GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPVOEDING EN ONDERWIJS

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de wereld van den Bijbel.

III.

Geheel anders komt evenwel de zaak te staan wanneer men inziet, dat in den bijbel heel de onvoorstelbaar rijke en veelvormige wereld van planten en dieren, zon, maan en sterren, mannen en vrouwen, gezinnen, volken, staten en culturen geteekend worden in een levend en alomvattend en aldoordringend verband met den levenden God en den Middelaar Jezus Christus. Ze worden alle door den bijbel in Gods iichfkring, in Gods wer/ckring getrokken. Ze worden naar voren geschoven als door Hem gemaakt, door Hem onderhouden en tot verheerlijking van Zijn Naam geroepen. Ze worden getoond gehoorzamend aan zijn wetten of daartegen opbotsend. Ze verschijnen kreunend, ondergaand, verterend onder zijn toorn. Of glanzend en levend en zich ontplooiend in den lichtgloed van zijn genade.

fJL^ii^ ^ neen, we vinden in den bijbel geen afg trokken beschouwingen over de wereld en haar verloop; over de menschen en hun taak en hun lot. De bijbel zet ons vlak vóór, neen niidden in een levende, altijd aangrijpende, vaak huiveringwekkende, maar bovenal ontroerend heerlijke werkelijkheid. Het is al tintelend, echt, spanningsvol leven. En dat alles wordt geteekend niet met de koele, abstracte woorden van den man van wetenschap, neen het wordt geschilderd met een plastische, kleurige, concrete taal die haar weerga niet vindt.

Voor God, in zijn licht, onder zijn toorn of genade'staat voor ons de onoverzienbare wereld van de tallooze schepselen, waarin de bijbel ons verplaatst.

En zoo krijgt alles wat van Gods schepselen in den bijbel geschreven wordt zijn groote, unieke beteekenis.

We lezen van planten en boomen, van bergen en rotsen, van wolken, regen en donder. Maar we hooren daaromtrent geen geleerdheid. Neen ze worden geschilderd als schepselen van onzen God geschapen en geroepen om te spreken, te juichen tot zijn eer. Hij is het die het gras en de bloemen doet uitspruiten op den top der hooge bergen om alleen maar te leven als een pronkstuk waarin God zélf geniet! Een handvol koren wordt door den landman uitgestrooid over de velden en de vrucht daarvan juicht voor den Almachtige als de Libanon. De wijde hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt luide de grootheid en schoonheid van zijner handen werk.

We hooren met nadruk betoogen dat de aarde waar wij op wonen, van den HEERE is. Ze is zijn maaksel, zijn eigendom! En als we dat woord goed verstaan, dan weten we het voor altijd dat die aarde met al wat er op is naar aar oorsprong goed en schoon is! Neen er is iets laags en minderwaardigs in wat God geschapen heeft. Het is alles even heilig, even heerlijk. Wat vuil, bedorven en verwrongen is, ehoort niet tot Gods wereld. Dat is er, neen, iet buiten Gods raad, maar wel tegen Gods il in ingebroken en dat zal er eenmaal gronig uit worden weggebrand.

En de menschen, ja, vooral ook de menschen erschijnen in den bijbel voor ons.

Met nadruk wil ik daarop wijzen.

Maar we moeten het goed vasthquden; we hooren geen geleerdheid omtrent hen. Wetenschap omtrent den mensch moeten, naar Gods orde, de menschen zelf in moeizamen, eeuwendurenden, langzaam voortschrijdenden arbeid zelf vergaderen. Wat de menschen zoeken en vinden moeten op Gods wereld vertelt God hun niet. We vernemen dus niets omtrent spierweefsel, stofwisseling en den bouw der hersenen. De geheimen van denkactiviteit, het wilsproces en het emotioneele leven worden ons niet onthuld.

Neen, God deelt ons mee, dat Hij de menschen maakte als zijn welgelijkend beeld, opdat die menschen in al wat zij waren en deden iets van God zouden laten zien, iets van Gods eiligheid, heerlijkheid en schoonheid. De menschen moesten elk afzonderlijk en allen gezaelijk een spiegel zijn die God weerkaatste aar God toe en de wijde wereld in.

