GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eugenetiek.

IV.

Werkprogram.

Nadat wij in vorige artikelen gezien hebben wat onder eugenetiek verstaan moet worden en op welke wijze zij zich uit de windselen, waarmede het verleden haar had omgeven, heeft losgewikkeld', is het thans zaak wat nader in te gaan op het werkprogramma der moderne eugenetiek. Daartoe is 't allereerst noodig even in de herinnering terug te roepen het doel der eugenetiek. Toen de grondvester der eugenetische wetenschap, de reeds genoemde Francis Galton^), in 1904 sprak voor de Sociological Society over „Eugenics, its definition, scope and aims", omschreef hij het doel der eugenetiek aldus: zij wil zooveel mogelijk die invloeden stimuleeren, die maken, dat de nuttige lagen der bevolking méér aandeel hebben aan de vorming dör toekomstige generatie dan de overige klassen. Aan deze doelstelling hebben zich vrijwel alle eugeneüci van naam gehouden.

"Voor een goed begrip van het werkprogram der eugenetiek dienen we echter, behalve op haar doel, ook op haar uitgangspunt te letten. Nu hebben wij reeds opgemerkt, dat het uitgangspunt der eugenetiek is het verlangen paal en perk te stellen aan de gevolgen van een kunstmatige selectie in verkeerde richting onder invloed der cultuur. De eenige mogelijkheid die dreigende verwording te keeren ziet de eugenetiek in eien toepassing van biologische kennis op de vraagstukken in de maatschappij, welke nauw met het wel en wee der toekomstige geslachten samenhangen. De erfelijke gesteldheid bij den mensch staat daarbij vóóraan op het eugenetisch program. Hetgeen de eugenetiek derhalve noodig heeft zijn betrouwbare feitelijke gegevens, betrekking hebbend op de overerving van normale en ziekelijke eigenschappen van lichaam en geest; haar verdeeling over verschillende bevolkingsgroepen, haar uiting bij inteelt 2) en rasmenging; inlichting omtrent den invloed van de buitenwereld op den verschijningsvorm; feiten omtrent de vruchtbaarheid in verschillende lagen der maatschappij; de kunstmatige of natuurlijke onderdrukking van deze; feiten omtrent de verspreiding van ziekten ^), welke zonder erfelijk te zijn de kiem 'beschadigen en daardoor de nakomelingschap schade doen^); feiten omtrent eventueele ontaarding en herstel; omtrent -de variabiliteit van eigenschappen, mede ui verband met de studie der wisselwerking van erfelijken aanleg en levensvoorwaarden. ^)

Hiertoe zal noodig zijn een zeer zorgvuldige familiebeschriJA'ing, liefst centraal geregeld. Bij die onderzoekingen zal men vanzelf inzicht krijgen üi raskenmerken, in gelocaliseerde normale en afwijkende eigenschappen; inzicht in verschuivingen van de erfelijke samenstelling wat de vermeerdeiing of vermindering van meerwaardigen en minderwaardigen betreft — kortom in oorzaken van wording en verwording. Aldus tracht de eugeneticus methoden te zoeken om slechte geboorten te beperken — negatieve eugenetiek — eq goede geboorten te bevorderen — positieve eugenetiek.

Het is met name de negatieve eugenetiek, welke zich tegenwoordig in een groote belangstelling mag verheugen. En terecht, want het gevaar van een relatieve vermindering van het mieer intellectueel en cultureel deel der bevolking en ©en relatieve vermeerdering van de minder begaafden en lagere klasse der maatschappij is geenszins denkbeeldig. Immers het - is een bekend feit, dat tegenwoordig in alle landen met Europeesche cultuur de geboortecijfers sterk dalen. De bewuste geboortebeperking, begonnen in de kringen der hoogere standen, is tot alle lagen der l> evolktQg doorgedrongen om eerst halt te houden bij de allerdiepste lagen der maatschappij, die uit den aard der zaak het grootste percentage der geestelijk müiderwaardigen vormen. Onder alle volkeren is tegenwoordig het kindergetal omgekeerd evenredig aan het sociale prestatievermogen der ouders.

