ZENDING EN EVANGELISATIE.

Eenheid, eenheid, eenheid, en meteen binden, schorsen, afzetten.

We hebben herhaaldelijk het onze gezegd over de professoren van tegenwoordig ter synode.

Ben ietwat verscholen figuur is onder hen die van Dr J. H. Bavinck. Dat ook hij meedeed, verwonderde — niet langer dan enkele oogenblikken — ieder, die wist, dat hij met bijna iedereen samenwerkt, met niet-gereformeerden boeken schrijft, daarmede ongereforraeerde ideeën zelf verbreidt en niettemin zich ertoe leent, naar binnen mee te helpen uitdrijven menschen, die „zich houden aan wat er staat".

Maar wat we thans van dezen zendingshoogieeraar lezen, overtreft alle kwade verwachtingen. Hij schrijft in „Geref. Weekblad":

Iets anders is het wanneer ons eigen zendingswerk wordt betrokken in het verlangen naar éénwording. Ingrijpend zijn b.v. de gedachten, waarvan Ds Verkuyl melding maakt, betreffende de opleiding van goeroe's indjil en predikanten. De Javaansche Kerken verlangen deze opleiding te .wijzigen, in dien zin, dat er een Middelbare Theologische School voor het geheele Javaansche taalgebied gevestigd wordt in Djoi< ja, en een Hoogere Theologische School voor geheel Indië, in Batavia.

Tot nu toe waren er in het Javaansche taalgebied verschillende opleidingsscholen. Er was er een in Djokja, die geheel alleen voor ons eigen zendingsveld opleidde. De Opleidingsschool voor Oost Java was gevestigd in Malan. Daaraan was o.a. verbonden de bekende Dr B. Schuurman, die helaas in deze oorlogsjaren is omgekomen. De Salatiga-Zending, die arbeidde ten Noorden van ons terrein (in Semarang, Tegal, Pekalongan!) had een kleine Opleidingsschool in Oengaran. De bedoeling is nu blijkbaar deze. de bestaande opleidingsscholen tot één te vereenigen. Hiertegen zijn mijns inziens wel bezwaren in te brengen. Een bezwaar acht ik b.v. dat het Javaansche taalgebied een zeer uitgestrekt ressort is. Wanneer alle opleiding op één punt geconcentreerd wordt, houdt dat in, dat de leerlingen voor een deel van zeer ver moeten komen, en dus geheel uit hun levensverband worden uitgerukt. Ook is de Javaan van Midden Java nog wel in allerlei opzichten verschillend van die van Oost Java. Zijn karakter is anders, maar ook zijn geheele belangstelling' ligt iets anders.

Alles samen te brengen in één inrichting heeft dus weleenige bezwaren. Wij zullen ten aanzien van, dit punt rustig moeten afwachten op nadere gegevens, en zien wat we verder doen moeten. Dat wij als Gereformeerden zouden medewerken aan de Hoogere Theologische School in Batavia, acht ik zeer wel mogelijk en zou ik in veel opzichten zelfs toejuichen. Het spreekt vanzelf dat op die Hoogere Theologische School alleen zulke jongelieden kunnen worden opgeleid, die voldoende ondergrond hebben. Uit ieder ressort komen daar slechts enkele. Al met al staan we hier voor ingrijpende plannen en gedachten.

In verband met al deze dingen is het gewenscht ons te bezinnen, of onze verhouding in Holland tot de Zending die uitgaat van Oegstgeest, niet anders worden moet. Wanneer de Javaansche Kerken op ons zendingsterrein zich nauw aansluiten bij die van andere zendingsterreinen, dan rijst voor ons de vraag, of dat geen consequenties moet hebben ten opzichte van onze betrekkingen met Oegstgeest. Is het dan b.v. niet gewenscht, dat wij trachten met Oegstgeest tot overeenstemming te geraken omtrent de opleiding van onze zendings arbeiders, opdat wij daarin elkander zoover mogelijk naderen? Is het niet van groot belang, dat wij ook ten aanzien van de andere vragen, die ons werk betreffen, zeer nauw samenwerken met de andere Zendingen, opdat wij in Indië zooveel mogelijk als een éénheid optreden? Al die verschillende vragen komen nu met groote kracht op ons aan. We zijn op eenmaal midden in een maalstroom van moeilijkheden geworpen en we doen wel, wanneer we onze oogen wijd openzetten en de consequenties rustig onder oogen zien. '

Tot zoover Dr Bavinck.

Ge hebt hem hier ten voeten uit: breed en smal. Een Theologische Hoogeschool ginds voor iedereen zoo ongeveer, en die in Nederland berooven langs bedenkelijken weg van twee hoogleeraren, die niet Gods Woord eeren in een formule van Dr Eidderbos of van Dr H. H. Kuyper, met de ketters fraterniseeren en de broeders wegwerken.

Maar het is toch alles in stijl. In 't wezen der zaak verzet tegen scherpe belijning. De zending der synodocratische kerken, zich onder Bavlnck's leiding met Barthianen e.d. accompagneerende, holt. achteruit. Zooals alles ginds — van*ege de thans overhe^schende positie der „rekkeiijken", die door het zielige anti-Schilder drijven van Dr H. H. Kuyper c.s. op het kussen gekomen zijn, en nu het commando heb-

hen. Het meer en meer toonlooze.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen