GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Benige opmerkingen over en naar aanleiding van „GeJioortebeperlcing" door T. Oldenburger.')

IV.

In ons vorig artikel zagen we, hoe het te betreuren viel, dat Oldenburger het vraagstuk der geboortebeperldng niet in breeder verband geplaatst heeft. Daardoor bleef het boek te veel aan de oppervlakte en beperkte het zich te veel tot een aangeven van de middelen om het Neo-Malthusianisme als georganiseerde beweging Ie bestrijden en zijn invloed ook op de geloovigen tegen te gaan, terwijl het niet teruggreep op de diepere oorzaken, waarvan het een logisch gevolg was. Teveel werd zoo een symptoom J3estreden en de wortel van het kwaad onaangetast gelaten. Door ons werd toen betOiOgd, hoe er een verband bestaat tusschen de ontwikkeling van het wereldleven onder invloed van ongeloof en revolutie en de toejiemende geboortebeperking, onverschil- Ug, of deze nu door de „middelen" van. het Neo- Malthusianisme of door andere prac|jjken was tot stand gekomen. We meenden, dat een onderzoek daarnaar van de grootste beteekenis moest wezen, omdat daaruit te constateeren zou zijn, in hoeverre ons Christelijk leven door denzelfden geest was aangetast, waar toch ook in eigen kring een duidelijke daling van het geboortecijfer viel waar te nemen en deze daling al heel moeilijk beschouwd kon worden als vrucht van eigen levensbeginsel.

Nu ligt zulk een onderzoek niet in het bestek van deze artikelen. Maar toch wil ik er iets vau zeggen, om mijn bedoelingen te verduidelijken.

Het is, zooals door ons dan reeds meer dan eens opgemerkt werd, speciaal het beginsel der Fransche revolutie, dat den weg tot de moedwillige geboortebeperking gebaand heeft. Zeker, de diepste grond van haar ontstaan ligt in de verlating van God en Zijn gebod. Maar op zichzelf behoeft dit laatste niet te leiden tot een vermindering der geboorten. Wie zien, hoe in Duitschland het nationaal-socialisme krachtens zijn wezen leen sterke tegenstander is van het Neo-Malthusianisme. Maar deze tegenstand komt waarlijk niet voort uit motieven van Christelijk-godsdienstigen aard.

Maar hier is het de leus van vrijheid, gelijkheid len broederschap, die de menschheid betoovert. De rede is nog altijd de godin, die men aanbidt en van wie men alle hulp verwacht. Met haar breekt men af wat in de historie geworden is en daarin haar zedelijke waarde had. Niet Sclirift en historie bepalen de gedragslijn, maar wat geboren wordt uit het intellect. En wat is er dan natuurlijker dan te eischën, dat ieder mensch dezelfde aanspraken mag laten gelden op vrijheid en geluk? Alle belemmeringen, die daaraan in den weg staan, moeten worden opgeruimd. Aan een ieder moet de grootst mogelijke gelegenheid gegeven worden om van het leven te genieten.

Toen dan ook in de 19de eeuw wetenschap en techniek de wereld in ruime mate verrijkten, sprak het haast vanzelf, dat men trachtte deze goederen zooveel mogelijk voor een ieder toegankelijk te maken. Zoo werd hoe Janger hoe meer het zwaartepunt van het leven verlegd naar het heden en naar wat men daarvan _genieten kon in plaats dat men de beteekenis van het heden zag in het licht van Gods Openbaring. Steeds grooter nadruk werd gelegd op de veraangenaming van het leven.

Ook de ontwikkeling van de groot-stad droeg het hare er toe bij om het leven in deze richting te pntwikkelen. Tradities werden losgelaten, de familieband werd losser. De stad bood alles, wat men maar wenschen kon. De mensch kon zich hier uitleven. Het besef van verantwoordelijkheid tegenover het gezin, den naaste en het nageslacht werd overwoekerd door- den drang om ook zijn deel te krijgen aan het groote feestmaal des levens. En wat vroeger plicht was, harde plicht

vaak, wat vroeger zelfverloochening en opoffering vroeg, dat werd nu als een last ondervonden, , die het levensgeluk in den weg stond, en dien, men op alle mogelijke wijze diende te ontgaan.

Ook de emancipatie der vrouw kwam grootendeels uit het beginsel der Fransche revolutie voort. De rechten van den man moesten ook die van de vrouw worden. Voor menige vrouw leek de positie van den man de sleutel tot het levensgeluk. Niet het gezin, niet het groote aantal kinderen, , niet het zwoegen en slaven den ganschen dag in een voor de wereld niet opvallende positie, niet de zelfontzegging der moeder, niet de bezwaren der herhaalde zwangerschap, waren het wat haar meer aanlokten, maar de vrijheid, de zelfstandigheid', de mogelijkheden om al deze lasten in te ruilen voor genoegens, hetzij van meer cultureelen, hetzij van meer materiëelen aard, moesten onder invloed van den tijdgeest wel vele vrouwen als een begeerlijk goed toeschijnen en bij het verkrijgen daarvan haar losmaken van wat vroeger in de eerste plaats als haar roeping en plicht beschouwd werd. De toenemende industrialisatie werkte deze tendenzen in de hand. Het gevolg was de ontwenning van de vrouw aan het familieleven; de gewenning van haar aan vrijheden en genoegens, die vroeger afkeuring ondervonden, en de onttroning van de autoriteit van den man als hoofd van het gezin.

