EVEN PARKEEREN

Ook deze!

In Lukas 19:1—10 vinden wij niet de geschieid«nis van Zaclieüs, die zich bekeert en in welke geschiedenis dan ook de Heere Jezus voorkomt. Maar wij vüiden daar het evangelie van Jeizus Christus, in welk evangelie ook Zacheüs voor^ komt. Het evangelie van Hem, Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren was. Zoo is Hij gekomen om Jericho te zoeken en Hiji heeft die stad gevonden in Zacheüs, den' Tollenaar. Om het duidelijk en onweersprekelijk te toonen hoe waarachtig hij die gansche stad Kocht, heeft Hij haar gezocht in haar zwaltste schakel. Deze man had nu letterlijk élles tegen: zijn beroep, zijn 'rijkdom, zijn karakter, ja zelfs zijn figuur, hij was geen sympathieke zondaar, doch een nietig ventje. Onder onze handen veranderf hij echter meestal in een heilbegeerig tnensch en tegelijk verandert het evangelie van Jezus Christus in de bekeeringsgeschiedenis van Zacheüs. Wij laten een bekeerde, voor Jiet minst een ontdekte, Zaelieüs ia den boom klimmen. Dat is fijn! Nu is de ergernis van het evangelie weg, , Als de schare straks murmureert, dat Jezus tot een zondigen man is ingegaan, dan zullen wij' hen terecht wijzen: pardon, tot een bekeerden man! Maar dan sta ik ook in Amsterdam machteloOiS voor de woningblokken, kroegen en publieke huizen, waarin de Zacheüssen van dezen üjld wonen. Ik kijk verdrietig, want de boom is er niet, ga maar door, evangelist! Wij kunnen zoo knap en zoo vroom het evangelie wegpreeken en weglevangeliseeren! Neen, het wonder van deze ge- Ischiedenis zit niet in dat leelijke ventje dat in den boom klimt, maar in den Heiland, Die hem Uit den boom roept. Laat ons niet zien op de Zacheüs-gestalte, maar laat ons zien, laat ons de menschen wijzen, op den Heiland Die Zijn eigen welkom medebrengt. (Matthew Henry).

Omdat dit niet de geschiedenis is van Zacheüs die zich bekeert, maar het evangelie van Jezus: , Die het verlorene zoekt, ddiroim is het ook de geschiedenis geworden van Zacheüs die zich bekeert. Er zijn veel geschiedfenissen van Zacheüssen die zich bekeeren en waarin ook Jezus voorkomt. Dat zijn lange geschiedenissen van veel vallen en opstaan en van een poover resultaat. Maar het evangelie van Jezus, waarin ook Zacheüs voorkomt, draagt rijke vrucht. Als de Heiland in het huis van den tollenaar is ingekomen, breekt de bekeeriug van Zacheüs ineens door met onstuimige kracht. Daar zouden op zijh belijdenis wel eenige niet ongegronde aanmerkingen zijh te maken. Hij' zegt eenerzijdis te veel en anderzijds t^ weinig. Och, in elke belijdfenis van zonde is ook zonde. Het komt mij echter voor dat wij niet zoozeer op de details in zijh belijdenis moeten letten, maar veel meer op het resolute brekieti met de zonde, dat uit zijh woorden spreekt. Hij jzegt als het ware: Heere, ik bréék er mee! ik breek er mee! Daarbij valt ons op, hoe zeer dfe bekeerüig van Zacheüs een practische bekeering is geweest. Bij de bekeering strekt het hart zich zoo vaak uit naar dingen, die ver af liggen, naar een pastorie of een zendingsveld. Doch als Gód ons bekeert, zeggen wij': Heere, ik wil een eerlijke winkelier zijn. Ik wil alles aan dén Steun opgeven, wat ik bijverdien. Ik zal naar mijn familie toegaan, waar ik al jaren ruzie medte heb en ik zal mij met hen verzoenen. Zoo wil de Heere het.

Er staan in den Bijbel practische dingen. Weest HAASTELIJK WELGEZIND jegens uw wedterparüj! Ook hierin heeft Zacheüs zich gehaast, omdat de Heilige Geest hem haastte tot bekeering. Als wij' ons zoo haasten, zal de Heere ons zegenen en onzen weg voorspoedig maken.

Er is een eigenaardige fout in onze prediking', waarvoor onze oogen wel eens mogen opengaan. Wij plaatsen maar al te veel d'e bekieering VOOR de roeping. Daarmede is de prediking onvruchtbaar geworden en Gode zij dank, als zulk een prediking onvruchtbaar is! Want het is een evan- Igelie van den mensch. Het Ijpert de gezegende waaa*heid om en leert een weg van den mensdh naar God, inplaats van den weg van God naar den mensch. Laat ons die boonien van Zacheüs ombouwen en laat ons prediken Christus, Die het verlorene zoekt. God zal ons nog; verbaasd doen staan over de vruchten. Verbroken door zoo menig blijk van Zijn heerlijk koninkrijk, zullen wij danken en roemen: OOK DEZE EEN ZOON . VAN ABRAHAM!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen