GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHEISEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHEISEN

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vereeniging van alle Christgeloovigen op den grondslag van Gods Woord en de Confessie ')•

I.

Het zou wel eens kunnen gebeuren, dat, wanneer wij hier over Vereeniging spreken, en er komt iets van in de krant en dat wordt gelezen in kringen, waarop wij juist bij ons spreken over Vereeniging het oog hebben, men zeggen zal; „Dat is nu waarlijk ook wat moois. Eerst maken ze er'een kerkje bij. Eerst gaan ze het arme toch al zoo toegetakelde lichaam aller Gereformeerden in Nederland nog verder verscheuren en dan gaan ze kort daarop spreken over Vereeniging".

Zoo is de schijn ons tegen. Want de werkelijkheid is deze. Toen we ons verleden jaar of later vrijmaakten, deden we dat juist, omdat we den grondslag, waarop we alleen een Hereeniging der Gereformeerde Gezindheid voor mogelijk hielden, n.m.l. het Woord van God en de drie formulieren van eenigheid, verlaten zagen. Gelukkig hebben anderen dat ook gezien. Dr van Niftrik b.v. heeft geconstateerd, dat juist uit oecumenischen drang door de , , Bezwaarden" werd gehandeld. Inderdaad. We willen niets liever dan' eenheid, kerkelijke eenheid ook. Maar dan alleen zoo'n eenheid, als waarvan de Catechismus spreekt in Zondag 21, de eenigheid des waren geloofs. Als die er maar is dan komt alles goed. En die zal er alleen zijn, wanneer men zich onvoorwaardelijk onderwerpt aan het Woord van onzen God; wanneer men én z'n dogmatische èn z, 'n kerkelijke gedachten gevangen leidt tot de gehoorzaamheid van Christus.

Wel verre van de Gereformeerde gezindheid in Nederland nog verder te verscheuren is de vrijmaking van het jaar 1944 en volgende vredeswerk geweest van de bovenste plank, juist omdat ze zoo hartstochtelijk najaagde de eenigheid des waren geloofs door gehoorzaamheid aan één en hetzelfde Woord Gods (en door behoud van den ouden confessioneelen grondslag en van het oude kerkelijke accoord).

Nu leven we echter net in een tijd, waarin die gehoorzaamheid aan Gods Woord op schrikbarende wijze aan het minderen is en zou de toestand, waarin we ons èn kerkelijk èn staatkundig èn maatschappelijk bevinden niet uit die ééne oorzaak zijn te verklaren? Wij leven als Christenen niet op een eiland. De geest der eeuw heeft doorgaans meer invloed op ons dan we zelf weten. Zouden die twee feiten: ten Ie de jammerlijke kerkelijke verscheuring van het Gereformeerde volksdeel in Nederland en ten 2e de ontkerstening van ons gansche volk tezamen met die van heel ons Europeesche werelddeel, los van elkaar staan? Ik herleid ze beide tot één en dezelfde zonde van Woordverlaiing.

We lezen in de Schrift, dat na het heengaan van onzen Heere naar den hemel Zijn Geest de apostelen de wereld ingezonden heeft met het Evangelie. En de veroveringen van den' ruiter op het witte paard van Openb. 6, d.w.z. de voortgang van Gods Woord in de wereld, zijn toen in zeer korten tijd enorm geweest. Wanneer we de uitbreiding van de Christelijke Kerk uit den eersten tijd onzer Christelijke jaartelling vergelijken met de vaak poevere resultaten van jarenlangen moeizamen zeridingsarbeid in onze eeuw dan springt Het verschil in het oog. Reeds in Handelingen lezen we een keer of drie, dat 't Woord Gods wies; dat het zoo geducht aan invloed toenam. Nu, het leek ook wel een springvloed. In een paar eeuwen tijds is ons heidensch werelddeel Europa goeddeels gechristianiseerd. Door de kracht van Zijn Goddelijke Woord heeft de Geest des Heeren toen het gelaat van- Europa vernieuwd. Jezus Christus zette Zijn stempel op het huwelijksleven, op het huiselijke, op het maatschappelijke, op het staatkundige leven. Al was de invloed van het Goddelijke Woord dan niet overal zaligmakend-wederbarend, onze beschaving is toch door de prediking van het christelijke gelooi bepaald. Eertijds wandelden we in heidensche duisternis. Eertijds waren we des duivels privégebied. Eertijds lagen we, om met Hand. 26 : 18 te spreken, in de macht des Satans. Maar het Woord van God is met de kracht van een buiten haar oevers tredende rivier over de landen komen opzetten. Dat is geweest h(et wondere verschijnsel van het wassende Woord. Door de kracht van dat Woord is toen de heerschappij van Satan in betrekkelijk korten tijd hier teruggedrukt en is zijn 1000-jarige binding voor Europa ingegaan. Dat was het lieflijke historische verschijnsel van het wassende Woord. '

