GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bezuiniging en onderwijs,

In een vergadering van district IX van den Schoolraad (17 Mei a.s. te Goes), hoopt de heer J. Laport van Goes te refereeren over het bezuinigingsrapport. Via „Zeeuwsche Kerkbode" nemen wij diens stellingen over:

1. Het voorgestelde beziiinigingsrappoTt moet worden gezien in het licht der historie vEm het onderwijs in de 19e eeuw.

2. Het is door de tegenwoordige tijdsomstandigheden onvermijdelijk geworden.

3. Een groote verantwoordelijkheid draagt hij, die weigerachtig zou zijn naar zijn vermogen aan de oplossing van de moeilijkheden, waarin het onderwijs is gekomen, mede te helpen.

4. De oplossing mag echter nimmer leiden tot prijsgeving van de onaantastelijke grondslagen der geestelijke vrijheid.

In verband hiermede treft ons wat de heer H. Algra schrijft in „Leeuwarder Kerkbode":

De concentratie van bijzondere scholen zal niet dwinstend worden opgelegd. Wat ook verstandig is. Maar de zijdelingsche drang tot combineeren wordt niettemin, als dit ontwerp wordt aancenomen, wel heel sterk. Op zich zelf zou dit geen bezwaar zim. Als het zich maar beperkte tot die scholen, waar concentratie inderdaad zonder overwegend bezwaar kan geschieden. Maar nu is het plan, dat scholen met minder dan 60 leerlingen niet meer zullen worden gesubsidieerd. En dat kan fataal worden. We laten nog rusten, dat voor grootere gemeenten het getal zestig nog niet voldoende is. Ook dat kan in Friesland met zün groote gemeenten een rol spelen. Als men in Den Haan- een wet uitbroedt, waarin gesproken wordt over gemeenten van zooveel of zooveel zielen, dan staat de heeren altijd een dorp of stad met zulk een zielenaantal voor den eeest. En ze hebben er ceen hecrip van. dat gemeenten als Wonseradeel en Wijmhritseradeel, Tietierksteradeel en Smallingerland een geweldige onpervlakte beslaan. Wanneer zulk een gemeenta meer dan 10.000 zie'en telt, mag zii daarom niet op een liin worden p-esleld met een stadje, dat een zelfde aantal inwoners heeft.

We komen hieron evenwel nog terug.

N" willen we i"PPrlR wü^en n" het gevaar, dat dx'pigt, wanneer de scholen met minder dan 60 leerlingen overal moeten verdwijnen. Dat is voor sommige streken eenvoudiPT een ramn. En het kan alleen worden goedeenraat door menschen. die van de toestanden op het platteland, b.v. in Friesland, niet on de hoestte zijn. Gaat de^e regeling door. dan kan BerliVnm zijn twee Ghristeliike .scholen behouden. Maar Warlena ziet zün eene schooltie verdwiinen. In deze tegenstelling komt juist de kwestie scherp naar voren. Eenigszins grootere scholen, al staan ze hiina hoven op elkaar, behouden hun volle rechten. Maar de kleine

schooltjes in de kleine Evangelisatiecentra, midden in een Roomsclie of moderne omgeving, worden eenvoudig weggeveegd. Als er in zulke kleine plaatsen als Wartena een openbare school is met minder dan zestig leerlingen, dat is geen bezwaar. Die blijft wel bestaan. Wordt alleen opgeheven, als de leerlingen zonder veel bezwaar naar een andere openbare schooi kunnen.

Als hetzelfde niet aan de ouders van de leerlingen van onze scholen wordt gewaarborgd, dan is de schoolstrijd heropend.

Reform-paeda gogiek.

In dezelfde vergadering hoopt Dr S. O. Los te spreken over reform-paedagogiek. De stellingen van Dr Los luiden:

1. Bij de bepaling van het doel der opvoeding, het toekomstig maatschappelijk leven, overschatten de Reformers (Key, Dewey e.a.) de beteekenis van het natuurlijk en het sociale leven. Daardoor vormen zij een tegenwicht tegen de religieuse doelstelling, waarbij vaak het natuurlijk en sociale leven onderschat worden. Beide doelstellingen gelden, elk in zijn plaats

2. Inzake het uitgangspunt, het kind, huldigen de Reformers meest de Pelagiaanse opvatting van zonde en genade. Alleen op het terrein van Gods gemeene genade, de cultuur, de taal, het milieu enz. geven ze ons waardevol materiaal, om het kind te leeren kennen.

3. De opheffing van het klasse-systeem in de school, als leereenheid, is voor de Bjjb. Geschiedenis-les onbruikbaar. In enkele leervakken kan echter een synthese van klassikaal en individueel onderwijs goed werken, met het oog op de latere zelfstandigheid van de leerlingen.

4 De werksohool van de Reformers heeft de cultuleele aardrijkskunde tot concentratievak en is voor de Scholen met den Bijbel, die de Bijb. Geschiedenis als zoodanig hebben, onbruikbaar. Toch kan de Ghr. paedagoog van hen leeren hoe hij rekenen moet met de zelfwerkzaamheid van het kind en de bestemming van den leerling tot den arbeid.

5. De tucht ontbreekt niet op de Reform-school, maar ze is meest indeterministisoh (absolute wilsvrijheid) en offert vaak het gezag op aan de vriji held. De School met den Bijbel gaat uit van het gezag Gods, dat op ouders en leiders is gelegd, doch wordt er aan herinnerd door de Reformers, dat ook de leerling een zekere vrijheid in eigen kring van God heeft ontvangen.

Een stem uit Amerika over de Oxford-groep.

Er is in onze pers veel geschreven over de brochure van Ds Both. Het was te veel voor ons, om het over te nemen; daarom hebben wij, hoewel er zeer goede artikelen over geschreven zijn, moeten afzien van ons eerste voornemen, om uit de artikelen van Dr Dijk e.a. in Persschouw te citeeren. Thans echter vinden wij een stem uit het buitenland vermeld. Ds B. A. Bos te Assen schrijft in „Asser Kerkbode" het volgende:

Deze week ontving ik van een broeder uit Amerika (Canada), die een trouw lezer is van onze „Asser Kerkbode", een hartelijk schrijven, naar aanleiding van mijn artikelen in onze Kerkbode over de Buchman-beweging. Onder meer schrijft hij hierin: „Uit een en ander krijg ik den indruk, dat men in Holland denkt, dat er in de Oxford-groep nog wel iets goed is. Hier, dat is in Canada en Amerika, wordt deze beweging door elke groep, die nog vasthoudt aan Gods Woord, veroordeeld. Terwijl de moderne predikanten, vooral die der Linited presbyterian Church, er mee dwepen en als sprekers er voor optreden. In die kerken is de strijd nu niet voor of tegen den Christus, maar voor of tegen de Oxfordgroep". Tegelijk zond hij me toe een werkje van Dr A. C. Gaebelein, getiteld „Buchmanism called now the Oxford Group Movement". In dit werkje staan heel mooie dingen, en in mijn volgende artikelen hoop ik er nog wel eens op te attendeeren.

Hoewel we niet mogen vergeten, dat de Buchmanbeweging in ons land veel „beter" is dan in Amerika, ben ik toch zeer dankbaar voor dit bewijs van meeleven. Vooral in onzen ernstigen tijd moeten wij de geesten beproeven.

Een vrijzinnig hoogleeraar aanvaardt de drie formulieren.

In „Kerk en Wereld" (vrijzinnig) komt een verslag voor van een vergadering van Vrijzinnig Hervormde Predikanten. Daar waren er 95 aanwezig. Dr H. de Vos sprak over „kerk en belijdenis". Aan de discussie werd deelgenomen o.m. door Prol. v. d. Bergh van Eysinga. Deze sprak, naar het verslag, zich aldus uit:

Prof. V. d. Bergh van Eysinga is voor een belijdenis. Maar niet voor één, die deze of een grooter vergadering met meerderheid van stemmen zou vaststellen. We hebben een belijdenis: de drie formulieren van eenigheid. Die aanvaardt hij; niet naar den letter, maar in geest en hoofdzaak. Noch Bijbel, noch belijdenis eischen letter-geloovigheid. De Bijbel zegt: de letter doodt. De letter is een geestelijke moordenaar, die wij vóór moeten zijn. Wij moeten hem dooden, vóór hij ons doodt; dan komt de Geest voor den dag. Daar gaat het om en meer mag de Kerk niet eischen; dat zou in strijd zijn met het Christendom.

Het verslag moet op het punt van die belijdenis-aanvaarding wel juist zijn, want de inleider merkt in zijn beantwoording van de sprekers het volgende op:

Dr de Vos beantwoordt de sprekers. Het meeste is niet tegen zijn inleiding gericht geweest. Hij is dankbaar, dat zijn referaat blijkbaar zuiverend heeft gewerkt. Het is wel eens goed, dat complexen worden afgereageerd. Tegen de drie formulieren van eenigheid heeft hij bezwaren en hij kan ze niet aanvaarden gelijk Prof. v. d. Bergh van Eysinga.

Het spreekt vanzelf, dat wij het met den inleider op dit punt eens zijn. Natuurlijk niet wat de niet-aanvaarding betreft, maar wel wat het eerlijk uitspreken van deze niet-aanvaarding aangaat. Het is ook niet noodig, in te gaan op de exegetisch kromme uitspraken, die Prof. V. d. Bergh van Eysinga zich veroorloofde over „de letter". Wij citeeren het verslag alleen maar, om te doen zien wat men tegenwoordig zoo al verstaat onder aanvaarding van de belijdenis. De één kan hier ja en neen verbinden met behulp van de „geest-en-hoofdzaak"theorie, de ander kan het doen met het formeele schema, dat bekend is uit de dialectische theologie. Men moet de oogen openhouden. Doen wij nu weer aan verdachtmaking?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's