GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Huwelyk en geboortebeperking.

I.

Er zijn wel haast geen twee dingen, wellie zoo diametraal tegenover elkander staan als huwelijli en geboortebeperking. Immers bet huwelijk is naar lgemeen Christelijke opvatting niet alleen een ipoddelijke instelling, geïnstitueerd tot vervolmaijjjjg y^^j^ j^g^ jgyen der echtgenooten (dat de een len ander trouwelijk helpe en bijsta in alle dingen, ie tot het tijdelijke en eeuwige leven behooren)'), ; maar ook tot voortbrenging en opvoeding van kinderen (opdat door het huwelijk het menschelijk geslacht worde gebouwd en de ouders hun kinderen, indden het Gode belieft ze hun te geven, in de waarachtige kennis en vreeze Gods, Hem ter eere en tot hunne zaligheid grootbrengen). ^) Volgens Gereformeerde opvatting is het eerste huwelijksdoel alzoo gelegen in man en vrouw elf en bestaat het tweede in het verwekken en pvóeden der kinderen. Niet alle kerkgenoolschap'f ^^ hebben echter deze volgorde. Rome, Stock- |holm 3) en Lambeth*) wijzen nadrukkelijk de in- Jstandhouding van het geslacht als eerste huwelijksdoel aan. De R.-K. Kerk gaat hierbij wel zeer "^^r, daar ze die procreatie, het voortbrengen van l^üideren, eigenlijk als bet eenige doel van het huwelijk beschouwt en aan het andere huwelijksdoel alleen een bijkomende beteekenis toekent.

Het is hier niet de plaats om uitvoerig op dit verschil in te gaan. Genoeg zij het te constateeren, tat God den mensch van den aanvang af geschapen heeft als man en vrouw, opdat zij zich vermenigvuldigen en alzoo de aarde vervullen en onderwerpen zouden. (Gen. 1:28.)

De kinderzegen bekleedt dan ook de eerste plaats irl'pr de zegeningen van het huwelijk. Op meerdere plaatsen van de Heilige Schrift vinden we iervan de overtuigende voorbeelden. Salomo noemt de kinderen een erfdeel des Heeren en de rucht des buiks een belooning (Psalm 127:3), : Paul us prijst de vrouw zalig in het kinderen aren (1 Tim. 2:15). Vruchtbaarheid was dan ook en echt bijbelsche huwelijkswensch, waarvan we elkenmale bij het aangaan van een huwelijk lezen. ^"" ^^'^ I^^^^^' i^^^^t hij zijn zoon Jacob had , aangeraden om geen vrouw uit de dochteren Kanaans te nemen: God Almachtig zegene u en make u vruchtbaar en vermenigvuldige u, dat gij tot ®° menigte van volkeren wordt (Gen. 28: 3). En de Profeet Nehemia looft God voor de vele geboor- ^ in- de volgende woorden: Gij hebt hun kinderen rmenigvuldigd als de sterren des hemels (Neb. : 23). En indirect is de kinderzegen af te leiden uit het feit, dat onvruchtbaarheid in het Oude Testament ook als straffe Gods voorkomt. Zoo dreigt de "Heere Israël, wegens zijn afgodische vreugde in den oogsttijd, met onvruchtbaarheid n kindermoord, als Hij in Hosea 9:11 en 12a zegt: Vangaande Efraïm, hunlieder heerlijkheid zal wegliegen als een vogel; van de geboorte en van den moedersclioot en van de ontvangenis af. Ofschoon zij liunne kinderen mochten groot maken, Ik zal er hen toch van berooven, dat zij onder de menschen niet zullen zijn.

