BOEKBESPREKING

Casper Höweler, X—^IJ—7, der Muziek. Tweede, (vermeerderde druk. (Uitgevers Mij- W. de Haan N.V., Utrecht.)

Het is een verheugend verschijnsel, dat in een klein land als bet onze na de verschijning van het omvangrijke Geïllustreerde Muzieklexicon van Keiler en Kruseman (1932) 'het bovengenoemde werk in 1937 het licht kon zien en reeds thans een tweede druk beleven. Deze gunstige ontvangst 'door 'het publiek is te verklaren uit den belangwékkenden opzet en den lagen prijs van dit boek.

'Op een zeer gelukkige wijze is de teamensteller er in geslaagd om aan 'den lezer te geven datgene waarvoor deze gevoelig is: de anecdotisohe détails, -maar ook om hem ongemerkt tot belanghdbbende in den ontwikkelingsgang der muziefk te maken, dit alles in een prettig leesbaar en aest'hetisoh-verantwoord betoog.

Waar volgens 'het voorwoord „op de tweede plans figuren onder de componisten terwille van 'de grootmeesters der muziek en hun voornaamste werken radicaal moest worden bezuinigd", is er natuurlijk discussie mogelijk over de vraag, waarom bjv. Meyerbeer ten Poulenc wel werden opgenomen en Buxtehude en Honegger niet. Ik meen echter, dat de doelstelling van •den samenisteller, die zich tot een grooteren kring van bet publiek richt, een zekere subjectiviteit in de keuze wettigt.

M.i. is 'deze subjectiviteit minder gerechtvaardigd, waar de schrijver komt tot oordeelen over compo^ nisten van dezen tijd als b.v. Pijper, die in een werk van meer blijvend karakter misplaatst en voor he( publiek misleidend zijn. Intusschen zal men zulk een slip of the pen gaarne vergeven, wanneer men alleen al 'de toevoegingen leest, die deze tweede druk beval '(meer 'dan 80 kolommen, waarin o.a. gehandeld wordt over D'iepenbrock, Pijper, Wagenaar en Zweerg, supplementen op Pranck, Handel, Moessorgski, Mozart, Wagner en muziekvoorbeelden een plaats vonden.)

Wij kunnen dit werk dan ook hartelijk aanbevelen, speciaal aan de muziekliefhebbers die behoefte hebben aan een gidisi in 'de klankendoolhof, waarin de radio 'hen dagelijks brengt.

Sem Dresden, Kleine Muziekleer. (J. B. Wolters' Uitg. Mij., 'Groningen-Batavia.)

Wanneer dit werkje, naar den 17den druk van zijn voorlooper opnieuw bewerkt, thans in herdruk verschijnt, is dit een welsprekender bewijs voor zijn praktische waarde dan 19 recensies. Wij kunnen bovendien onze vreugde uitspreken over het feit, dat ook deze her-uitgave werd aangegrepen om den inhoud op de 'hoogte te steUen Ivan dezen tijd, 'en om er een korte behandeling van het 'Gregoriaansch aan toe te voegen.

Wij hopen, dat in de bijwerking bij' een volgenden druk ook een zaakregister zal worden begrepen. Daardoor zou de bruikbaarheid van dit boekje voor den leerling zeer worden verhoogd. De schrijver is er op een lofwaardige wijze in geslaagd, om in den uiteraard beknopten tekst objectief en zakelijk te blijven, en op 'het belangrijkiste den nadruk te leggen. Daarom kan dit boekje wdl als de beste en meest actueele kleine muziekleer in onze taal worden aanbevolen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen