GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zeer men het met de „eenheid" meent.

Ds B.^. Bos schrijft in Kerkbl. Delft ca. over den beweerden wil-tot-eenheid. Maar de feiten spreken vaak anders:

En daartoe wijs ik op twee feiten. Allereerst op de houding van den Synodocratischen kerkeraad te Assen, tegenover de Gereformeerde Kerk (onderh. art. 31 K.O.) aldaar. Ik merk hierbij op, , dat twee kerkeraadsleden van dien synodocratischen kerkeraad tegelijk Synodeleden zijn, n.l. Ds J. A. Schep en oudl. J. D. F. van Halsema, en dat de laatste mede in de Commissie III zitting had. Er loopt sinds Nov. 1944 tusschen de beide kerkeraden te Assen een Kort Geding over gebruik van kerkelijke goederen. In eerste instantie heeft de Rechter uitspraak gedaan ten gunste van de Geref. Kerk (onderh. art. 31 K.O.). Deze heeft zich daarop terstond tot den anderen kerkeraad gewend met het verzoek wederzijds het rechtsgeding ongedaan te maken, en tot een christelijke schikking te komen. Maar dat is geweigerd, en de Synodocratische kerkeraad. ging in hooger beroep. Dat hangt nu sinds Nov. 1944, en reeds is de datum bekend dat de zaak in hooger beroep voor zal komen te Leeuwarden. Maar — en ziet hier nu, met welk een ernst men de synodebesluiten neemt — plotseling doet men den kerkeraad van de Geref. Kerk (onderh. art. 31 K.O.) een nieuw proces aan, een proces-ten-gronde. Als het dien kerkeraad ernst is met hereenigingspogingen, is zulk een proces dwaasheid. Immers, komt men weer bij elkaar, dan is een proces heelemaal niet noodig. Komt men niet bij elkaar, dan komt binnen afzienbaren tijd de uitspraak in hooger beroep over het aanhangige Kort Geding. Een kerkeraad echter die zijn voormalige leden schorste omdat ze zich om der wille van het Woord niet aan Synodebesluiten konden conforraeeren, gaat zelf rechtdraads tegen Synodebesluiten in, als het 'gaat om in practijk te brengen, dat men zoowel in daad als woord alles vermijden zal, wat den hereenigingsarbeid in den weg zou staan? Of wordt met dergelijk handelen — in de huidige situatie — misschien gehandeld conform de aangenomen conclusies die geheim gehouden zijn?

Ik noem een tweede voorbeeld, dat nog ernstiger is. Zooals bekend, heeft reeds geruimen tijd geleden Ds Rullmann van Driesum zich vrijgemaakt. Hij is geschorst. Nu zou men verwachten, dat men na schorsing en vrijmaking niets meer zou doen. Gelukkig behoort het nog tot de uitzonderingen dat er dan verdere „tuchtmaatregelen" worden genomen. Het is al erg genoeg als art. 79 en 80 K.O. in het geweer geroepen worden tegen menschen wier eenige „misdaad" is, dat ze de Kerk terugroepen tot de voile gehoorzaamheid aan des Heeren Woord, desnoods met doorbreking van de aardsche Synodemacht, die deze zichzelf, in strijd met art. 31 K.O. heeft aangematigd. En vooral nu, nu alles vermeden moet worden in woord en daad wat hereeniging zou kunnen belemmeren, zou men toch zeker geen verdere „tucht"-maatregelen verwachten. Maar ziet nu, hoe ernstig men de synodale besluiten neemt: Op 14 Februari heeft de , , classis"-Dokkum, gehoord het advies der Deputaten van de Part. Synode ad. art. 49, Ds Rullmann afgezet, al weer met gebruikmaking van art. 79 en 80 K.O. en met de voor God bewezen onwaarheid, dat hij scheurmaker is!

Als de zaken zoo staan, is er geen reden voor samenspreking, en moest men allerlei vrome woorden over hereeniging, maar niet spreken.

