtjes — en trok zijn baas vertrouwelijk aan de jas — „Meester, d'er zit een mug op Meesters hoofd."

„Nou, wat zou dat? "

„Hij gaat baantje glijden. Meester!"

Ja, die Bertus zag meer meesten. — en anders dan de

De mobilisatie kwam en ook Bertus' meester moest „opkomen". De meeste kinderen waren luidruchtig bij hel afscheidnemen — alleen Bertus was teruggetrokken, verlegen.

Na enkele maanden ging de meester-soldaat z'n kinderen eens opzoeken. In militair: dat was veel leuker.

Wat of die Berlus oogen opzette! Toen de meester-generaal — want dat moest hij toch minstens wel zijn — het lokaal binnentrad en in de rijen tusschen de banken z'n oude klas zoo eens doorging, slreek Bertus — niemand zag het, maaide meester merkte het wel — over zijn tuniek.

„Zoo Bert, hoe gaat het met jou? " Zijn oogen klampten zich vast aan z'n ouden vriend. Toen 's avonds laat, in de kazerne, een soldaat zijn tuniek uittrok en de zakken doorzocht vond hij, in een hoekje verscholen, 'n „oapeneutje" — het offer van Bert.

Ja, ja, kinderen zijn raadsels. In zoo'n lelietje der dalen is toch meer dan Salomo's heerlijkheid — hot kleine Gods is altijd meer dan het groote dat menschenhanden werken.

Naast dit alles en daarin centraal de speldrift, is vooral ook — hoewel later uittredend — de weet drift een wezenskenmerk van het jonge leven. Een echt kind is ook een echte vraag-al en al maar vragende drijft het ons wel eens in het nauw. Wat Idnderen al niet vragen kunnen! Wij willen ons er dan wel eens afmaken, doch juist in die vragen opent zich het hart, waaruit immers ook bij het kind de uitgangen des levens zijn.

In zijn diepste wezen is al dat vragen een vragen naar den oorsprong der dingen — naar God. Het kind staat nog vol bewondering te midden van Gods rijke schepping, het voelt zich meer verwant aan en een met de dingen rondom. Het ziet in een plant, in een dier, zelfs in een dood ding medeschepselen. En met de wondere gave der fantasie doorwandelt het den schoonen hof der natuur. Is het wonder^ dat het maar aldoor vraagt naar het „waarom" en naar het „vanwaar". Onze bewondering is vaak al uitgedoofd en reikt niet tot aanbidding en onze verwondering vervlakt tot een nuchterheid, welks denken niet verder gaat dan wat voor oogen is en die in de practische bruikbaarheid der dingen wel eens den eenigen maatstaf heeft, waarmee ze alles meet.

Bij kinderen is dat alles zoo geheel anders. Er zijn onder hen geboren dichters en rasechte filosofen. „Ik heb", zegt Querido ergens, „gesprekken van kinderen beluisterd, die ik honderdmaal tragischer, diepzinniger, fijner en vernuftscherpender vond dan boeken van wijsgeeren met veel namen. Kinderen onder elkaar hebben een gevoelsvrijmetselarij, waar groote wezens nooit inkomen, tenzij ze zelf in zich behouden hebben iets arge­ I loos, iets aansprekends-spontaans en teeder-meevoelends. Er zou een groot boek te schrijven zijn over het verbeeldingsleven van het kind. Men zou bemerken, hoeveel dichtertjes er bestaan, die toch nooit 'n verzenboek hebben uitgegeven, " I I S

Wie kan zeggen, wat er droomt en peinst in een kinderziel?

L. VAN KLINKEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Kinderen. wat zijn Ze?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1934

De Reformatie | 8 Pagina's