Inderdaad kinderen zijn ©en zegen en een weelde, de schat der ouders en de rijkdom van het leven. In de ouders, zoo zegt Bavinck»), brengen zij een gansche reeks van deugden tot ontwikkeling, de vader- en de moederliefde, de toewijding en de zelfverloochening, de zorg voor de toekomst en de belangstelling in de maatschappij. De kinderen houden, als in levende spiegels, aan de ouders htm eigen deugden en gebreken voor, dwingen hen om zichzelf te herzien, verzachten hun critiek en leeren hun hoe moeilijk het is een mensch te regeeren. Van het huisgezin gaat een Ijervormende kracht op de ouders uit.

Moge dan een kinderloos huwelijk allerminst als een mislukt huwelijk zijn aan te wijzen, aangezien het voor de echtgenooten het incomplete compleet maakt, voor man en vrouw een middel is tot volbrenging hunner aardsche en hemelsche roeping en bovendien voor de gemeenschap van groote beteekenis kan zijn, dat neemt niet weg, dat het den zegen mist, die in het tweede huwelijksdoel gelegen is en da'arom armer en van minder waarde geschat moet worden dan het kinderrijke huwelijk. Alleen het vruchtbare huwelijk voldoet ten volle aan de natuur en aan het huwelijk zelf. Huwelijk en geboorten, trouwen en kinderen krijgen, het aangaan van een echt en de instand^ houding van het geslacht hooren onafscheidenlijk bij elkaar. In het wezen en het doel van het huwelijk ligt tevens de procreatie besloten. Hadden wij niet gelijk om in den aanvang van dit artikel te schrijven, dat huwelijk en geboortebeperking een tegenstelling vormen, nog sterker een contradictio in terminis, een innerlijke tegenstrijdigheid zijn?

En toch — de laatste decenniën is men hierover blijkbaar anders gaan denken. Vooraf zij opgemerkt, dat al is de uitdrukldng geboortebeperking van betrekkelijk jongen datum, de practijk der beperking van het kindertal al heel oud is. Men mag veilig aannemen, dat een methode tot beperking van het kindertal zoo oud is als de menschheid zelf. Het dooden van zuigelingen en het vernietigen van ongeboren kinderen is alle eeuwen door voorgekomen en was en is nog in zwang bij vele heidensche volkeren. Toch heeft de beschaving kindermoord en vruchtafdrijving (abortus provocatus) altijd afgekeurd en als een misdaad beschouwd. Toen echter de meer moderne middelen van voorbehoeding in de wereld hun intrede deden, heeft men dezen vorm van geboortebeperking met beide handen aangegrepen en niet afgekeurd of als misdadig aangerekend, integendeel dien als ethisch geoorloofd voorgesteld len als een socialen plicht en noodzakelijkheid beschouwd. De moderne vorm van geboortebeperking, zoo heet het, is een maatstaf voor gezondheid en geluk, heft het sexueele leven op en ontwikkelt het tot zijn hoogsten graad van nut en genot, voorkomt armoede, overbevolking, ziekte, echtscheiding, onzedelijkheid en prostitutie en zal voor altijd de ellende van het huiselijk leven uit de maatschappij der menschen verbannen. ^)