Ds D. van Houdt oordeelt (G.-K.bl. R'dam ca.):

Daarom wil ik thans up één bepaald punt de aandacht vestigen.

Het is "de kwestie van de volgorde, waarin de Synode haar moeilijkheden heeft ter hand genomen en bezig is te handelen. Ook op de Synode zelf is die volgorde ter sprake geweest, en sommigen waren het niét eens met de beslissing van den voorzitter.

De volgorde is, naar bekend kan zijn, ' deze, dat men eerst gesproken heeft over de eenheid. Daarna over het dogmatische. En tenslotte' wil men over het kerkrechtelijke spreken.

Dit heeft ons veel te zeggen.

Want men heeft daarmee de dingen precies op hun kop gezet.

Inderdaad. Het kerkrecht is het allesbeheerschende. Op dat punt moesten allej> eerst zaken gedaan worden. Maar men schoof het niet-zakelijke voorop (eens praten), wekte daardoor de s u g g e s t i e van eenheid, deed toen een s c h ij n-beweging op dogmatisch gebied (handhavende dat wij k e t t e r s zijn, wij, b.v. prof. Greijdanus en ik), en toen het kerkrecht einde- 1 ij k een- beurt kreeg, toen bleven de.schorsingen etc. gehandhaaifd.

Verder:

Daar staat tusschen hen en ons een belangrijke hinderpaal, die niet zoo maar genegeerd kan worden. Het is Artikel 31- K.O. Het is de dringende kwestie: Wat staat hooger: Het gezag van de Synode óf het gezag van den Koning der Kerk? En dit punt nu had vóór~alle andere dingen ter sprake moeten komen. Want wegens deze kwestie is de teerling geworpen.

Alsmede:

Dat is voor ons nu juist het eerste. En. dat moet ook voor hen het eerste zijn. Laten wij dat toch goed vooropstellen, en vasthouden. Hereeniging is onmogelijk, zoolang men de Synodale interpretatie(s) van art. 31 handhaaft. Wij- zijn de Gereformeerde Kerken, die art. 31 onderhouden, en zij noemen zich de Gereformeerde Kerken, maar ze onderhouden art. 31 niet.

Ds IJ. K. Vellenga (synodocratisch) laat zijn meening zien Mn deze woorden (K.-bl. Drente en Overijsel):

Het is een • fraai gebouwde wagen, gestroomlijnd naar den eisch de? tijds, geheel nieuw in de lak; kortom een soiled en aantrekkeelijk uitziend geheel. Het is het oude vertrouwde merk: „De zakelijke inhoud der uitspraken van 1905 en 1942-'43 mag niet worden prijsgegeven, integendeel dient de toen beleden waarheid onverkort gehandhaafd te worden" — waarschijnlijk zal bedoeld zijn, dat de toen geformuleerde belijdenis der waarheid onverkort dient gehandhaafd te worden.

Het is nog niet zoo kwaad gezegd: HET OUDE MERK. M.a.w. Greijdanus, Schilder (die het onjuist achtten) zijn dan heuschelijk k e t t e r s . Dank voor de duidelijkheid, ds Vellenga. Men moge u daarin volgen: geen camouflage a.u.b.

Even later:

In de eerste plaats blijkt uit het voorgestelde, dat de commissie er van uitgaat dat het met „den zakelijken inhoud der uitspraken van 1905 en 1942-'43" in orde is. Die zakelijke inhoud mag zóó weinig worden prijsgegeven, dat integendeel, de toen beleden waarheid „onverkort" dient gehandhaafd te worden.

