GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Balans.

Een stapeltje orgelmuzieik, dat al ©eaiige maanden de bespreking afwacht, wekt op 'n laten Decembermiddag gedachten aan rekeaingein di© voUdaam, aan balansen die gesloten moeten worden. Tien stemmige bandjes, de titels gedrukt op een rustigen achtergrond, wel een verschil met de schoonschrijfkruleiQ 'en RenaissainoeHattributein, waarmee de orgelmuziek-omslagen tot voor kort werden vei*sierd! Wat ler aan noten biniiön die kaften school, was meestal zoo vervelend, dat men het na een keer doorspel'en naar de onderste plank van de muziekkast verbande.

Maar dez© werkjes zien ©r van buiten zooi la& r scheiden uit, dat men ze vanzelf Oipenslaat, doorspeelt, en de meeste nog eens ©en paar maal doorneemt, voor men ze weglegt, terwijl de melodieën nog in het ho-ofd voiortneuriën 'en midden in heit dagelijksch werk weer' te bimien schieten.

Reeds daarom dat deze muziek perspectieiven opent met onvoorzien© mogelijkheden en schoonheid, is het prettig bij het ©ind van het jaar de balans van dez© Nederlandsche orgolmuziefe op t© maken. Niet alsof hier niet meer orgelmuziöfc , dit jaar verscheen. Ik noem stechts d© orgelwerken van Bijster, Micbels, Smits ©n Zwart, om van het minder belangrijk© te zwijgen. Maar wel zijln de hier te bespreken orgelwerken zoo representatief voor de verschillend© muzikale stijlvormen, dat op grond hiervan ©en balans veilig kan worden opgemaakt.

Het is ©en verheugend verschijnsel, da, t steeds meer Nederlandsche componisten gaan ontdekken, welk ©en weelde van kleurmogolijkheden in h©t orgel aanwezig zijn en hoe voortreffelijk polyphoae muziek ©rop tot zijn recht kan komen.

Zoo heeft thans d© componist Biernard valK den Sigtenhorst Meyer als zijn 36ste werk! een „Passacaglia ©n fuga" i) laten veiischijnen, waarin hij zijn ontdekking van dit instrument duidelijk manifesteert door op de voorpagina de dispositie van het orgel der Groote kerk te 'sGravenhage af te drukken ©n voor dit orgeï een — vooral in de fuga wat woelige — registratie in het stuk aan te geven. De Passacaglia bevat 17 eenvoudige variaties op ©en geestig thiema; De fuga is zeer vrij van vorm en werd op ©en knappe manier doorwerkt met ©en thema, waarvaü de intrede door een nadrukkelijke registratie orkestraal wordt geaccentueerd. D©z© fuga is rijkelijk met kwartintervallen doorspekt, hetgeen t© motiveeren is op grond van het feit dat Ihet theanal zelf met drie opeenvolgende kwarten inzet. Dit overmatig gecoquetteer m©t kwarten ge©ft aan deze fuga een speelsch, maar ook wat cerebraal karakter. Wij kregen den indruk dat deize Passacaglia en fuga meer in een virtuose op-welling, dan onder sterke spanning zijn geschreven. Dit neemt niet weg, dat beide stukken frissche eerlijk© muziek ©n dat de twe© laatst© variaties nobel! van klank zijn. Wij hopen dat Van den Sigtenhorsit Meyer het niet bij dit een© orgelwerk zal laten. Het is gemakkelijk te spelen op ©en tweeklaviersorgel met pedaal, waarbij de organist goed zal doen niet te veel op de pretentieuz© registratielvoorschriften te letten.

Ook Marius Monnikendam publiceerde pas thans, ofschoon hij reeds als ©en goed keojner van orgel ©n orgelmuziek bekend stond, ©enl „Toccata" 2) voor orgel', di© door zijn brillant, door korte pauzen onderbroken, passageiwerk weï bet meest in kerken met veel nagalm zal voldaeni. D© opzet van dit stuk is boeiend en beeft iets monumentaals door de climax die zich naar heit ©ind to© voltrekt. Kerkelijke muziek zou ik bet niet durven noemen; bet doet door zijn stampend rhythm© meer denken aan een geweldige machine, waarin alle kracbten tot een onafwendbaar resultaat samenwerken. Ofschoon deze Toccata ni©t bepaald moeilijk te spelen is, vrees ik dat hij onder onze organisten niet zooi gauw populkiï zal worden. Daarvoor is hij t© norsch en beklemlmend. Toch zou het jammer zijn, wanneer men zich daarom van dit werk afmaakt©. Waarom wel de hemelbestormende gedeelten in Bacbs orgeloeuvr© bewonderd, en dergebjke composities van tijdgenooten genegeerd? Zij die ook de scboon!beidswaard© van bijschkranen en wolkenkrabbetrs zien, zullen in muzikaal opzicht in dit orgelwerk iets vinden dat hun op gelijk© wijze kan ^toaspreken.

De volgende balansj)ost©n zijn werken van orgaJnisten, die reeds verscbeiden© mallen voor orgel publioeerden.

Van Hendrik Andrlessen viërsoheein de

tweede drak vaa d© „Toccata" 3), di© lüj' in 1917 schreef. Een verblijdend teeken. W.ant Oifschoon dit stuk niet tot de meesterwerken der nieuwere orgellitteratuur behoort, is het zoo kleurig en pittig, dat het steeds weer boeit. Al dadelijk de inzet met dat stralende kwart-kwint-slotaccoord, dat door de geheele compositie heenschijnt, de vloeiende modulaties, het meditatieve tusschenspel en de opgang naar het impoisante slot, makeB dit stuk waard als brillant slotnummer op menige orgelbespeling te dienen. Hot is op twee klavieren en pedaal te spelen door meer gevorderde orga'nisten.

Belangrijker zijn echter zija onlangs verschenen „Intermezzi"*). Deze zijn tot het allerbeste te rekenen van wat in de laatste eeuwen op orgelgebied in ons land uitkwam. De Intermezzi zijn twaalf bladen uit een muzikaal dagboek, technisch gemakkelijk uitvoerbaar (zelfs drie zonder pedaal). Deze stukken zijn innig zander sentimenteel, zachtvloeiend zonder zoetelijk te worden. Ho© meer men ze doorspeelt, des te meer is men verrast over de heerlijke opvlucht der melodieën, zooals b.v. in nr. 4 (hoe wondergoed doet de - simpele begeleiding bet hieri) en '6 (ernstig, doch zonder eenige melodramatiek), over de imponeerende opzet van nr. 9, over het fijne gespin der tusschienjstemmen in nr. 3 en 8. De nummers 2 en 7 doen, ofschoon verdienstelijk van opzet, wat verstandelijk aan. Merkwaardig is het dat zelfs het banale, wanneer het door een bezielde als Andriessen wordt aangeraakt, glans krijgt. De kwartenzangen b.v. in de middenstemmen van nr. 12 doen door hun zinvolle eentonigheid de afwijkingen ervan in de stemvoering fijn uitkomen. Dit neemt niet weg, dat de door Andriessen steeds beminde intervallenparallellen, vooral van kwinten en kwarten, een verleiding beteekenen voor epigonen, in wier handen ze tot irriteerende schabionen worden, en misschien voor hemzelf? Wie ook in harmonisch opzicht zijn leven zal willen verliezen, zal het bebouden. De organist, maar ook de harmoniumspeler, die van deze Intermezzi geen kennis neemt, bewijst zichzelf geen dienst.

Samuel de Vrind, eeai leerling van Andries^ sen, is nog een nieuweling op orgelgebied. Hij publiceerde dit jaar zijn eerste werk, een aan hem opgedragen „Toccata"^). Wanneer men deze compositie na het werk van Andriessen doorneemt, blijkt een zelfstandigheid ten opzichte van zijn leermeester, die prettig aandoet en een goeden dunk geeft van diens paedagogische gaven. Deze originaliteit mag wel eens bizonder naar voren worden geschoven, temeer daar het geheele werk goed van conceptie en eerlijk van klank is. Daarmee wordt niet gezegd, dat deze Toccata erg boeit. Daarvoor is het thema rliythmisch te slap, melodisch te onbeduidend, en de begeleiding te eenvormig (ook hier weer de kwarten- en tertsenparallellen!). Men wordt door de verstandelijke conlrapuntiek en de onvoldoende stuwing sterk bepaald bij het feit, dat dit stuk veel dissonanten vertoont, waarvan de noodzaak niet erg klaar blijkt. Het Adagio middenin is beter geslaagd en het eind van de Toccata aardig gevonden. Jammer dat eenige drukfouten de uitgave ontsieren! Met dat al steekt deze Toccata verre uit boven de vaderlandsche huis-, tuin- en keukenmuziek, die op nog al te veel programma's een eereplaats inneemt. Hij is een serieuze poging de Nederlandsche orgelmuziek vooruit te brengen, en er is in deze eersteling reeds alle aanleiding om van den componist volgende publicaties — maar dan meer verinnerlijkt — te verlangen.

(Slot volgt.) Mr A. BOUMAN.

1) Uitgave G. Alsbach & Co., Amsterdam.

2) Uitgave: Wed. J. R. van Rossum, Utrecht.

3) Uitgave: Wed. J. R. van Rossum, Utrecht.

4) Uitgave: Wed. J. R. van Rossum, Utrecht.

5) Uitgave: Wed. J. R. van Rossum, Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1937

De Reformatie | 8 Pagina's