GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit Amerika.

We geven weer enkele berichten over de reis van Prof. Schilder door. Zoo blijft het contact van hoofdredacteur en lezers tóch nog een beetje' bewaard!

Zeldzaam hartelijk wordt Prof. Schilder alom begroet. Een van de vooraanstaande predikanten zei in een speech: „U past geheel bij ons volk".

Ds V. Halsema, een meester in het teekenen, laat Prof. Schilder aldus zien temidden van een kleinen kring predikanten, sprekend over actueele theologische kwesties. IMen proeft zoo van zelf iets van de „sfeer".

Hier was een man van rookkracht. Onder zijn spreken, bij het genot van een kop koffie en het traditioneele dikke stuk Amerikaansche koek, durfde de Nederlandsche Theologische Meester de eene „Dutch Master" na de andere aan. En dat beteekent wat. Want onze Amerikaansche sigaren zijn „vaste spijze" vergeleken bij de „lichte kost" uit Nederland. Meer dan één Nederlandsche rocker is halverwege bezweken, als hij zijn rookkunst trachtte gaande te houden tot het bittere einde van een Amerikaansche sigaar. Wie echter ook gevallen mogen zijn op de Amerikaansche Smokerheide, niet de man op het atelier. Hij schijnt iets degelijks gewend te zijn.

In „De Bazuin" van de vorige week kwamen de volgende impressies voor, overgenomen uit „The Standard Bulletin":

Dr Scbilder verovert de harten van O mi s Volk.

Wij hebben Prof. Dr K. Schilder reeds verschillende malen hooren preeken en oofc spreken, en wiji, en duizenden anderen, hebben genoten van het geestelijk voedsel dat hij geeft voor hoofd en hart, op oorspronkelijlke, glasbelder© manier, zoodat bet 'pakt', inspireert en visie geeft.

„God wil het, " vrij moeten Hemi gehoorzaam zijn en steeds uit wederliefde handelen in oveieenstommimg met bet Woord. Ook al schijnt alles d vr a r s t © g e m.' ons in te gaan; ook al zij n wij blind voor de toekomst, wij moeten zien op het gebod!

Uit alles blijkt, dat hij Gods Woord en de Geref. Belijdenis lief heeft, en ze met al zijn gaven en krachten zoekt te verdedigen tegen de aanvallen van den Booze en zijn trawanten.

De groote scharen, die zoo aandachtig naar Dr Schilder luisteren, zijn het beste bevrijs, dat velen hier nog smaak hebben in de oude, beproefde waarheid.

Terecht merkte Dr Henry Beets (aan het einde van den dienst 1.1. Zondagavond, gehouden in de Westminster Presb. Kerk) op, dat Dr Schildér's woordeii •waren: „Gouden ajp'pelen op zilveren gebeeldhouwde schalen."

Dr Schilder had als hoofdgedachte gelkozen: „Liefde, de Weg der Kerk" (1 Gor. 12:31 b), en Dr Beets zeide daarvan: „Deze schoone predikatie heeft ons volkomen gerust gesteld wat betreft het gerucht als zou Dr Schilder hier door zijn optreden een wigge van verdeeldheid zijn, om ons volk nog meer uit elkaar te drijven, maar, integendeel, een cement is, qm ons volk saam te houden en saam te brengen."

•Onder den indruk van het gesprokene, verzocht Dr Beets de groote schare dan ook als slotzEmg te zingen:

„Waar liefde woont gebiedt de Heer Zijn zegen...."

MT Williajn B. Eerdmans, die als voorzitter van de regelingscomimissie fungeert, deelde ons mede, dat nog steeds preek- en spreekverzoeken inkomen uit verschillende plaatsen van ons land, doch hij is bevreesd, dat velen teleurgesteld moeten worden, daar Dr Schilder in April weer .iui Kampen terug wenscht te zijn.

Uit de gesprekken, die vrij hooren, kiunnen vrij opmaken, dat er overal veel belangstelling bestaat, om D'r Schilder te hooren over „De Algemeene Genade". En meer dan een heeft den wensch geuit, dat Dr Schilder door een duidelijke voorstelling te geven over deze „kwestie" het middel moge ziJn, om te vereenigen wat bij elkaar hoort, in overeenstemmimg met den weg door Paulus aangewezen in 1 Gor. 13 en 14.

Een Engelsoh bericht uit hetzelfde Wad geven we hier in vertaling aan de lezers door:

Gisteren (Woensdag 2 Febr.) hield de Ghr. Geref. predikanten-conferentie van Michigan haar winterbijeenkomst ini Oalvin College met Dr K. Schilder als > gast. Ongeveer 120 predikanten uit alle deelen van den staat (Michigan) waren aanwezig. Om 3 uur vond een algemeene discussie plaats onder leiding vam Dr Schilder. Oimi 6 uur n.m. werd gedineerd. Om 7.45 uur hield Dr Schilder een lezing in het auditorium van het College, die ook voor het publiek toegankelijk was.

Maandaigmorgen j.l. sprak Dr Schilder voor de faculteit en de studenten van Calvin College over het onderwerp: „Wat is christendom en wat is calvinisme? "

Dadelijk na zijn rede gaf Dr Schilaer een orgelbespeling, die hij besloot met het Nederlandsche volkslied, waarbijl het publiek opstond en met den zang instemde.

Dr Schilder heeft zijn talent als organist getoond in verscheidene van de kerken waar hij heeft gesproken, en bracht zijn hoorders daarmee in. verrulkking.

Ook in „The Banner" vonden we iets. Prof. v. d. Bosch vertelt in zijn mededeelingen omtrent het Calvin College over de lezing door Prof. Schilder gehouden voor de studenten van die inrichting:

175 Maandag jongstleden hield Dr K. Schilder als de geziene igast van „Calvin" een rede. Op verzoek gaf hij een schets van de grondgedachten van het Calvinisme. Ofschoon de rede in de HoUandsche taal, die slechts door een zeer klein aantal studenten wordt verstaan, werd gehouden, dwong zij iedereen tot aandachtig luisteren. Als een korte en doorzichtige uiteenzetting van wat het Calvinisme is, was de rede inderdaad merkwaardig. Ds van Baaien, Dr Schilder's klasgenoot in Kampen, bood ons een uitstekende samenvatting in het Engelsch. Al heeft de meerderheid van onze studenten den spreker niet verstaan, zij hadden in ieder geval het voorrecht een schitterend theoloog te zien, begaafd met het vermogen om oorspronkelijk te denken en zich raak uit te drukken.

Ook het officiëele orgaan van den bond van Gereformeerde Mannenvereenigingen roept Prof. Schilder een zeer hartelijk welkom toe en spreekt de hoop uit, dat vele vereenigingen de gelegenheid zullen aangrijpen om „this truly great and humble man of God" te verwelkomen en tot bet houden van lezingen uit te noodigen.

Over speelfilms, enz.

Gelukkig is er in onze kringen een fel verzet tegen de bioscoop en de film.

De wereld van de film (Hollywood, enz.) en de wereld van de bioscoop zijn absoluut onaanvaardbaar voor een christen.

Zooals die beide „werelden" zich feitelijk ontwikkelen en feitelijk vertoonen in onzen tijd, zijn ze een permanente bespotting en een geraffineerde aanval op het koninkrijk der hemelen.

't Is een bedenkelijk symptoom als men dat niet meer voelt en die ongerechtigheid niet meer schuwt als een giftige adder.

Volkomen beamen wè wat Ds Popma in zijn „Kerkbode" schrijft:

Maar hoe dan te denken over den bioscoop-gang als uitzondering en onder behoorlük toezicht met voldoende waarborgen, dat bovengenoeimide bezwaren zidh niet voordoen?

Dat lijkt me uiterst simpel.

Wanneer 't juist is, dat de speelfilm voor vele duizenden een moreel gevaar is, dan heb ik niet het recht mee te werken — zij' bet in nog zoo geringe mate dat zulk een stuk leven in stand blijft.

Elk kwartje, dat ik er voor uitgeef, helpt dit gevaar in stand houden en bevorderen.

We kunnen diat zien in eenigszins' breeder verband.

De speelfilm is industrie-product. Moet vóór alle dingen winst opleveren. „Lachen is handelswaar, het is inijl onverschillig, waar die lach vandaan komt."_^

Nu staan we voor het nuchtere feit, dat er één goede, fatsoenlijke fikni kan komen, waarbij de vraag van de kunstwaarde ten minste te stellen valt, wanneer daar tegenover staan tien moreel verwerpelijke. Hierbij! denk i!k vooral, maar mdet alleen aam, 't zevende gebod. Alleen door een dergelijke verhouding bij de I V..1 .iivirt 1/; - ^'.^, - jvi-; mr-, i, ) rt v^HR ; uïtrt I-V> li I - /, < int^-K *^T1 ni productie valt er voor de tum-mdustne wal te ver­

dienen. Al kwamen nu hier in Nederland alleen de fatsoenlijke en kon de keuring de andere weren, al waren er geen andere bezwaren, al ging ik bovendien nog slechts een heel enikele keer van die „goede" speelfilms

bezoeken, dan nog zou dit te veroordeelen zijn. Immers, we staan voor 't feit, dat de huidige filnuindustrie — ondanlks verbeteringen — alleen krachtens de zonde kan blijlven bestaan. Daia hebben wij' niet het recht zulk een bedorven stuk wereld in stand te helpen houden, imee te werken, dat zulk een brok

leven blijft bestaajn.. Met mijinj eene kwartje werk ik daar aan mee.

Nu kijlk ik naar de tallooze slachtoffers onder de kijkers. En ik denk aan die „levens zonder geheim", aan de acteurs en actrices, die met al die zedelijke narigheden hun brood verdienen.

Als ik meewerik, dat heel dat brok leven in stand

blijft, wordt hun bloed ook van mijn hand geëischtl De enkele „goede" film steunen, die uit het geheele imalieu stamt, is 't steunen van dat geheel. Daaraam

doen we niet mee. 't Ligt voor de hand hierin ook te betrekken het

bioscoopgebouw, dat emkel voor dat doel is ingericht. 'k Ben niet zoo heel mial te meenen, dat die steen en en die stoelen zondig zijin. Maar het gebouw, dat enkel voor dat doel bestemd is, zit onlosmakelijik vast aan het geheel van dat brok leven, dat op dit oogenblik slechts krachtens de zonde in stand blijft. Naar een •natuurfilm — een film dus, niet in het gewone bioscoopmilieu ontstaan •—• in zulk een gebouw vertoond,

gaan we daarom niet. Voor mijn besef liggen die dingen zóó zeer voor de hamd, dat er niet al te veel over gesproken hoeft.

Zooals bekend is wordt thans gewerkt aan de productie van „Christelijke" films of — beter gezegd - ^ van films voor christenen aanvaardbaar.

We hebben één exemplaar ervan. Handelende over Urk, de droogmaking van de Zuiderzee, enz., gemaakt onder inspiratie van het boek van Norel „Aan dood water".

Met groeten ernst moet afgevraagd worden of men met dit experiment op den goeden weg is. Iedere brug naar de bioscoop moet kort en klein geslagen en zeker niet worden gebouwd!

Het is daarom goed te luisteren naar een ernstig woord van A. Janse over deze materie, geschreven in „Pro Ecclesia":

De Calviindstische zede onzer vaderen deed kaartspel, tooneel en dans in den ban. Dat was niet een bevrijs van enghartiglteid of kleinzieligheid of doopersche wereldmijding. Integendeel, onze goede Gereformeerde voorouders waren veel ruimer van. blik dan menig kaartspelend gezelschap. En hun jonge mannen en vrouwen hadden ruimer kijk op de wereld, dan degenen, die in den schouwburg .speelden. En zij waren vroolijker iuu den weg des Heeren, dan de wereldsoihe kringen op bun dansavond.

176 Waren die oud© Calvinisten dan niet sterk genoeg om ook dit „terrein" op te eischen im den dienst des Heeren? Wijl zeggen het vaak zoo, als we ons ook op die „terreinen" wensclien te begeiven. En dan klinkt h«t zoo vroom. Ea. zoo sterk.