Met scherpen nadruk wordt ons gezegd, dat de mensch niet is, nooit mag zijn en ook nooit kan zijn een wezen dat leeft uit zichzelf, op zichzelf om zichzelf! Hij is niet een redelijkzedelijk wezen, alsof die redelijkheid en die zedelijkheid het essentieele van zijn bestaan zouden uitmaken! Hij is evenmin, naar Gods bedoeling een persoonlijkheid in den praegnaten zin van het woord! Want hij is niet zelfstandig, zich zelf kennend en over zichzelf beschikkend. Het persoonsbegrip — zoo schreef Professor Aalders niet zoo lang geleden —• is allerminst christelijk, het is zelfs niet menschelijk in den vollen zin des woords! Neen e mensch verschijnt in den bijbel als religieus wezen! Hij is geschapen om uit God, voor God, tot God te leven. Hij vindt zijn eenige evensdoel, ook zijn eenige levensmogelijkheid, n de verheerlijking van den Vader! Zijn levenset is: God kennen in den diepen vollen zin es woords; zich aan God offeren in de permaente en volledige overgave van al wat hij is n doet aan zijn Vader en aan God gehoorzaam et een gehoorzaamheid die uit liefde geboren ordt!

e­ De mensch wordt verder geteekend als lid an de eene menschheid. Enkeling en gemeen­ schap ze vormen in den bijbel geen onverzoenbare tegenstellingen. Ze leven ook niet in polaire spanning. Ze absorbeeren elkaar nimmer. De enkeling kan alleen en is alleen enkeling in de gemeenschap. Hij leeft uit, hij leeft in, hij leeft met de gemeenschap. In de gemeenschap ontdekt hij zich als afzonderlijke, als een eigene. Maar de gemeenschap is historisch primair. Uit haar wordt de enkeling geboren, gevoed. Door haar wordt hij geleid. In haar vindt hij zijn bestemming. En de enkeling en de gemeenschap, de gemeenschap en de enkeling, ze zijn naar Gods bedoeling geschapen om met God in de alomvattende verbondsgemeenschap te leven. Het horizontale verband van individueele mensch en gemeenschap, de horizontale wisselwerking tusschen die beide worden opgenomen radicaal en totaal in het verticale verband van de gemeenschap des verbonds waarin God den mensch met zichzelf in wondere liefde wilde opnemen en waarin mensch en menschheid nu ook alleen leven kunnen.

Open, niets verbloemend, bijna meedoogenloos roept de bijbel ons toe, dat alle menschen gezondigd hebben, zondaar zijn en radicaal verdorven blijven, indien geen wonder tusschenbeide komt. En die zonde is niet maar fout, gebrek, afwijking, zwakte, ^e is niet maar iets immoreels. Neen ze is naar den bijbel scherp ons zegt: ongerechtigheid. Ze is inbotsen tegen Gods wet. Ze is vijandschap tegen God. Ze is haten van God! En de bijbel laat zich niet bedotten door allerlei deugd, grenzenlooze zelfovergave, nobel karakter. Waar niet gebogen wordt voor God, waar niet geloofd wordt in Hem daar is zonde! Hoe mooi alles ook moge schijnen.

Maar de bijbel teekent niet alleen den mensch-in-zonde. Hij laat ons óók zien den mensch-in-Christus. De mensch, gewasschen in zijn bloed, ingelijfd in zijn lichaam, beheerscht door zijn Geest! Die mensch is radicaal, d.w.z. in den wortel, vernieuwd! Die mensch wordt volstrekt opgeroepen tot den gehoorzamen dienst in Christus' totalitaire rijk. Er is voor hem geen neutraal terrein! In, zijn leven komt het snijdende dilemma: leven uit God, wandelen door het geloof, volbrengen van zijn wil óf zonde doen! En terwijl hij zóó worstelt — et nuchteren werkelijkheidszin zegt de Bijbel at —• moet hij in deze wereld niets anders erwachten dan smart, moeite, lijden.

Ik heb getracht u iets te laten zien van de Vv^ereld, waarin de Bijbel ons binnenleidt; de wereld welke God door zijn Woord verwerkelijkt, ook nu; de wereld waarin Hij ons door datzelfde Woord den weg wijst.

