GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Historie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Historie

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Groote Tuflor-Flguren. (Scbetsen uit den tijd der Reformatie In Engeland en Schotland.)

Koningin Elizabeths religie en p olitiek.

In een weekblad iets te zeggen over Koningin Elizabeth, is een bijzonder moeilijke taak. Een boek over haar te schrijven, zou gemakkelijker zijn. Maar een boek over haar te schrijven, dat haar beeld in alle opzichten juist zou schetsen, , zou misschien een levenswerk vereischen, dat niettemin gevaar zou loopen nog onbevredigend te eindigen.

Vele raadselen ten opzichte van Elizabeth zijn tot dusver onopgelost gebleven, en sommige zullen wel nooit tot een bevredigende solutie gebracht kunnen worden.

Ik zal hier uitteraard slechts enkele trekken van haar beeld trachten te geven.

De wonderlijke huwelijksmanipulaües van Hendrik VIII hadden Elizabeth, evenals haar oudere halfzuster Maria, het stigma der onechtheid op^ gedrukt. Maar een Parlementswet had beider recht op de opvolging erkend, en had aan Hendrik de vrijheid gegeven bij testament de erfopvolging te regelen. De volgorde was: Eduard VI, . Maria, Elizabeth,

Elizabeth ontving, evenals Maria en Jane Grey, een zeer zorgvuldige opvoeding: Latijn, Grieksch, Fransch, Spaansch, en Italiaansch, werden haar door kundige leermeesters (waaronder de beroemde Ascham) onderwezen en op het spinet was zij zoo vaardig, dat zij zich later, toen zij koningin was geworden, graag spelende liet „verrassen" door ambassadeurs van vreemde mogendheden.

De Roomschen konden natuurlijk nooit de wettigheid van haar geboorte toegeven: daarmee zouden zij immers erkennen de wettigheid van de scheiding van Catharina van Arragon, die ten slotte tot stand was gekomen tegen den uitgesproken wil van den Paus. Voor de Roomschen, voor de Roomsche Maria, was Elizabeth de dochter van de a m i e van Hendrik VIII. Ann Boleyn en haar dochter Tiadden de wettige koningin Catharina van Arragon, met de wettige prinses Maria, schandelijk verdrongen. Daar veranderde geen parlementswet en geen testament van den dwingeland Hendi; ik VIII iets aan. Dat was en bleef het Roomsche standpunt; ook van Maria, hoewel uiteindelijk haar Tudor-bloed en naüonaal gevoel te sterk spraken, om de Roomsche Maria Stuart van Schotland, de achterkleindochter van Hendrik VII, maar een werktuig van Frankrijk, (later van Spanje), als haar opvolgster te erkennen.

Dus werd EÜzabetli als vanzelf naar de zijde der Protestanten gedrongen, hoewel wij ons, helaas, van haar godsdienstige overtuigingen geen groote voorstelling kunnen maken.

De Paus, Frankrijk, later Spanje, in het algemeen de Roomschen, waren haar natuurlijke vijanden, daarom zocht zij aansluiting bij de Hugenoten in Frankrijk en bij de opstandige Nederlandsche gewesten.

En in haar eigen land bij haar Protestantsche onderdanen. En daar zij, evenals Hendrik VIII, van een zeker ritueel hield, is het te begrijpen, dat zij zich aansloot "bij Cranmers hervormingen onder Eduard VI: zij vestigde voorgoed de Anglicaansche Kerk, nu met de belijdenis der 39 artikelen, een belijdenis, waarop Calvijn en Knox niet veel aan te merken hadden; met Cranmers

„Book of Common Prayer"; met ©en bisschoppelijke kerkregeering (vandaar ook: Episcopaalsche of Bisschoppelijke Kerk), priestergewaden, altaren en ceremoniën die sterke overeenkomst bleven vertoonen met die van Rome. Canterbury ligt halverwege tusschen Rome en Geneve.