Wij' gaaa. dan ook zachtjes aan verder met veroveren vain deze „terreinen". We Ifcoaaeh verder dan onze vaderen.

Zijn we lieusch sterker?

Neen... het is omgekeerd.

Onze vaderen wilden zich niet noodeloos begeven tot vermaak-terreinen, waar de zonde aan alle kanten lokt en waar de afvallige wereld den toon aangeeft. Er zijn „terreinen", die men zonde-terreinen kan noemen. En daar waren onze vaderen bang voor.

Terecht.

Niet dat een „kaartspeUetje-op-zichzelf', zoo in het algemeen gesproken, goddeloos zou zijn. Maar er bestaan geen kaartspelletjes-op-zichzelf. Vraag maar eens het oordeel van de wereld over een groepje Gereformeerden, die 's Zondagsavonds „'n kaartje leggen". (Ik weet niet of het voorkomt.) De wereld ziet heel scherp in die dingen. Zij gevoelt intuïtief, dat het niet bij ons behoort. Wij hebben ook een extra stel schoone redeneeringen noodig om het goed te praten.

Met tooneel en dans is het al evenzoo.

Daar vei-vi'acht de wereld ons niet.

En terecht.

Alle redeneeringen over „terreinen opeischen" enz., kunnen dat niet bemantelen.

Christus heeft geen behoefte aan kaartspelen en schouwburgen en danszalen voor Zijn volk. Hij behoeft deze dingen niet te laten „veroveren".

De practijk leert ook, dat het een der symptomen van kerkverval is, als Gereformeerden naar deze dingen beginnen te hunkeren.

Dat gaat steeds weer langs den weg van het roepen om „brood en spelen", 't Is een decadentie-verschijnsel, als steeds nieuwe genotmiddelen moeten uitgedacht worden.

Janse wijst er op, dat, helaas, vele jeugdvereenigingen hun karakter verloochenen en — dit kunnen we er gerust bij zeggen — zich bespottelijk maken door de opvoering van samenspraken, dat dwaze kwasie-tooneel.

('kZag eens een dergelijke draak, handelend over den moordaanslag op Prins Maurits door Slatius c.s. „Prins Maurits" had de uniform aan van de gemeenteveldwachter en verzocht „naar aanleiding" van de heugelijke mislukking van het snoode plan aan de vergadering, met hem „aan te heffen" het Wilhelmus, vérs één en twéé!)

Janse wijst er op, dat een overblijfsel van de oude zede bleef in den afkeer van beroepsspelers.

Doch:

Wij krijgen thans de beroepsspelers toch te zien. Zij spelen namelijk voor de film.

En de Nederl. Chr. Filmcentrale brengt de voorstelling bij ons aan huis. We blijven dan in de lijn. Gaan

l. 1 nog niet naar den schouwburg. Maar we genieten alvast toch van de „goede" spelen, waarbij we de „gaven" der beroemde spelers kunnen „genieten".

Bekende romans worden verfilmd.

Ik dacht, dat een echte, goede roman, die litteraire waarde heeft, moest gelezen — en nog eens herlezen worden, om w e r k e 1 ij k genoten te worden. Maar de „begeerlijkheid der oogen" is in onze dagen zoo groot geworden, dat een verdwaasd geslacht al meent een roman te moeten zien in een film. Dat men een roman verlucht met goede plaatjes, dat is iets anders. Dat behoort bij de lectuur als „verluchting". En dat is echte kunst, als 't goed is.

Een film is z.i. geen echte'kunst.

Niet eens een echt beeld van beweging.

Eigenlijk gezichtsbedrog.

Zoo heeft de film alleen waarde als c u 11 u u r f i 1 m, het is een manier om een beweging na te bootsen in die gevallen waar dat noodig is.

Toch is dit niet het voornaamste bezwaar.

Men leze:

En nu zweeg ik nog van den inhoud.

Ik zag een speelfilm: de hut van Oom Tom.

Argeloos liep ik er in. 't Was een goede film, zei de broeder, die hem toonen zou. Een prachtfilm!

Maar toen ik een uur lang al die gemaakte gezichten van de filmacteurs had aangekeken en de onwaarachtigheid van dat alles me had aangegrijnsd, — toen kwam er een prachtvoorstelling van een vrouw, die vocht met een kerel om haar kind. Deze misselijke scène duurde heel lang. 't Was „prachtig" om die worsteling van twee hijgende menschen te aanschouwen. De edelste „dierlijke" gevoelens konden hier wakker worden, 't Was een zeer „hoogstaand" genot!

Maar 't werd nog „mooier".

Daar lag Oom Tom. Wel te verstaan een Amerikaan-

sche filmneger. Hij lag op zijn sterfbed. Heerlijk kijkspel. Een sterfbed is ook wel eens op de wanden van een caroussel op de kermis te zien. En dan in echt beeld. Akelig rolden de oogen... Flauwte na flauwte kwam.

Fijn om te genieten voor Christenmenschen. 't Publiek gaapte en had tranen in de oogen... alsof 't waarlijk de oude Oom Tom van den roman was. En de filmneger trok maar akelige tronies. Allemaal om ons

te vermaken. • De gramofoon speelde: Nader mijn God bij U

Zeer romantisch.

En slechts een zeer enkele van het publiek heeft begrepen wat hier gebeurde. Ons volk — en onze jeugd, werd bedrogen... en meegevoerd zonder erg.

Ik had er toen genoeg van en ben heengegaan.

Ik kon daar niet een dankgebed uitspreken voor dezen „schoenen avond", zooals straks vermoedelijk van mij werd gevraagd.

Ik geloof, dat er maar één middel is om ons volk te bewaren voor deze „begeerlijkheid der öogeii" naar datgene, dat dóór en dóór valsch is.

En dat is, dat wij ons schrap zetten en doen als onze vaderen.

En dat we bij de reeks: kaartspel, tooneel en dans nog voegen de speelfilm (ook die van de Ned. Chr. Filmcentrale).

En verder mogen we ons wel eens ernstig afvragen, of we niet nog scherper keur moeten aanleggen. Gezien het feit, dat er zinsbedrog in 't spel is — moeten we ook met allerlei andere vermaak-film, waarbij 't k ij ken naar beweging slechts voor vermaak dient, zeer voorzichtig zijn.

We kunnen kinderen — en die met hen gelijk staan — zeer gemakkelijk blij maken met dingen, die toch eigenlijk nergens goed voor zijn, die geen écht voedsel geven voor lichaam noch geest, en die zeer hevig de zinnen en de begeerlijkheden der oogen prikkelen.

Als we daarmee beginnen, dan moeten zwakke ouders straks wijken voor de kwade begeerlijkheden van het jonge en onnoozele hart. Dan dreint een kind net zoo lang, tot het z'n begeerte krijgt. Over een i ijdel ding, alsof er zijn leven van afhangt.

) Daarom leeren verstandige ouders hun kinderen niet snoepen; daarom zijn ze op hun hoede om geen sterken drank te geven aan jonge menschen; daarom is er een actie in de pers voor goede lectuur. — Ook het snoep-lezen is een gevaar.

Maar ziet... het nieuwste snoepgoed van de wereld dringt door ook in onze kringen. De wereld is vol van begeerlijkheid der oogen.

van begeerlijkheid der oogen. Wij moesten alvast bij de invoering van 'tberoepsspelerstooneel via de film ons schrap zetten.

Gaat dat er door en voelen onze menschen het dubbel-valsche niet meer — waarom gaan ze dan niet naar den schouwburg? Dan zien ze tenminste de echte armbeweging van den speler. Mogelijk zien ze dan tenminste een echten tooneelneger als Oom Tom sterven tot hun griezelig vermaak.

Maar als Gereformeerde menschen zoo iets mooi vinden en als onze jeugd niet meer gelukkig kan leven zónder dat, dan zijn we heel snel aan 't afzakken en wordt het tijd om te onderzoeken, of wij niet geheel en al zijn afgeweken van de Calvinistische zede en of wij dan niet zijn wedergekeerd tot hetgeen eerst door ons was verworpen.

Zooals „de hond", waarvan Petrus schrijft in 2 Petr. 2:18—22.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 maart 1939

De Reformatie | 8 Pagina's