GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Eisch van het Beginsel.

Men kaïi met recht allerlei kwaad van den tijd, waarin wij leven, vertellen, maar zal zich, bij het licht der Schrift, toch moeten verheugen, dat de strijd van onze dagen overal een steeds principieeler karakter gaat vertoonen. Op de laatste bladzijde van onzen Bijbel staat, aan het slot van het indrukwekkend boek der Opejibaring, als allermerkwaardigste conclusie uit al het ontzaglijk gebeuren, dat ons daarin geteekend is: , , Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe, en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde, en die heilig is, dat liij nog geheiligd worde." (Openb. 22:11.) Het moet naar de crisis der wereld toe, waar de Geest en de Bruid om bidden. 'Wij wachten dat maar niet rustig af, maar de Christelijke Kerk verlangt naar Christus' wederkomst, en zoo bidt zij daar om, met den Geest. En elk verschijnsel, dat daarheen wijst, wordt door die Kerk met Vreugde en dankbaarheid begroet. Eén der meest belangrijke teekenen der tijden is zeker, dat de strijd onzer dagen zicli steeds meer op de beginselen toespitst. Het gaat in de wereld op verschillende terreinen niet meer enkel om groepsbelangen of materieele doeleinden; men wordt door BEGINSELEN gedreven. Het mogen vaak goddelooze beginselen zijn, het komt er zoo toch uit, wat er in zit! En dat is de bedoeling van bovenstaand Schriftwoord. Zoo moet het gaan in de wereld, naar den wil van God. De menschen moeten geopenbaard worden. Anders kan Christus niet komen, om te oordeelen. De wereld moet zichzelf geoordeeld hebben voor Christus haar het oordeel toewijze.

Het is nu een goede vijftig jaar geleden, dat Prof. Lindeboom uit het geloof, met de liem eigen energie, onvermoeid het pleit voerde voor een Christelijke verzorging van krankzinnigen, zenuwlijders, idioten, enz. Hij hield zijn rede over „De Bleteelcenis van het Christelijk Geloof voor de Geneeskundige Wetenschap, in 't bizonder voor de Psychiatrie", uitgegeven bij Gezelle Meerburg, Heusden, 1887. Bij het woord voegde hij zijn daad in de oprichting van de Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen in Nederland; en in dezen kring werd van meet af getracht bij het licht van Gods Woord de oorzaken en het wezen der krankzinnigheid vast te stellen, en in alles de krankenverpleging te doen beheerschen door de eischen van de beginselen der Heilige Sclirift. Uitvloeisel hiervan was o.a. de zoogenaamde gezins verpleging, d.w.z. de verzorging van krankzinnigen in daartoe geschikte gezinnen, zooals die met name in Ermelo-Veldwijk nog steeds in breeden zin beoefend wordt. Maar voorts werd er ook op aangedrongen, al weer uit kracht van het beginsel, dat de Vereeniging niet sleclits verzorgings-inrichtingen in het leven zou roepen, maar zich ook beijveren zou, alom voorlichting te geven voor de verpleging van kranken-van-geest in de maatschappij, zoo lang het nog niet noodzakelijk was hen op te nemen in de .stichtingen.

Heel deze opzet, en met name de principieele gedachte daarin, is in die jaren met bitteren hoon en feilen spot ontvangen. Men vond het dwaas, ja zelfs waanzinnig, geloof en psychiatrie te verbinden. Maar Prof. Lindeboom stelde daar rustig tegenover, dat „de zielkunde der Heilige Schrift zoowel voor medici als voor theologen een onuitputtelijke bron van menschenkennis is"; en hij stelt den eisch: „de rechte kennis der ziel en der zielskrankheden en derzelver genezing moet uit de Schrift worden bestudeerd, met smeeking om het licht des Geestes". (a.w. pg. 24 noot.)

Wij willen, dit alles ons hermnerend, nu niet wijzen op het werk van medici uit onzen kring, als Honig, Van der Horst, Hutter, e.a., die in de lijn van Prof. Lindeboom voortarbeiden, maar thans de aandacht vestigen op drieërlei getuigenis uit andere kringen, die, elk op eigen wijze, evenzeer de beteekenis van het beginsel voor de medisdlie wetenschap, en met name voor de psychiatrie, in het licht stellen. Als getuigenissen uit het heden schijnen ze mij niet zonder beteekenis. Ze toonen, hoezeer de opvattingen de laatste tientallen jaren veranderd zijn: men spot niet meer met de verbinding van beginsel en psychiatrie, maar dringt er zelfs op aan!

Dat hel Nationaal-Socialisme in Duitschland niet maar een politieke strooming, doch een allesbeheerschend beginsel is, vindt onder ons wel alge^ 'meene erkenning. Dat het zijn beteekenis heeft voor de eugenese, sterilisatie, enz., mag overbekend geacht worden. Dat het ook zijn invloed wil doen gelden op de psychiatrie, moge hier thans met een enkel getuigenis slechts even in het licht gebracht worden. Dr Walter Cimbal schreef in 1935 over „Die Neurosen des lündes- und Jugendalters", en maakt daarin scherp onderscheid tusschen Joodsche en Arisclae kinderen. Hij vestigt er de aandacht op, dat alles wat over de infantiele uitingsvormen der sexualiteit bekend is, alleen Joodsche kinderen betreft en door Joodsche onderzoekers is geconstateerd; voor Nordische kinderen zouden deze dingen geenszins gelden, vooral sederl den oorlog niet. P. H. C. Tibout, aan wien wij een en ander ontleenen, merkt hierbij in het „Ned. Tijdschr. v. Geneeskunde" (79, III, 38, 21 Sept. '35) op: „Meer en meer wint de overtuiging veld, dat de invloed van subjectieve factoren en levensbeschouwing ook op wetenschappelijk werk niet te negeeren is."

Niet minder merkwaardig is wat in het Maartnummer 1935 vafn „Fortschritte der Neurologie, Psychiatrie und Ihrer Grenzgebiete" door Hans von Hattingberg geschreven werd in zijn overzicht over de ontwikkeling der Psychotherapie van de daaraan voorafgaande jaren, dat Dr C. G. Jung tegenover Freud en Adler weer in het liclit stelt, dat de godsdiensten psychotherapeutische systemen zijn van het allergrootst formaat. „Sie sind Bekenntnis und Erkenntnis der Seele und zugleich Offenbarung imd Erscheinung ihres Wesens." Laat zich hier reeds beginsel gelden, sterker nog wordt dit, als hetzelfde artikel voor de psychotherapie om een wereldbeschouwing roept, en dat moet dan die van het Nationaal-Socialisme zijn; om een Wert-system, dat men bij de Joden Freud en Adler miste; om het positieve-principdeeie vóór het slechts technische-negatieve van Psychanalyse en Individualpsydhologie; om aansluiting bij Kerk en Staat, de religieuze gemeenschap en het volksverband; .... omdat men zonder dat alles de rechte Dsvchotheranie niet drijven kan. Wij vragen hierbij slechts: wat is dit alles in wezen nu anders van uit het Nat. Soc. beginsel dan wat onze Christelijke Vereeniging van uit het Christelijk beginsel reeds meer dan een halve eeuw gezegd en nagestreefd heeft? De kracht van het beginsel komt naar voren. En wij zullen wel moeten toezien, dat dit principieele heidendom het belijdend Christendom in de psychiatrie niet gaat beschamen in ijver, studie, en toepassing der beginselen.

Een tweede getuigenis, van niet minder beteekenis, van nog recenter datum, stamt uit het kamp der Roomsch-Katholieken. In de Studia Catholica (vrijwel het orgaan van de R.K. Universiteit te Nijmegen) van Nov. 1936 schreef de medicus F. M. Havermans een artikel over De „Katholieke" Psychiatrie. Als schrijver geconstateerd heeftj dat van alle takken der medische wetenschap de psychiatrie, althans Üierapeutisch, de minste vorderingen gemaakt heeft, ondanks een stroom van publicaties, zoekt hij de oorzaak daarvan in het gemis van een goede psychologie, en wijst hij de Thomistische psycliologie aan als datgene wat hierin alleen voortgang en 'redding brengen kan. Hij zegt letterlijk, „dat de Thomistische psychologie, die met haar tweedeeling in zinnelijke en verstandelijke vermogens aangewezen scheen voor het brengen van verheldering... geheel in .haar taak is tekort^geschoten." Wel is zoowel van psychiatrische zijde (Schim v. d. Loeff, Barnhoorn), als van theologisch-psychologisühen kaji; l (Bloss) goed werk verricht, maar bevTodigend was het niet, om het ontstaan en de beteekenis der verschillende pathologische verschijnselen in het licht te stellen. Zelfs ver^ klaart hij nadrukkelijk, dat ook de Katliolieke psychiaters hebben getaald... „door het ontbreken van juiste psychologische en .metaphysische begrippen".

„Het is... allereerst reeds in het belang van den geesteszieken mensch wanneer de met de Thomistische psychologie vertrouwde psychiater do thans bekende psycbopatologische verschijnselen in bewerking zou nemen. Dit pogen zou al gerechtvaardigd zijn door de machteloosheid van hen, die, steunend op andere psychologisch-philosophische systemen, geen klaarheid mochten brengen in zoo menig probleem. En iedere poging tot beter verstaan van oorsprong en verloop dier psychopathologische verschijnselen, bergt in zich de mogelijkheid tot meer therapeutisch ingrijpen in de toekomst. Dit geldt dus des te meer voor onderzoekingen, die uitgaan van en steunen op de zoo juiste Thomistische principes over het normaal psychische." Nadat schrijver dan gewezen heeft op de beteekenis hiervan ook voor de eugenetiek, paedagogie, ontwikkelingspsychologie en ethnologie, constateert hij nog eens met nadruk: „Inderdaad is het dringend noodig om de Thomistische psychologie te hulp te roepen, opdat zij ons helpe bij het bepalen van wezen, vorm en oorzaak der psychopathologische verschijnselen." Hij wekt op tot samenwerking van den Thomistischen psycholoog en den psychiater, opdat daaruit een „katholieke" psychiatrie groeie, „die ongetwijfeld in de psychiatrie richtinggevend werk kan verrichten". En pracüsch eindigt hij zijn artikel met de hint: „Het initiatief tot deze grootsche samenwerking zou misschien door de vereeniging van R.K. Gestichtsartsen iunnen worden genomen."

Het derde getuigenis is weer van heel anderen aard. Den 15den November 1936 verscheen het eerste nummer van den eersten jaargang van „Caleidoscoop", orgaan voor de populaire verspreiding van de algemeene kennis omtrent den P'hysischen en psychischen mensch. Onder de medewerkers vinden we de namen van Mw. Tony Schottelius—de Ridder, Dr A. J. Resink, Ds H. J. D. R. Theesing en A. J. B. L. Radix. Dit nieuwe tijdschrift draagt een uitgesproken humanistisch karakter; bevat in zijn eerste nummers reeds een bespreking en aanbeveling van de astrologie; en verkondigt tal van dingen, waar wij vierkant tegenover slaan. Dat neemt niet weg, dat hier met

name ook ovei- de verpleging en verzorging van geesteszieken dingen gezegd worden, die verdienen opgemerkt te worden. In het eerste nvunmer begint een artikel over deze materie met de volgende woorden: „Het is niet overbodig in ruimen kring belangstelling te wekken voor de behandeling van geesteszieken, door het groote publiek meerdere kennis bij te brengen omtrent deze materie."

Wij hebben daar kort geleden in „De Refor'matie" inzonderheid de aandacht van de Kerk op willen vestigen. Hier constateert dit blad nu: „Geleidelijk worden de geeste-szieken meer in het brandpunt van de positieve belangstelling geplaatst, als gevolg van de groeiende algem& ene humanere opvattingen en door het veranderde wctenschaj)^ pelijk inzicht in de ziekte van den geest."

Is er reeds tientallen jaren, krachtens het Christelijk beginsel, door den arbeid van mannen als Lindeboom, Van Dale, Meinema, e.a. een bloeiende gezinsverpleging te Ermelo', hier wordt deze niet genoemd, maar met enthousiasme gewezen naar de kolonie te Gheel in België. Zooals de Christelijke Vereeniging van meet af opwekte tot een Chrisr tdijke verzorging in de maatschappij van vele kranken, en vooral in het begin van haar bestaan nadruk legde op wat we tegenwoordig „voorzorg" noemen, zoo wordt nu ook hier weer (nr 4) gesproken over persoonlijke hulp aan zieken van geest. Zooals dit ten onzent in Christelijken geest werd uitgewerkt, met name in de eerste referaten onzer vereeniging, (helaas al weer een 50 jaaigeleden!), zoo wordt dit liier in echt humanistischen geest besproken. En even voelt men dan, dat deze uiteenzettingen ONS en de Kerk allerminst bevredigen kunnen, maar ook hoe wij ons toch hoeden moeten hierin niet op den achtergrond te geraken met ons Christelijk getuigenis, waar Prof. Lindeboom zoo voor ijverde. Alles wordt hier horizontaal in het platte vlak van onze menschelijkheid uitgewerkt; men roept om „priesters voorzoover zij geacht kunnen worden de diepere roerselen van het mensohenleven te kennen en te begrijpen, ware menschenliefde bezitten en vér staan boven bepaalde kerke^ lijke dogma's": het is wel duidelijk uit welken feoek de wind waait; maar zal men ons niet gaan beschamen, omdat wij niet voldoende beantwoorden aan de eischen van het beginsel, die ons reeds lang werden voorgehouden? Ter karakteriseering slechts citeer ik tenslotte nog maar een enkel woord uit een artikel van Dr Resink: „Ik laat alleen maar zien, dat de psychiatrie zonder wijsbegeerte een slag in de lucht is, wat meestal een mal gezicht is." Het denkvermogen moet het hier doen; „een humanistische politiek"; e.d.g., maai- in elk geval: er wordt gewerkt en er wordt principieel gewerkt. Zullen Christenen zich niet opnieuw aangorden gaan? Zal de Kerk niet tot ontwaken komen, en vragen om voorlichting en leiding, aan de hand en op grond van Gods Woord, weer gedachtig aan de woorden van een 50 jaar geleden, gesproken door een man van vaste beginselen? „Die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde, en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 januari 1937

De Reformatie | 8 Pagina's