Maar in plaats van dat hartverkwikkende verschijnsel van het wassende Woord is toen gevolgd het treurige historische feit van het w/; 'iteride Woord. Op zijn beurt is toen door de machten van Satan en ongeloof het Woord Gods weer begonnen teruggedrukt te worden en werd het het almeer wijkende Woord. Ik zou niet graag beweren, dat daarvoor een bepaald jaartal is aan te wijzen. Zelfs niet een bepaalde eeuw. Evenmin als zooeven zulk een jaartal of 'feulk een eeuw aan te wijzen viel voor Satans binding. Ook heb ik niet gezegd, dat het Woord van God ooit tot onbetwiste alléénheerschappij gekomen is. Toen de heidensche philosophie over het Middeleeuwsch Europa loskwam, vond ze daar een invalspoort niet alleen in nog ongekerstende heidensche zeden en gewoonten, maar ook in den zondigen aard en overgebleven boosheid, waarmee de allerheiligste z'n gansche leven lang te strijden heeft, ook in de theologische wetenschap.

Maar dit feit lijkt me onmiskenbaar; na de eerste gelukkige tijden, waarin het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus hier het menschenleven begon gezond te maken, is gevolgd een almeer en almeer tot zwijgen brengen van dat Woord, een al krachtiger onderdrukking van Gods zaligmakende Waarheid, en al bleef er wel voor 't oog één groote imposante Roomsche Kerk tot het eind der Middeleeuwen overeind staan, het Woord

van God raakte z'n vroegeren greep op de harten kwijt. Na den eersten gelukkigen tijd van het wassende Woord, kéérde allengskens het getij en volgde de veel langere periode, immers tot vandaag toe, van het veel meer wijkende Woord. Het werd donker in Europa.

Wel heeft God toen toch nog weer de lamp van het Woord op den kandelaar laten zetten. De HEERE schonk onzen voorouders de weldaad der gezegende Kerkhervorming. Maar de verwachting van Luther, dat het maar een korte regenbui zou zijn, is uitgekomen. Letten we op 't getal, dan is de groote reformatie mislukt. Geheel en al terugveroverd is Europa voor Christus en Zijn Woord bij lange niet. Integendeel, zelfs verloor de Reformatie al spoedig weer terrein. En dat is niet alleen te wijten geweest aan de Jezuïeten en hun krachtige contrareformatie, waardoor land bij land voor de heerschappij van het Evangelie der genade Gods in Christus verloren ging. Polen b.v. is sindsdien een eeuwig kruitvat. Maar ook is in de landen, waar de reformatie zich niét zoo gemakkelijk verdringen liet door de, op haar manier, weer oplevende Roomsche Kerk, het goud helaas verdonkerd.

Er is met name geen sprake van, dat de Middeleeuwsche scholastiek en mystiek sinds de Kerkhervorming contrabande zijn gebleven. Reeds Ursinus, een van de opstellers van onzen Catechismus, werkte geducht met Aristoteles; Maccovius, lid van de Dordtsche Synode, is de invoerder geweest van een, zooals gezegd is, , , meer wetenschappelijke scholastieke theologie" in plaats van „de meer eenvoudige Bijbelsche"; zijn lessen werden druk gevolgd en zijn „Collegia" zijn jarenlang het meest gebruikte handboek voor het onderwijs van de aanstaande predikanten geweest. En Voetius heeft niet alleen de scholastieke methode van Maccovius, maar evengoed de mystiek der zgn. „Navolging van Christus" van Thomas a Kempis bewonderd.

De Gereformeerde Kerken in ons Vaderland hebben van God een grooten schat gekregen, n.m.l. een heerlijken terugkeer naar Zijn verbond en woorden, in de 16de eeuw. Wie daarvan genieten wil leze alsnog en herleze maar veel ons Gereformeerde Kerkboek met z'n drie confessioneele formulieren, met z'n meerdere liturgische formulieren en met z'n kostelijke formuliergebeden. Maar verbeelden we ons niet, dat die officieele kerkelijke geschriften zoo heel lang de zuivere weergave van het geloof onzer voorouders zijn geweest. Allengs kwam voor de eenvoudige Schriftmalige spreekmanier van ons Gereformeerde Kerkboek een totaal ander spraakgebruik in zwang, dat een geheel andere beteekenis hechtte aan alle mogelijke oude vertrouwde woorden en uitdrukkingen als: volk Gods, de Zijnen, heilig, bekeering, wedergeboorte, geloof, eeuwig, verbond, genade enz. Het Gereformeerde Kerkvolk begreep daardoor zijn eigen reformatorische kerkboek niet meer. Kon het niet meer lezen. Was vervreemd van den geest van dat kerkboek. Was vervreemd van de Schiili. Ook al hoorde het trouw het vereischte aantal predicatiën aan, dan vervreemdde het nóg van de Schrift, want die predicatiën waren niet meer Schriltmaüg zooals b.v. — om nu maar 's iets te noemen — ons formulier om de ouderlingen en de diakenen te bevestigen Schiittmatig is en dies innig en warm voor de ziel, die God vreest, voor het schaap, dat naar de stem van den Herder luistert en alleen daarin vermaak heeft.

Ook in Nederland is te zien geworden, al duidelijker, dat historisch verschijnsel van het wijkende Wooid.