Het gevolg van dit verschijnsel, , gedifferentieerda geboortenfrequentie genaamd, is een groot verschil in vruchtbaarheid tusschen de meer begaafden en de minder begaafden. Speciaal komt dit tot uiting bij de zwakzinnigen. Men moet zich namelijk niet voorstellen, dat deze geestesafwijking leidt tot onvruchtbaarheid of vroegtijdigen dood. Mogen zware vormen van zwakzinnigheid al eens oorzaak zijn van steriliteit of leiden tot een vroegtijdigen dood vóór de geslachtsrijpheid, voor het meerendeel der gevallen geldt dit niet. Uitzonderingen daargelaten is in 't algemeen de vruchtbaarheid der moeders van kinderen, die de scholen voor achterlijke kinderen bezoeken, grooter dan de fertiliteit van andere moeders. Ook de voortplantingscijfers van alcoholisten, crimineelen ^), en recidivisten') liggen boven het aantal, dat noodig is om een groep in standi te houden.«)

Door deze toename der minderwaardigen zal op den duur het geestelijk peil van een volksgemeenschap dalen. Niet alleen derhalve een gevaar van quantitatieve vermeerdering der minderwaardigen, maar tevens een van qualitaüeve degeneratie.

Naast het feit van bewuste geboortebeperking der meer begaafden valt tevens te constateeren een belangrijke achteruitgang van de beteekenis der beperking van minderwaardige elementen, die vroeger, door ziekte en sterfte, onopzettelijk plaats vond. Dank zij den vooruitgang der medische wetenschap toch is de mortaliteit de laatste decenniën aanzienlijk gedaald, met name de zuigelingensterfte. Dat deze verminderde sterfte, in bet bijzonder de lage kindersterfte, vooral ten goede is gekomen aan de zwakken is vrijwel zeker. Ook deze verandering in de wijze, waarop de bevolking wordt samengesteld, heeft tot gevolg een achteruitgaan der qualitaüeve samenstelling. Immers vroeger bestond er een geboortenoverschot s), waaraan, dank zij de groote kindersterfte, vooral de zwakken waren ontnomen. Thans hebben wij, ondanks de lage geboortecijfers, nog wel een belangrijk geboortenoverschot, maar door de zeer lage kindersterfte bevat dit ook de zwakken, i") Om reden de waarde van een volk voor een groot deel wordt bepaald door de genetische samenstelling zijner elementen, is het niet alleen goed, maar zelfs noodzakelijk dit gevaar der toekomst zooveel als mogelijk is te stuiten. Vele eugeneüci nu zien lüervoor geen anderen uitweg dan frustratie, d.w.z. verhindering van de voortplanting der minderwaardigen. In hoofdzaak heeft men voor - dit laatste doel twee methoden, n.l. sterilisatie en segregaüe. Over beide methoden hopen wij in een volgend arükel iets naders mede te deelen.


1) Geciteerd naar Dr P. J. Waardenburg: Oorsprong en doeleinden der eugenetiek, blz. 8. 2) Bloedverwante huwelijken.

3) Met name Venerische ziekten (lues).

4) Men denke hierbij ook aan de mogelijkheid van schade door andere kiemvergiften, bijv. alcohol, nicotine, bepaalde industriestoffen en radio-actieve stralen.

5) Vgl. Dr M. A. van Herwerden, l.c., blz. 347.

6) Misdadigers.

7) Personen, die reeds meer dan eenmaal hetzelfde misdrijf pleegden.

8) Dit laatste getal ligt tusschen drie en vier kinderen per uwelijk; practisch wil dat dus zeggen gemiddeld vier kinderen per gezin.

9) Verschil tusschen het aantal geboorten en het aantal overledenen.

10) Vgl. Dr G. P. Frets: Erfelijkheid, blz. 182.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1937

De Reformatie | 8 Pagina's