GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Literaire Itantteelteningen. De dialoog in de christelijke literatuur.

III. (Slot.)

Aansturen op de kern.

Het ligt niet in mijn bedoeling, door het gevein van meerdere voorbeelden deze aanteekéningeA te uitgebreid te maken.

Over het algemeen mogen wij niet klagen over den dialoog in het werk onzer jotigere auteurs. Doch om nog even te bewijzen, dat men niet bepaald „jong" in jaren behoeft te zijn om een modernen dialoog te schrijven, wijs ik op het werk van Ds H. J. Heynes, die den dialoog als éeö scherp wapen hanteert.

Ds Heynes is altijd zijn eigen weg gegaan, heeft zich niets van 1880 aangetrokken, en bereikte in zijn „gesprekken" een felheid, een kortheid, waaraan menig „zakelijk" ingesteld auteur van '1935 niet kan tippen.

Aan den vader van het Noord-Hollandsch jongetje Aldert, wordt door een man^ „die van 2000 kippen beslaat", gevraagd of zijn zoontje bij hem te werk kan komen. Dan lezen we:

„Me vrouw is binnen, " zeide de vader. Deze groote kippenhouder deed im binnen zijn vraag, „'s Kijken of ik 'm zie, " antwoordde zijn moeder. Ze riep haar zoontje van de straat. „Wille je bij deuzen man werreken? " vroeg ziji.

„Neen", sprak het jongetje Aldert. „Ie zeit „nee", " zeide zijn moeder tót den inan.' • „Dag vrouw, " zei de man. • ' •• i „Nou, 'edag, " zei de moeder van het jongetje Aldert.

Aan dit dialoogje behoef ik niets toe te voegeö.

Resumeerende vraag ik: kunnen de jongere auteurs niet wat meer aansturen op de kern van het gesprek?

Zouden onze romans er iets aan verliezen, wanneer op de vaak ellenlange en meestal vrij onbenullige gesprekken eens duchtig „bezuinigd" werd?

Zou een „turf" als „Jeugd Steigert" van Nelly van Dijk—Has (zij 't dan in wat smallere lijn) niet heel wat meer genietbaar zijn geworden, als. de schrijfster afstand had kunnen doen van de tallooze niets om 't lijf hebbende „gesprekjes"?

Ik weet, dat een schrijver somtijds, voor het typeeren van een bepaald slag menschen, een dialoog moet geven, waaraan hij zelf niet direct „pleizier" beleeft. Doch hij verlustige zich niet in een uitvoerige reportage van zulk gepraat.

Het „laat uwe woorden weinige zijn", mocht wel als „tekst" op menig dames-schrijfbureautje staan.

Als reactie op den uitvoerigcn dialoog zie ik de korte, brokkelige gesprekken in „Marceline" van Houwink. Als overgang verklaarbaar, doch wij kunnen bij reactie alleen niet leven.

Ik geloof aan de mogelijkheid voor onze jonge christelijke literatuur, n ü een vormgeving te vinden, welke regelrecht aansluit op onzen tijd.

Dat is allereerst een beheerscht tempo. Wij moeten het aandurven wat minder over de dingen te redeneeren, en wat meer te luisteren naar het leven zélf.

•Vooral ook, door de menschen, die wij in onze boeken scheppen, wat meer vrijheid van leven te gunnen.

Door voldoende tempo te geven, voorkomen we gerechtvaardigde verveling bij de lezers. Het is met een roman vaak als met een preek: pas op voor het doode punt.

Neen, wij behoeven niet te vreezen voor oppervlakkigheid, wanneer wij de breedte verwisselen voor de diepte.

Tucht onontbeerlijk.

Laten we zuinig zijn met den dialoog. Slechts voor wie over de kracht van den dramaturg beschikt, zij het geoorloofd gebruik te maken van den langeren dialoog, die in zulk een geval een hoogtepunt in den roman kan worden.

Laten de anderen (de meesten) zich eerst eens bezinnen op den dialoog in hun werk. Het zou een weldaad zijn, als onze christelijke literatuur verlost werd van al die „praterige" romans.

Dat ongemotiveerd en storend tusschenplakken van dialogen is literair niet te verantwoorden. Vooral de auteurs, die aanleg hebben voor de copiëerlust des dagelijkschen levens, moeten daarvoor oppassen. Ook hier blijkt, dat de meeste auteurs zich de moeite niet getroosten, eens wat Vakkennis op te doen. 'Het schrijven van een roman "is slechts voor 50 pet. intuïtie, de rest is vak- ' kennis.

Niet alleen ons beschrijvend proza, ook onze dialoog moet geladen zijn.

• Het is natuurlijk onredelijk, aan andere auteurs ©en keurslijf op te dringen waaraan ge zelf nog moet wennen,

• En er is nog een groot gedeelte van het lezerspubüek, dat op uitvoerige dialogen in den roman prijs stelt.

Het is nu nog maar de vraag, of wij immer achter het publiek moeten aankomen of het pubüek achter ons. Ik ben geneigd, na diverse experimenten, voor het laatste te kiezen.

En dan denk ik hierbij aan die jongere auteurs, die hun vormgeving nog niet hebben gevonden, die nog, bij wijze van spreken, alle kanten uit kunnen.

Wie voor den modernen dialoog kiest, kiest voor de tucht.

En die is onontbeerlijk voor het scheppen van kunst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's