We zwijgen nu maar van andere landen, van Frankrijk b.v. dat z'n Hugenoten verjoeg en uitmoordde en aldus bakermat der revolutie werd. En 't is met andere landen niet veel beter gegaan. Als de verklaring van Calvijn op 2 Thess. 2 juist is en als dus inderdaad de kracht, die den antichrist zou wederhouden de kracht van het Evangelie, van het Goddelijke Woord zou zijn, dan bleef er in Europa hoegenaamd geen wal meer van belang tegen de revolutie over. Want overal zien we het Woord Gods wijken, misschien in Engeland en ons land nog het minst snel. Maar bij ons toch ook. Wat moest er terecht komen van een kerk, die al zoo vroeg haar eigen papieren verwaarloosde, Gods Woord en haar belijdenisgeschriften? Want dat deed ze niet pas, toen ze den band der belijdenis grof saboteerde in de vorige eeuw door middel van een quia- en quatenusinterpretatie, maar dat deed ze allang toen ze in dat Woord en in die belijdenis met veel meer raffinement, andere inhouden, andere begrippen, las dan daar klaarblijkelijk oorspronkelijk in waren ingelegd en uitgedrukt. Dat deed ze met name onder den kerkverwoestenden invloed van scholastiek en mystiek.

Ik weet, dat er ook andere factoren zijn geweest, die in dezelfde richting hebben meegewerkt; ik noem de Woord-misvatting, uitgedrukt in het ongewijzigde art. 36 der Ned. Gel. Bel. Hierdoor is niet alleen aan de overzijde van de Noordzee , , een kerkrecht naar Joodsch systeem" geboren, om met Dr van Lonkhuyzen te spreken. Neen, ook ten onzent heeft de verkeerde opvatting, die aan Gereformeerde burgerlijke overheden in de 16de eeuw na Christus dezelfde rechten in de kerk toekende als eenmaal door Hiskia en Josia in de Hebreeuwsche Kerk vóór Christus waren uitgeoefend, de Gereformeerde religie tot staatsreligie verheven en de Gereformeerde Kerk tot staatskerk. Wie een overheidsambt wilde bekleeden, moest lid zijn van die kerk. Vandaar een invasie van de wereld in de kerk en een ontwrichting van de tucht en een ontkrachting van de prediking en een beleediging van den Heiligen Geest, die in de Kerk de sacramenten bedient.

Zoo is door alleilei factoren ons volk ontkerstend. Maar het groote kwaad is Woordverlating geweest, gedurende eeuwen. Woordverlating niet alleen bij den man van de straat. Maar Woordverlating ook en eerst bij de helders. En dientengevolge verbondsyerlating bij de schapen.

Daarom zijn al deze ellenden over ons gekomen, die ons heden op elk levensgebied terneder drukken. Twee voorbeelden uit den laatsten tijd.

Het was een ellende, vonden we allemaal, dat er nota bene in Juli 1945 gestaakt werd door de Rotterdamsche havenarbeiders en we hebben daarin alweer een teeken gezien van de algemeene decadentie. Ik geloof dat ook wel. Het zou ongetwijfeld de moeite loonen eens te onderzoeken, welke achternamen die havenarbeiders zoo al dragen en hoevele van die achternamen er vandaag nog prijken in vergeelde doopboeken en 'op verweerde grafzerken van de mooie oude gebouwen van de Ned. Herv. Gemeente te Rotterdam. Woordverlating in de geslachten sinds de 17de eeuw baarde tenslotte ook die werkstaking van 1945. Dat was één ellende.

Maar het was evengoed een ellende, toen in datzelfde jaar, in de zoogenaamde censuurzaak van Ds L. Doekes, in datzelfde Rotterdam een Rotterdamsch predikant, die heel veel afweet van Helene Swarth, nota bene als rechter durfde optreden tegen iemand, die hem fijntjes gaf te verstaan, dat hij met al zijn spreken van wedergeboorte mijlen ver verwijderd was van het Schriftmatig spreken over wedergeboorte gelijk een waardig Gereformeerd mensch dat doet in art. 2 van de Ned. Gel. Bel. Dat was ook een ellende en evengoed wrange vrucht van Woordverlating in de geslachten.

In beide feiten zie ik symptomen van één proces, dat zich uitstrekt over eeuwen: in' plaats van het wassende het wijkende Woord. Als er geen prolelie is, wordt het volk ontbloot. (Spr. 29 : 18), d.w.z. dan raakt het los van Gods gebodeni dan krijgen we niet alleen onverantwoordelijke stakingen in de havens, maar ook onverantwoordelijke schorsingen in de kerken.

In één van hun formuliergebeden baden onze voorouders: „HEERE verlaat ons niet met Uw Geest en Woord". Toch is dat geschied. Ziet maar om U heen.

(Wordt vervolgd).


^) We hebben de sprekers van de vier Kerkelijke Congressen — behalve dan K. S. — verzocht, hun copie ter herinnering aan deze historische bijeenkomsten af te staan aan ons blad. . Redactie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETEN-SCHAPPELIJKE SCHEISEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 november 1945

De Reformatie | 8 Pagina's