Ook de opvoeding bleef van deze jacht naar het aardsche levensgeluk niet vrij. Waar de ouders voor zich zelf reeds het streven naar hooger en rijker, naar eer en macht, naar genot en de grootst mogelijke bevrediging hunner wenschen als hun hoogste levensdoel zagen, daar kon het niet uitblijven of ook hun Idnderen moesten dezen zelfden invloed ondergaan. Kennis werd macht. De man, die vooruit kwam, het voorbeeld. Een positie voornamer dan die der ouders het ideaal. Christus' woorden: „Wat baat het een mensch, zoO' hij de geheele wereld wint en schade lijdt aan zijn ziel? " werden een antiquiteit, waarmee in deze maatschappij van stoffelijke welvaart en ontwikkeling niet meer gerekend kon worden. Maar daardoor schoten individualisme en egoisme welig op en geraakten groote zedelijke goederen, zooals besef van verantwoordelijkheid voor het heil van den naaste, voor het gezin, voor het volk, bereidheid tot het brengen van offers, op den achtergrond of in vergetelheid.

Als uitvloeisel nu van al die losgemaakte begeerten en verlangens, waaraan men hoe langer hoe meer den teugel kon laten vieren, ontwikkelde zich een ziekelijke overgevoeligheid van het zenuwleven. Waar het karakter niet meer gestaald wordt, de hinderpalen al te veel uit den weg worden igeruimd, de aandacht hoe langer hoe meer op de persoon zelf wordt geconcentreerd, het leven steeds meer wordt verweekelijkt, de waardeering van het menschelijk geluk steeds meer bepaald wordt door uitwendige materiöele lustfactoren, daar moet wel een zekere overgevoeligheid ontstaan tegen alles, wat die luslgevoelens stoort. De ouders worden overgevoelig voor het kind en hun zenuwleven kan de verantwoordelijkheid voor meerdere kinderen niet dragen. Waar hoe langer hoe meer alles van het leven hier op aarde verwacht wordt, daar moet zich wel een overmatige angst ontwikkelen om te verliezen, wat men heeft verworven, en om niet te bereiken, wat men gaarne wenscht. En zoo ziet men het merkwaardige gebeuren, dat, terwijl de menschheid thans over een groot aantal middelen beschikt om zich het leVea te veraangenamen zooals deze in vroegere eeuwen nooit gekend zijn, zij anderzijds geplaagd wordt door een onrust en vrees, door een vermoeidheid en neerslachtigheid, door een ontevredenheid en teleurstelling, door een haat en afgunst, die onder meer de voorwaarden vormen voor zielsziekten en hchamelijk onbehagen.

Welnu, in deze sfeer van jacht naar genot en van levensangst, is de drang naar geboortebeperking een onmisbaar element geworden. In deze ontwikkeling is zij een logische consequentie. Niet alleen het Neo-Malthusianisme, maar iedere wijze van geboortebeperking. Maar het Neo-Malthusianisme toch wel het meest, omdat de erotiek van het huwelijk daarin ten volle tot zijn recht kan komen. Want een van de „verdiensten" der 20ste eeuw was ook, dat we deze erotiek beter hebben leeren kennen! Dat paste zoo in de sfeer van hethier-beneden-zoo-goed-mogelijk-hebben. Ook deze zou er toe meewerken om de huwelijken gelukkiger te maken.

Met deze enkele aanwijzingen wil ik volstaan. M, aar ze zijn voldoende om ook voor ons zelf de vraag te stellen, of wij niet mede aan de baals der wereld geofferd hebben. Of ook bij ons niet te veel het zwaartepunt naar dit leven verlegd is in plaats, dat onze wandel in de hemelen was. Of ook wij niet de waarde van het tijdelijke overschat hebben en te weinig er van doordrongen zijn geweest, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waardeeren tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden, zoo wij Gods kinderen zijn. Of ook onze levensrichting niet te veel die van de „wereld" gevolgd heeft en we te weinig geloofskracht, geloofsbezieling en geloofsgehoorzaamheid getoond hebben om met al wat ia ons is, te streven naar ©en levensopenbaring en levensstijl, zooals deze behoort te zijn naar 'Gods Wil. Zoo ooit, dan kunnen we thans "te midden van een samenleving, die zich hoe langer hoe meer losmaakt van de zedelijke grondslagen, waarop ze oorspronkelijk rustte, met niet minder toe dan met den vollen inzet van een geloofsleven, dat om versterking en verdieping vraagt in een dagelijksche gebedsworsteling.

Het zou verkeerd zijn te generaliseeren. In veel valt Goddank nog te roemen. Maar toch mogen deze vragen daarom niet zonder meer terzijde worden gelegd, nu eenzelfde verschijnsel op het heUig erf valt waar te nemen, zooals dat daarbuiten als openbaring van een zondige levenswaardeering tot uiting komt.


1) „Geboortebeperking voor geloovigen en ongeloovigen", een zuiver critische beschouwing van de theorie en de practijk en van de argumenten voor en tegen deze beweging, door Teunis Oldenburger, Th. H. Th. D. Vertaling van Dr A. Dupont, schrijver van „Het Huwelijk". Uitg. H. A. van Bottenburg N.V., Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1935

De Reformatie | 8 Pagina's