Maar misschien gaan we niet te ver als we zeggen, dat Elizabeth voor zichz^elf nauwelijks oenige bepaalde godsdienstige overtuiging had. Uiterlijk was zij een Protestante, doch het was de politiek, en wel een sterk Macchiavellistisch georiënteerde politiek, die haar houding bepaalde. Natuurlijk bleef — het behoeft van deze dochter van Hendrik VIII nauwelijks gezegd — de vorstelijke suprematie over de kerk. Ongetwijfeld kon Elizabeth zich aansluiten bij het later door haar opvolger Jacobus I (zoon van Maria Stuart) geformuleerde aphorisme: „No Bishop, no King", geen bisschop, geen koning; maar ook het omgekeerde was werkelijkheid voor haar, en principieel zelfs in de eerste plaats.

Hiet behoeft dan ook niet te verwonderen, dat zij niets moest hebben van de Puriteinen (= zuiveraars), die niet slechts de Anglicaansche Kerk wilden zuiveren van de Bisschoppen en andere Roomsche smelten, maar ook, naar het haar toescheen, de orde wilden omkeeren: niet de kerk oen instrument in handen van den staaj^ maar de staat leen werktuig der bestuurders van de Kerk.

Daar was een richting onder die Puriteinen'), welke de Presbyteriaansche werd genoemd, omdat ze de plaatselijke kerken bestuurd wilden zien door Presbyters of Ouderlingen, terwijl ze dan verder een zeker aantal plaatselijke kerken wilden vereenigen in een classis; boven de classes moesten staan de provinciale synoden, en daarboven de Nationale Synode.

De vader van deze Presbyteriaansclie richting was Thomas Cartwright, die gestudeerd had te Geneve. Hij ook wensclite een nationale kerk^ ©vengoed als de Anglicanen (Episcopalen), maar met de Presbyteriaansche kerkregeering. Volgens hem was het de plicht van den staat, d; e beslissingen der kerkelijke leiding uit te voeren: „to see their decrees executed and te punish the contemners of them" (te zorgen dat hun besluiten werden uitgevoerd en de verachters er van te straffen).

Ho© vreemd het denkbeeld van godsdienstvrijheid over het geheel was aan de 16e eeuw, blijkt ook hier: Cartwright eischte alleenheerschappij van zijn kerk op Presbyteriaanschen grondslag, en strenge maatregelen tegen „ketters", zelfs als ze berouw getoond hadden: „Ik ontken", schrijft hij, „dat op berouw kwijtschelding van de doodstraf moet volgen... Ketters moeten ter dood gebracht worden. Als dit bloedig en overdreven is, dan wil ik wel zoo genoemd worden met den Heiligen Geest".

Toch waren er onder de kleine luiden in Elizabeths tijd reeds die, al was het nog met zwak geluid, begonnen op te komen voor godsdienstvrijheid. Het waren de „Separatisten" (zoo werden ze door hun vijanden minachtend genoemd), later ook vaak „Brownisten" geheeten, naar een hunner leiders, Robert Browne, die tijdens Elizabeth moest uitwijken en een paar jaar de voorganger is geweest van een groep gelijkdenkende uitgeweken landgenooten te Middelburg. Dit zijn de oorsprongen van wat later (in de 17e eeuw) Independentisme of Congregationalisme genoemd wordt: zij wilden dat iedere „congregation" (gemeente) absoluut „independent" (onafhankelijk) zou zijn; meerdere „gemeenten" konden wel tot onderhngen raad en steun in overleg treden, maar bindende besluiten boven die van de plaatselijke kerk zelf werden niet erkend, evenmin als eenige invloed van de overheid. ^)

Tegenover deze „Separatisten" stond Cartwright schier even fel als tegenover de Episcopalen.

Elizabeth verfoeide al die Puriteinen, en vervolgde hen als het haar te pas kwam: zoowel Cartwright als Browne hebben bij herhaling met de gevangenis kennis gemaakt.

„Geen bisschop, geen koning" en de koning, de staat, wetgevend in kerkelijke zaken. Cranmer kon zich slechts vlak voor zijn martelaarsdood aan de heerschappij dezer typisch 16e eeuwsche gedachte ontworstelen. En ze was essentieel voor de binnenlandsche politiek van de ongodsdienstige Elizabeth. Tijdens Maria boog zie zich noodgedwongen, misschien zelfs om baars levens wil, onder het haar opgelegde juk der Roomsch-Katho- Heke Kerk. Zelf koningin geworden, eischte zij conformiteit met den kerkvorm dien zij had ingesteld.

Uit dit alles nu is duidelijk, dat zij onmogelijk kon sympathiseeren met de Hugenoten in Frankrijk en de opstandige Calvinisten in de Nederlanden. Dit streed geheel met haar absolutistische opvattingen van de koninklijke macht, ook in kerkelijke zaken, en met haar liefde voor ritueel.

Dat zij niettemin de Hugenoten in Frankrijk steunde, kwam omdat haar mededingster Maria Stuart van Scliotland, volgens de Roomsch-Katholieken de wettige koningin van Engeland, de dochter was van Maria de Guise en de nicht dus van Hendrik de Guise, den machtigen leider der Roomsche partij in Frankrijk; omdatdeze Maria Stuart, de jonge koningin van Schotland, gedurende een jaar, als gemalin van Frans II, ook koningin van Frankrijk was; en omdat het dus tijdelijk scheen alsof de geheele macht van Frankrijk — uitgezonderd de Hugenoten — adhter deze rivale zou komen te slaan.

Eerst geeft zij hoop aan den harteloozen, vreeselijken Filips II, die dadelijk na den dood van de door hem verwaarloosde Maria naar haar hand dingt (men vergete niet, dat zij tijdens Maria uiterlijk Roomsch is geweest). Maar als door Filips en haar de vrede met Frankrijk is gesloten, en Filips, door haar teleurgesteld, de Fransche prinses Isabella van Valois heeft gehuwd, dan wordt de verhouding koeler, en als dan langzamerhand het gevaar van de zijde van Frankrijk minder wordt, - doordat Frans II is gestorven (1560) en Maria Stuart eenzaam naar haar nevelige koninkrijk in het Noorden teruggekeerd, daar veel moeilijkheden en geen noemenswaardigen steun van Frankrijk krijgt, terwijl Frankrijk zelf door binnenlandschen strijd verscheurd wordt, dan verandert geleidelijk het tooneel: Filips II wordt Elizabeths meest geduchte vijand, om wiens kracht te verzwakken zij de Nederlandsche opstandelingen gaat steunen.

Engeland, onder Elizabeth eindelijk tot rust gekomen na de stormen der regeeringen van Hendrik VIII, Edward VI en Maria, was als herboren door de twee groote geestelijke bewegingen der 16e eeuw: Renaissance en Reformatie. Deze jonge, krachtige nalie had al den wilden ondernemingsgeest der jeugd. Hendrik VIII had Engeland een zeemacht geschapen. Het verlies van Calais had de band met het vasteland doorgesneden. De regeering van Maria had de insulariteit der Engelschen zeer versterkt: weg met Rome, weg met den Spanjaard. Ze hadden nu eein koningin, die zich er op beroemde „mere English", louter Engelsch, te zijn: en inderdaad, men moest tot Catharina van Valois, de vrouw van Hendrik V (begin 15e eeuw) teruggaan, om in Elizabeths voorgeslacht een droppel vreemd bloed te speuren. Engeland, en alléén Engeland, en de oceanen haar gebied, dat werd de leus dier koene zeelieden zooals Drake en Raleigh — eigenlijk niet veel meer dan zeeroovers intusschen — die uitzwermden om inzonderheid de Spanjaarden te bestoken en te berooven in hun rijke gewesten over zee. Daar, in de „Spanish main" (de zeeën en kusten van Spaansch Amerika; West-Indië en omgeving) stoorden zij er zich niel aan of het vrede was met Spanje in Europa. En Elizabeth liet hen begaan. Het bracht haar geld, en verzwakte de macht van den vorst, naar wien Maria Stuart en de Roomschen steeds meer opzagen als hun beschermer, en die zich steeds meer bereid toonde dat^ ook als kampioen der Roomsche Kerk te^en de nu kettersche koningin van Engeland, te zijn.

