GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

EVEN PARKEEREN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVEN PARKEEREN.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Moeilijke menschen".

(Uit het leven.)

„Tracht u de 400 of 1400 gram hersenen die u bezit eens bij elkaar te rapen en verbeeldt u dan een oud en vuil, vies varkensliok, toebehoorend aan een doortrapt slecht en gemeen wijf in die schuur nu, waar ik gedurig met- haar lieflijk beeld en liaar in ruwe onverschilligheid opgroeiend kroost plus nabijwonendc vloekers, spotters en godslasteraars gekweld word.... word ik icdcren avond met de meest grievende en zieldoorvlijmende schimp en spot door jong en oud gep. st...."

Zoo las ik voor aan den bewoner van een gangiiuisje in hartje-.Iordaan. De vier Fricsche hangklokken, die in het eene kamertje hingen, tikten bij eiken zin en het korte, dikke mannetje knikt© van ja! Bij elk kras woord haalde hij vergenoegd zijn kalken pijpje uit den mond en zei niet anders dan: Mins! Minsl Al de jammerklachten van het dicht beschreven papier opgelezen, riepen geen wolkje op zijn blozende wangen te voorschijn. Hij hoorde lezen van Vorst Diabolus, doch zette net zoo'n blij geziclit als bij de zoetste toespraak in „het Heil". Toen ik de lektuur geëindigd had, bolde hij zijn buikje vooruit, schrapzettend de overbelaste beenen en schetste mij in korte, leutige zinnetjes, onderstreept door gestes met de smokende pijp, de figuur van Beukema. Gecompleteerd met mijn eigen ervaringen geef ik 's mans kontorfeitsel in enkele grove lijnen.

Beukema was „krachtdadig-bekeerd" door middel van een hellevisioen, dat hij mijzelf eens uitvoerig heeft beschreven. Nu zal ik geenszins ontkennen dat er een beginsel van het nieuwe leven in hem gevonden werd, maar helaas was één ding zeker: zijn humeur was niet bekeerd. Eigenlijk was het er belangrijk op verslechterd, hij werkte veel met de zonden.... van anderen. „Ik ben geen evangelist, maar een bestraffer van zonden" zoo trachtte hij zichzelf in een brief aan mij le classificeeren. Met bijzonder genoegen nam hij een be- Irckldng van nachtwaker aan „als zijnde principieel legen diefstal". Zoo werd hij ook practisch een ontdekker van zonden, hij vervulde zijn taak nauwgezet, maar zoo ontactisch, dat hij zich bij ieder gehaat maakte. Weldra kon hij in niemand meer iets goeds zien. De grijze broeder, die met het koffieblad rondging en „effectief een christelijke man" was, zooals mijn gastheer verhaalde, deugde zelfs niet in zijn oogen. Beukema behoorde lot de menschen, die nagenoeg lederen Maandag een brief van vier kantjes hebben te schrijven aan den dominee, waarin zij mededeelen dat diens preek door hen gewogen en te licht bevonden is. Zijn grootste heldendaad haalde Beukema uit in een kerkgebouw. Daar kwamen bij le pas een jonge cornet, blinkend nieuw in het uniform gestoken en een meisje, dat „wereldsch gekleed" doch nog wereldscher van gedrag was, aangezien zij haar aandacht verdeelde tusschen den cornet en den dominee. Onze vi'iend Uel zijn waaksche oogen geen seconde van het meisje af. Tot zijn verontschuldiging mag ik zeggen, dat deze preek niet licht was, zoodat er niet geluisterd behoefde te worden. De mensch kreeg er zijn volle portie! En het meisje kreeg haar portie van Beukema. Achter zijn kiezen rustte een extra-gi-oote kerkpruim, die legde hij bij het uitgaan in gerechte verontwaardiging in het blanke halsje. Ja, ik ben een Boanerges! verklaarde hij. Maar het goedige, dikke ventje had er een andere betiteling voor en zoo waren zij „om des beginsels wille" gescheiden. Het nachtwaken werd verwisseld met een turfventerij, maar „niet genoeg kunnende kletsen", werd deze handel een fiasco. De venter was te ernstig en „daar houden de liefhebbers van deze wereld niet van". Geheel in de put liet hij zich in een tehuis opnemen, maar lang hield hij het er niet. De afloop werd door hem korlelijk aldus beschreven: „er kwam oorlog!" Gelukkig wist hij van zijn lotgevallen een bevredigende verklaring le geven: „Veelal was de wereld mij niets dan een hel vol duivels, wier grootste lust het was roet in het eten te gooien...." „Mins! Mins!" zou het korte manneke zeggen.

Een poos later was Beukema niet meer in zijn varkenshok, een welwillende broeder had hem uit medelijden in zijn huis opgenomen. Of het lang geduurd heeft, weet ik niet, doch ik twijfel. „We hebben evenveel overeenstemming als een olifant en een koe" schreef hij mij. Maar de lessen van het leven waren niet geheel aan hem verspild, want hij voegde er aan toe: „Ik verblik noch verblauw".

Toch, in den grond schreide het hart van dezen vreemden man om liefde. Ook mij had hij gewogen en te licht bevonden. De brief in mijn bus mankeerde vanzelf niet. Toen ik hem jaren later een kleine attentie bewees, schonk hij mij schier roekeloos zijn opgepotte vriendschap en

deze overwinning was mij zeer lief. Sedert heb iii geleerd niet te wanhopen, ook niet aan moeilijke menschen. Als zij onze gebreken trachten te ontdekken, laat hen dan onze liefde, de liefde van 'Christus, vinden. Dan is er blijdschap, op aarde en in den hemel over moeilijke menschen....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

EVEN PARKEEREN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1940

De Reformatie | 8 Pagina's