GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook liet Calvinisme en de techniek?

II.

§ 1. „Wat is onder „techniek" te verstaan ? "

De vraag waarop het eerst moet worden geantwoord luidt, „Wat wordt hier onder „techniek" verstaan? "

Het woord techniek is afgeleid van het Grieksche „technè" hetgeen kunst, bekwaamheid beteekent. De vakkunst, vakkundigheid wordt met dit woord aangeduid. Steeds ziet het woord techniek op datgene wat behoort tot de uiterlijke organisatie, bouw of opbouw, constructie van een of andere kunst, wetenschap of handwerk. Zoo kan men spreken over de techniek van Rembrandt, de techniek van het voetbalspel, de techniek van den meubelmaker.

In de laatste eeuw wordt aan het woord techniek echter tevens een engere beteekenis toegekend, terwijl het dan nog in dubbelen zin wordt gebruikt.

Ia het eene geval spreekt men over techniek en

(Zie vervolg op blz. 286.)

(Vervolg Vakwetenschap en practijk.)

bedoelt eenvoudig machines, werktuigen, auto's, vliegtuigen enz. Het woord techniek heeft dan betrekking op de producten, de voortbrengselen van, met wetenschappelijke kennis uitgeoefende, vakbekwaamheid, speciaal in het maken van deze moderne materiëele dingen.

Techniek kan echter ook de aanduiding zijn van de desbetreffende actie zelf en heeft in dit tweede geval betrekking op het vakkundig-bezig-zijn zelf. Hierin is dan wetenschap, kennis ondersteld. Men bedoelt dan uitsluitend die activiteit, in den ruimen zin van het woord, welke de nieuwe stoffen en materialen van allerlei aard voortbrengt, de machines en werktuigen maakt, de bruggen en wegen aanlegt, enz. Het woord techniek is dan de aanduiding van alle menschelijke activiteit, welke de voortbrenging van die materiëele dingen omvat, waarmede iets gedaan kan worden.

Deze omschrijving geeft voorloopig voldoende duidelijk weer wat onder techniek is te verstaan.

§ 2. „Wat is de zin van techniek? "

Techniek bestaat niet uit zichzelf, op zichzelf, om zichzelf, maar bestaat in samenhang met de andere zijden van het rijke leven. Op grond van Gods Woord is zij niet te isoleeren, o.a. van de overige functies van het menschelijke leven.

In techniek is allereerst kennis ondersteld. Reeds de bewerking van het eenvoudigste materiaal, als steen en hout b.v., houdt in, dat de mensch dit onderscheidt van andere en nagaat, welke bezwaren bij den arbeid zijn te overwinnen. De jongste techniek, die een verdieping is, een ontsluiting van het naïeve „kennen en kunnen" is dit pas door de technische wetenschap. Door haar wordt het verwerken van de in de schepping aanwezige mogelijkheden, van de natuurzijden van de werkelijkheid in rijke mate mogelijk. Kennis van b.v. de eigenschappen van de grondstoffen, van de uit deze te vervaardigen materialen, van de wijze waarop deze vervaardigd moeten worden, is een van de voorwaarden van de technische mogelijkheid.

Het verschijnsel, dat vele van de fundamenteele uitvindingen gedaan worden vóórdat de wetenschap de theorie zelfs kon verklaren, doet geen afbreuk aan het feit, dat techniek slechts daar mogelijk is waar kennis, 't zij intuïtieve, voorwetenschappelijke of wetenschappelijke kennis aanwezig is.

Aan de andere zijde bUjkt, dat de techniek altijd dingen voortbrengt waarmede iets gedaan kan worden. Steenen worden geproduceerd om te voorzien in de behoefte aan bouwmaterialen, papier wordt gemaakt om kranten te kunnen drukken, een stoel en tafel worden gemaakt t.b.v. de omgangsvormen. Een machine wordt geconstrueerd om krachten op te wekken. Een brug is een middel ten dienste van het verkeer. Kortom, de techniek vindt in de menschelijke samenleving haar bestemming, anticipeert op het sociale.

Dat verder bij het maken van de technische dingen zuinigheid moet worden betracht, zal moeten worden toegegeven door wie weet dat de grondstoffen en de reeds geproduceerde materialen als steenen en papier, die niet in onbeperkte mate voor het gebruik aan iedereen ter beschikking staan, waarde hebben. Tegenwoordig bedrijft de techniek op bepaalde terreinen roofbouw. Zij verteert niet alleen kapitaal en energie, maar ook zekere grondstoffen. Voor verschillende metalen is de toekomst naar veler oordeel niet zonder dreiging (zie „Omwenteling in de voortbrenging", Ir B. ter Brugge in „A.-R. Staatkunde", Ie kwartaal '39).

Tevens kunnen de technische dingen sierlijk worden gemaakt. Het handwerk, waarin zich de persoonlijkheid van den geheelen mensch kon uiten, waarin de malcer zijn krachten, smaak en geloof kon uitdragen, is zelfs historisch gezien, de aanleiding geweest voor de ontwikkeling van de z.g. , , gebonden" kunst, in onderscheiding van de „zuivere" kunst. De historie van de techniek toont aan, dat men zich van deze beteekenis niet ten volle bewust was. De eerste voortbrengselen van de moderne techniek' toonen nog vormen, die aan het handwerk doen denken. In dezen tijd v/ordt de schoonheid van de technische dingen, b.v. bereikt in de gevoelige contour van de auto en het vliegtuig, in een bepaalde verhouding van de deelen.

Ook wijst het technische vooruit naar het juridische. In de wetgeving wordt het recht geregeld, b.v. wanneer per octrooibrief een uitvinding of constructie wordt beschermd tegen ongewenscht gebruik.

T.a.v. het ethische kan hetzelfde worden opgemerkt. Met en zonder liefde tot het te maken werk kan de technische acte worden voltrokken.

Tenslotte kan men in de technische actie zichzelf trachten te bevredigen, in haar het geluk of eigen eer zoeken. Ook kan de technicus, wanneer hij zich door het christeüjk geloof laat leiden, zoeken te bevorderen de verwerkelijking van de christelijke beginselen, als naastenliefde, gerechtigheid en barmhartigheid.

Wordt met deze voorbeelden aangetoond, dat er verband, samenhang bestaat tusschen de technische functie en de overige functies, toch is er wel verschil, onderscheid op te merken. Het kennen bleek een voorwaarde te zijn voor het beoefenen van techniek. De overige voorbeelden toonden aan, dat de techniek de mogelijkheid biedt verschillende aspecten van het leven te ontplooien.

De techniek behoudt daarbij echter haar eigen karakter, aard, kern of zin-kern, die tot andere modaliteiten niet te herleiden is. In de techniek worden de dingen gemaakt, gevormd, waarmede teruggegrepen of vooruit gewezen wordt op de verschillende zinzijden van de werkelijkheid. Uit het aanwezige maakt de techniek dingen met hoedanigheden, mogelijkheden, eigenschappen, die er van te voren niet waren en ook niet resulteeren louter uit de som van de eigenschappen der samenstellende deelen. Of anders gezegd, de techniek opent nieuwe mogehjkheden, maakt dingen waarmede iets gedaan kan worden wat de natuur, zonder meer niet kan. De machine „naait" anders dan de mensch; de molen „maalt" anders dan onze kiezen; transport geschiedt op wielen, niet op hefboomen, zooals onze beenen zijn. De techniek, die de natuur a.h.w. gebiedt, roept in historisch opzicht nieuwe dingen in het leven, met kwaliteiten, krachten zooals die van een machine; maakt stoffen met genezende eigenschappen ; wekt radiogolven op door een zender; brengt het bewegende filmbeeld voort, enz. Hierin ontworstelt de techniek aan het rijk der natuur haar geheimen. Dit beheerschend vormen nu van de natuurzijden van de werkelijkheid, karakteriseert de techniek.

Hieruit volgt, dat techniek niet alleen maar is een beoefening van een bekwaamheid in het bewerken van de materie, maar evenzeer een verwerken van de materie tot dingen met eigenschappen, die er van te voren niet waren; met kwaliteiten, die niet vanzelf ontstaan, die zich niet vanzelf ontwikkelen, maar die toch de mogelijkheid openen zeer onderscheiden diensten te kunnen verleenen aan de menschelijke samenleving. Deze verrijking van het leven, met materiëele dingen, welke mogelijkheden van allerlei aard ontsluiten, is aan de techniek te danken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1940

De Reformatie | 8 Pagina's