Zucht naar avontuur had ook vele Engelschen als vrijwilligers dienst doen nemen in de Nederlanden tegen de Spanjaarden. Reeds eerder hadden Protestantsche ballingen uit ons land een toevlucht gevonden in Engeland '(vreemde wegen der politiek: soortgelijke ballingen uit Elizabeths rijk zochten weldra heul bij ons ^) en hadden de Watergeuzen hun buit in Engelsche havens kunnen verkoopen. En wel had Elizabeth dat later verboden (wat intusschen leidde tot de inneming van Den Briel, den dageraad onzer vrijwording), maar het gebeurde daarna toch weer dat Spaansche schepen, zelfs met geldzendingen, werden opgebracht naar Engeland, wat de actie der 'Spanjaarden in de Nederlanden verzwakte.

Ten slotte, toen Filips II geheel de zaak van Maria Stuart had omhelsd, en de Nederlanden dreigden onder te gaan na den dood van Oranje, wat een doodelijke bedreiging voor Elizabeth zou inhouden, besloot zij haar gunsteling, Robert Dudley, Graaf van Leioester, te hulp te zenden.

Maar 'twas niet om aan de opgestane gewesten de volledige overwinning te bezorgen. Zij waren ook voor haar, de autocratische Tudor, rebellen, 't Was alleen om de wondeplek die Spanje's krachten verteerde, open te houden. Dat verklaart haar geven met de ©ene hand en nemen met de andere. Dat verklaart ook haar toorn toen Leicester zich feitelijk — al was hel niet formeel — de souvereiniteit over de Nederlanden liet opdragen en hij gemeene zaak maakte met de gehate Calvinistische Puriteinen daar. Dit verklaart, in één woord, de mislukking — voor ons — van Leicesters zending. Maar het paste bij Elizabeths politiek van uitstellenj afstellen liefst: haar gevaarlijke jeugd had "haar afkeerig gemaakt van onherroepelijke beslissingen.

In het geval van Maria Stuart, sinds 19 jaren een gevangene in Engeland en een brandpunt van samenzweringen, werd zij echter tenslotte gedwongen te handelen. Maria's hoofd viel op het blok (1587). Dit verhaastte de komst van de geweldige vloot, die Filips, de besluitelooze, eindelijk besloten had uit te rusten tegen het hem zoo lang en overal tegenkomende Engeland. Maar het. ontnam er bij voorbaat alle .succes aan: alleen een opstand in Engeland had aan een Spaansohen inval succes kunnen bezorgen, en het vereeni^ngspunt daarvoor was weg.

De Armada kwam en ging te niet. Engeland stond innerlijk en uiterlijk sterk te midden der natiën, en het beheerschte, met de HoUandscbe bondgenooten, de zeeën. Elizabeths politiek was geslaagd. Haar taak was feitelijk afgeloopen.


1) De meeste Puriteinen bleven in Elizabeths tijd en nog lang daarna in de Anglicaansche Kerk, hopende die te „zuiveren".

2) John Robinson, (gest. 1625), de predikant van de Engelsc'he gemeente te Leiden, waarvan de „Pilgrim Fathers" zijn uitgegaan naar Amerika, wordt beschouwd als de grondlegger van het eigenlijke Independentisme of Congregationalisme.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

Uit de Historie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's