GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

SIEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SIEMMEN UIT ONZE KERKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Consequent maar... ontzettend!

De kerkeraad van Baarn heeft er niet aan gedacht om Toelichting en Praeadvies in de kachel te stoppen! We lezen n.l. in het Kerknieuws van den heer Scheps van 22 Sept. 1945 het volgende:

i, Naar wij vernemen zijn ook te Baarn moeilijkheden in de Geref. Kerk ontstaan. Een viertal leden van den kerkeraad, de brs G. Th. Koning, G. Visser. G. van Wijnen en R. Andriessen, hebben den kerkeraad bericht, dat het hun niet mogelijk is zich aan de leerbesluiten 1942 inzake het genadeverbond te conformeeren. Het schrijven dezer broeders is in een gecombineerde vergadering van de kerkeraden van Baarn en Soestdijk behandeld. De vergadering sprak uit, dat wie een verklaring als bovenbedoeld aflegt schorsingswaardig is. Weshalve deze broeders in hun ambt van ouderling en diaken geschorst zijn. Met dit schorsingsbesluit sprak de kerkeraad uit: A. dat alleen hij, die belijdt, dat de kinderdoop, een reeds geschiede wedergeboorte, een reeds (in kiem) aanwezig gelooi verzegelt, conform Schrift en Belijdenis is.

B. dat alleen hij, die belijdt, dat , , het in Christus geheiligd" van de eerste doopvraag spreekt van die heiligheid, welke de zaligheid insluit, (weshalve de eerste doopvraag alléén spreekt van de uitverkoren kinderen) in overeenstemming is met Schrift en Belijdenis.

C. dat allen, die belijden, dat de sacramenten, en dus ook het sacrament van den doop, aan de kinderen bediend, de belolte des Evangelies verzegelen, in strijd zijn met Schrift en Belijdenis.

D. dat allen die belijden, dat „het in Christus geheiligd zijn" van de eerste doopvraag spreekt van die weldaad Gods, dat de kinderen der geloovigen alzoo wel als de volwassenen in het Verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn, en dat hun door Christus bloed de verlossing van de zonden en den H. Geest, die het geloof werkt, niet minder dan den volwassenen toegezegd wordt in strijd zijn met Schrift en Belijdenis.

E. dat ambtsdragers, die het onder C en D genoemde voorstaan en belijden als ketters uit hun ambt moeten worden ontzet, wijl deze leer de gemeente verwoest en de eere Gods aantast." Tot zoover , , Kerknieuws".

Dit is ontzettend, maar consequent. ledere Gereformeerde moet hiervan kennis nemen. De kerkeraad van Baarn heeft zich niet laten intimideeren door de 16 punten van Utrecht en toont hier te zijn „plus synodocratisch que Ie synode". Alleen maar.... dit is Kerkverwoesting in optima forma, want hier staat duidelijk en glashard: Ie. alleen hij, die praeadvies en toelichting belijdt is iri overeenstemming met Schrift en belijdenis. (Zie a-fb). 2e, allen die belijden wat er in den Catechismus, vraag 66, staat, zijn in strijd met Schrift en belijdenis, (Zie c).

3e, allen die belijden wat er in den Catechismus, vraag 74, staat zijn ook in strijd met Schrift en belijdenis. (Zie d).

4e. allen die belijden wat er in de belijdenis staat, zijn ketters, gémeenteverwoesters en aantasters van Gods eer. (Zie e).

Inderdaad.... snelle afloop als der wateren! Och, dat al het volk profeten waren! Eén ding troost ons: „Houdt Christus Zijne kerk in stand, dan mag de hel vrij woeden!" ,

A. WITVLIET,

Vreeswijkstraat 296, Den Haag.

Dr. K. Dijk en de doop of schijn-doop.

We namen onlangs een artikel van een lezer op, die citeerde uit oude schrifturen van Dr K. Dijk, en wezen aan, inhoeverre wat daarin stond een ander geluid liet hooren dan wat we thans uit zijn , , synode" vernemen. Thans zendt een ander lezer ons een artikel, waarin geconstateerd was, dat het met dr Dijk's opvattingen toch óók toen reeds verkeerd stond. Deels gaat dit artikel in, op wat een ander blad schreef: het andere gedeelte volgt hier: (REDACTIE). Wij willen enkele dingen noemen.

Dr Dijk zegt; „Het staat dus zoo met den doop van uw kind, dat wanneer het het sacrament in het geloof ontvangt, het ook waarlijk den doop ontvangt" (pag. 12).

Wij vragen; kan een klein kind het sacrament „in het geloof" ontvangen? Schuilt achter deze uitdrukking niet de speculatie van , , geloofskiem"? Moeten wij niet liever onderscheiden tusschen het onbewust ontvangen en, het geloovend gebruiken van het sacrament?

Ontvangt een kind alleei«5rdan „waarlijk" den doop, wanneer het dien , , in het geloof' ontvangt? Is het wezen van het sacrament dan afhankelijk van „het geloof" van het kind?

En als dit , , geloof" eens niet aanwezig is? Is het sacrament dan niet meer „waarlijk" sacrament, slechts een „schijnsacrament"?

Dr Dijk vervolgt; , , Dan (wanneer het kind het sacrament , , in geloof" ontvangt J. F.) wordt het, omdat het nog slechts een kind is, niet half gedoopt", (pag. 13). En wij vragen; wordt ooit een kind , , half gedoopt"? !

„Dan — zegt Dr Dijk — wordt het niet alleen met water besprerïeld, maar zoo zeker als God de trouwe God is, gaat er bij de bediening van het uiterlijk teeken een werking des Geestes uit in het jonge hart, waardoor het onbewuste geloof versterkt wordt...." Wij vragen verder: wanneer het kind niet het sacrament , , in het' geloof" ontvangt, wordt het dan alleen maar , , met water besprenkeld"?

Als er geloof aanwezig is in het hart van het kind, gaat er — zoo zegt Dr Dijk — , , bij de bediening van het uiterlijk teeken", op het moment dus van de ontvangst van den doop, „een werking des Geestes uit in het jonge hart, waardoor het onbewnste geloof versterkt wordt en zooals zeer schoon is opgemerkt (door Dr A. Kuyper! J. F.) , , het de vatbaarheid ontvangt om zich bewust te worden van die heerlijke weldaden der reinigmaking en vernieuwing door het bloed en den Geest van Jezus Christus".

, , ....Die den doop ontvangt, ondergaat daarbij, indien er in die jonge ziel genade is, een genadewerking des Heiligen Geestes. Dat vloeit, welk een geheimenis dit ook zij, uit het wezen van het sacrament voort". Wij vragen: hoe weet dr Dijk dat alles zoo precies? Spreekt hier de „dom, iné", die zijn wijsheid heeft uit het Woord of bedenkt de „professor" deze geleerdheid uit eigen hart? Waar leert de Schrift ons, dat het kind op het moment van de Doopsbediening de , , vatbaarheid" ontvangt voor , , bewustwording" van het heil in Christus? Is dit niet een ijdel speculeeren over verborgen dingen?

Ja, liggen achter die woorden „vatbaarheid" en , , bewustwording" niet wijsgeerige gedachten, welke niet zijn naar de Schriften? Ach, de „professor" op den preekstoel!

We beluisteren dien „professor" in een van zijn meest schrikbarende uitingen in de volgende passage:

, , Niet allen zijn Israël, die van Israël zijn. Wij weten dit allen zeer wel. Maar zoolang het tegendeel niet blijkt, hebben wij voor onze kinderen te gelooven, neen, niet wat menschen veronderstellen of niet veronderstellen, maar wat God zegt in Zijn Woord: Ik wil uws zaads God zijn", (pag. 14).

Ge wrijft uw oogen uit, als ge d£t leest. 'En toch.... het staat er letterlijk: , , Zoolang het tegendeel niet blijkt, hebben wij te geloovern.... wat God zegt in Zijn Woord: Ik wil uws zaads God zijn"..

Hier hebt ge het huidig , , synodaal" standpunt op het duidelijkst geteekend; Zoolang het tegendeel niet blijkt, gelooft men Gods Woord!

Wij vragen; Blijkt ooit het tegendeel van Gods Woord? Is God dan niet waarachtig en betrouwbaar in Zijn belovend spreken, over het zaad des Verbonds? Naar het mij voorkomt, wordt hier openbaar dat een veronderstelling en een , , oordeel der liefde" aangaande de kinderen des Verbonds ten diepste een veronderstelling , is inzake den GOD des Verbonds en een , , oordeel der liefde" inzake Zi; n beloftewoord! Zulk een oordeel tast de betrouwbaarheid Gods aan!

Dr Dijk laat direct op het voorgaande volgen, dat de kerk naar hetzelfde oordeel der liefde, waarmee zij de volwassen kerkleden houdt voor geloovigen, ook de kinderen des verbonds heeft „te beschouwen als erfgenamen van het rijk Gods en in Christus geheiligd". • Zóó citeert Dr Dijk dan ook het eerste deel der verklaring van 1905 — al citeert hij het verkeerd.

Waarom wij dit alles vermelden? Niet om Dr Dijk en diens speculaties te verdedigen —• eer het tegendeel. Maar om Dr Dijk recht te doen. Wie zijn preek citeert, citeere haar geheel.

Ook in 1936 preekte Dr Dijk „synodaal". Ook in 1936 was hij de , , professor".

Al doordacht hij — blijkens begin en slot van zijn preek — z'n standpunt niet. Evenmin als thans.

Kampen, 1 October 1945.

J. Faber

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

SIEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1945

De Reformatie | 8 Pagina's