Hèt is noodig dat de christenonderwijzer die wereld kent, dat ze voor hem lééft! Want hij heeft als eerste roeping de jeugd van Christus' kerk die wereld binnen te leiden. Hij moet door zijn vertelling, door al zijn werk en spreken die wereld van den Bijbel naar de kinderen toe brengen; hen daarin — voor zooveel het van hem afhangt — laten leven en ademen. Dat is een ontzaglijk zware taak! Want , , deze" wereld, de wereld zooals die nu reilt en zeilt, de wereld buiten en zonder God wordt hoe langer hoe meer vreemd aan en vijandig tegenover de wereld Gods! En die wereld zonder God dringt : fusteloos op ons aan en tracht ons mee te sleepen, ons te overmeesteren en te beheerschen. Langs duizend kanalen dringt het leven van die wereld der zonde in de zielen der menschen binnen. En ze vertroebelt en vergiftigt hun denken, voelen, begeeren en handelen. Ze heeft zich ook angstekkend ver en krachtig van het schoolleven eester gemaakt. Overal, in doelstelling, mehode, in organisatie, laat ze zich duidelijk erken. En dan werkt ze als een langzaam oodend vergif. Ze ontneemt de school haar lans, haar eigen stijl, haar dynamisch vermoen! Wij hebben ons in onzen schoolarbeid eeds al te veel geassimileerd aan de opvoeingstendenzen en - idealen dezer wereld.

En wij kunnen daar alleen tegen in gaan, wij kunnen die verderfelijke invloeden en werkingen alleen overwinnen als wij inderdaad leven in de wereld van den Bijbel; als het Woord Gods ons vleesch en bloed is geworden; als dat onze visie op menschheid en wereld ten volle beheerscht; als we niet anders meer kunnen dan leven en denken in den stijl van de wereld Gods.

Wanneer ik over het echt christelijk onderwijs en de werkelijk christelijke school nadenk, rijst dikwijls voor mij op het beeld van vele onzer gymnasia. Met jaloerschheid zie ik hoe daar het onderwijs en heel de sfeer volstrekt doortrokken is van de oude klassieke wereld. De leeraren leven uit den geest van het oude Hellas. En het klassieke mensch-ideaal is hun vleesch en bloed geworden. Zij hebben de Grieksche kultuurwereld geassimileerd tot in de toppen van hun vingers. En hun onderwijs wordt een permanent en krachtig inleiden in het leven en denken van de gouden eeuw van Griekenland.

Zie zoo moet de wereld van den Bijbel ons volkomen doordringen en vormen, beheerschen. Maar — op een ander niveau! Het gaat hierbij niet om een , , overtuiging" of , , inzicht" of , , ideaal". In de wereld van den Bijbel kunnen wij alleen indringen door het geloof. Alleen door het geloof kan die wereld van den Bijbel ons opnemen en beheerschen in alles wat wij ; doen.

Maar geschiedt dat inderdaad, dan kunnen' wij bezig zijn om de kinderen op te leiden tot menschen in wier leven de Bijbel, het levende Woord van den levenden God, de volstrekt beheerschende plaats inneemt; tot menschenvan-het-ééne-boek. Zóó typeerde Pierson eenmaal de calvinisten wier leven, denken, aspiraties en idealen gevormd waren door het i Woord van God!

Ik geloof dat onze gouden eeuw zulke menschen in grooten getale gekend heeft. De scholen waren toen hokken. De onderwijzers voor het meerendeel naar onze inzichten in alle opzichten onbevoegd. Lezen werd geleerd uit! een methodisch en didactisch monstrum als! het haneboek. Maar het ging in die scholen voor alles en eigenlijk alleen om het leeren lezen en verstaan van den Bijbel! En uit die scholen kwamen mannen en vrouwen die in kennis en wijsheid aan de spits stonden van heel Europa. Er kwam een geslacht dat in twintig jaar (van 1637—1657) een half millioen bijbels kocht en vele drukken van Calvijn's Institutie, de werken van Brakel en anderen gretig kocht en las. En dat bij een bevolking van een paar millioen zielen.

Zoo kan het weer worden!

Zoo moet — voor zoover het van ons afhangt — het weer worden.

Maar dat kan alleen als onze scholen weer ten volle worden Scholen met den Bijbel, d.w.z.: scholen die in eerster en laatster instantie de kinderen des verbonds willen inleiden en laten inleven in de wereld van den Bijbel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

OPVOEDING EN ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's