Huwelijk en geboorten behooren nog wel bij elkaar, alleen het kindertal moet aangepast worden aan oeconomische omstandigheden en aan de geschiktheid van het individu. Ultra posse nemo obligatur, niemand is verpUcht meer te doen dan hij kan. Met 2 of 3 kinderen is meer dan genoeg voldaan aan de natuur- en zedewetten. Veel kinderen, zoo redeneert de moderne mensch, is niet langer een zegen meer, maar wordt een vloek, is geen weelde maar armoede, geen belooning maar straf. Waarom dan al deze moeilijkheden en narigheid zich op den hals te halen, indien er een middel is om zonder doodslag of moord hieraan te ontkomen? Ja, men gaat nog verder, want vele vrijzinnige richtingen (althans in Amerika) prijzen de geboortebeperking aan niet alleen als een middelj waardoor het menschelijk leven rijker en gelukkiger kan worden gemaakt, maar ook ter verkrijging van een gevoel voor geestelijke waarden. Hiermede wordt de tegenstelling: huwelijk en^eboortebeperking nog scherper. Immers wij zagen reeds, dat alleen het vruchtbare huwelijk ten volle beantwoordt aan de natuur en aan het huwelijk zelf, waarbij de geloovigen zich boven en voor alles gebonden achten aan het Goddelijk ^ebod: weest vruchtbaar en vermenigviüdigt u. De voorstander van de moderne geboortebeperking zet echter niet alleen de wetten van de natuur opzij, maar durft zelfs spreken van een Goddelijke ordonnantie in dezen. Twee propagandisten van de moderne geboortebeperking spreken dit laatste onomwonden uit. De eerste. Rabbi Israël'), noemt geboortebeperking niet alleen een geoorloofde gedragslijn, maar een Goddelijk bevel. En volgens Rev. Griswold Williams^) zou Jezus reeds uitdrukking aan dit ideaal hebben gegeven, toen Hij tot Zijn volgelingen sprak: Gij hebt zekere dingen in het verleden gehoord, maar nu zeg Ik u iets nieuws tu iets anders. (Matlli. 5:7, 1 e.v.)

Er moeten dan wel zeer sterke redenen aangevoerd kunnen worden, wil men de geboortebeperking zoo verheerlijken als bovengenoemde sclirijvers doen. De voornaamste argumenten mogen daarom hier de revue passeeren.

Vooreerst zouden door vermindering van het kindertal armoede, kommer en ellende uit de wereld geholpen kunnen worden. Immers hoe minder kinderen er zijn om te voeden en te Ideeden, hoe meer geld er bescliikbaar blijft om de overigen van beter voedsel en deugdelijker kleeding te voorzien. Bovendien zouden de ouders het geld kunnen besteden voor betere huisvesting en in plaats van te moeten bivakkeeren in de krotten der achterbuurten, kunnen verhuizen naar de nieuwe, gemoderniseerde en goedkoope woningen, welke aan alle eischen des tijds beantwoorden.

Deze naieve redeneering heeft twee groote gebreken. In de eerste j)laats houdt bij de armen de steun verband met het kindertal. Een geringer aantal kinderen brengt eo ipso met zich mee ©en lagere steunuitkeering. Geboortebeperking zal derhalve geen enkel financieel voordeel opleveren. En vervolgens zijn de wonii^gtoestanden de laatste decenniën dermate verbeterd, dat ook de armen zich niet meer kunnen beroemen op krotten, waar lucht ternauwernood kan binnendringen en het zonlicht niet wordt aanschouwd. Een dergelijk argument, zoo het al ooit waarde heeft gehad, is thans zeker uit den tijd. Ten slotte mag de oplossing van sociale wantoestanden, welke ongetwijfeld nog voorkomen, nooit gezocht worden in beperking van het kindertal. Hier dient de Overheid de behulpzame hand te bieden in den vorm van kindertoeslag, lage huishuur, extra voeding, enz., m.a.w. door verbetering van maatschappelijke verhoudingen. Schiet de Overheid in dezen in haar plicht te kort, welnu dan is hier de Christelijke handreiking op haar plaats om het noodige aan te viülen en alzoo den nood te lenigen.


1) Oude huwelij ksformulier.

2) Nieuwe huwelij ksformulier.

3) Internationale bijeenkomst van onderscheidene kerkgenootschappen.

4) Anglicaansche Staatskerk.

5) Dr H. Bavinck: Het Christelijk huisgezin. Kampen, 1912, blz. 134.

6) Moderne definitie van geboortebeperking naar T. 01denburger: Geboortebeperking voor geloovigen en ongeloovigen. Amsterdam, 1935, blz. 20.

7) Geciteerd naar T. Oldenburger, 1. c. blz. 97.

8) Idem, 1. c, blz. 98.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 1935

De Reformatie | 8 Pagina's