Alsmede:

Zij, die verwaïhten dat „1905" van de baan zal gaan, ' zullen — als de Synode met de commissie meegaat — verrast, zij, die het vreezen beschaamd, zij, die het hopen, teleurgesteld worden. Het Iaat zich goed denken, dat er ter Synode, mede door den voorzitter, een voorstel ingediend is om het in 1905, omtrent de in discussie zijnde - materie, beledene, onveranderd te handhaven. De voorstellers wilden dus de formule van 1905 gewoonweg herhalen. Het is ook nog niet duidelijk hoe de onverkorte handhaving hiervan anders en beter zal kunnen zijn dan de onveranderde. Maar hoe het ook worden mag, wij constateeren reeds nu met een gevoel van groote bevrediging, dat de commissie, die aan de Synode voorlichting geeft, het over de waarheid der belijdenis van 1905 eens is.

Uit Ons Kerliblad (voor N.-Br. en Limburg):

Terwijl de Generale Synode dier Kerken nog vergadert en de eenheidspogingcn bespreekt, daagt de „Kerkeraad" van één der Kerken in het ressort Noord-Brabant en Limburg een vrijgemaakt predikant in kort geding voor den wereldlijken rechter met den eisch, de pastorie onmiddellijk te ontruimen. De eisch wordt toegewezen en over eenige weken staat deze gehoorzame Dienaar des Woords op straat! Heeft die „Kerkeraad" zoo weinig vertrouwen in het vrede-maken der Gen. Synode of wil die „Kerkeraad" geen vrede en handhaaft hij slechts de schijn van goedwillendheid? Deze methode van „vrede"maken zal dan ook weinig baten! De eenig juiste weg naar vrede is de weg der gehoorzaamheid en die leidt onherroepelijk tot Vrijmaken.

De eenheidscommissie toegejuicht en werk getorpedeerd. haar

Schrijvende over dezelfde synode merkt ds Jongeling nog in het zelfde blad op:

Nu nog iets over de kerkrechtelijke commissie. Ook haar rapport is ter Synode ingediend, en wordt dit rapport aangenomen (dat is op de beslissende punten al gebeurd, K. S.) dan is daarmee alle werk van de eenheidscommissie getorpedeerd.

De kerkrechtelijke commissie spreekt uit, dat de tuchtmaatregelen genomen ten opzichte van" de Professoren Schilder en Greijdanus, en "tegenover candidaat Schilder, moeten worden gehandhaafd. Ook zegt zij: „Wij achten het onnoodig dat deze Synode de daden van haar voorgangster aan een breedvoerig onderzoek onderwerpt". Dat is de dood voor alle eenheidsstreven. Er is in' het rapport geen enkel symptoom van schuldbesef, van bekeering, doch een doorgaan in dezelfde lijn.

In onze kringen is het reeds lang gezegd: de revisiesynode's hebben we reeds gehad, n.l. in 1943 en volgende jaren. De achtergeblevene bezwaarden ondervinden nu de waarheid hiervan.

Tenzij zij zich h'eelemaal laten belezen door de suggestieve maar onjuiste opschriften van „Trouw" weten nu al de bezwaarden en revisionisten: we ikregen letterlijk niets gedaan. Alleen is de i n- druk gewekt, dat men véél deed.

Rome wint

„In de Waagschaal" schrijft over ontkerstend Engeland. Daaruit deze bijzonderheden:

Aan de oproep dier klokken geven 5.000.000 mensen .gehoor. Dat is 35.000.000 minder dan het aantal mensen dat elke week een bioscoop bezoekt.

Door jonge mensen tussen 15 en 25 wordt gemiddeld 33 maal een bioscoop bezocht, tegen éénmaal de kerk.

Hoogstens 10 a 15 procent van- de Engelse bevolking van 40.000.000 mensen toont nog voldoende belangstelling om „bij bijzondere gelegenheden" een kerk te bezoeken;

45 a 50 procent staat onverschillig, zij het niet bepaald vijandig tegenover de godsdienst;

10 a 20 procent staat er vijandig tegenover.

Ziehier kerksgewijze nog wat cijfers.

De Engelsche Baptiste gemeenten: 1939 1944 Aantal leden 385.706 368.273 Aantal kerken 3.247 3.196 Congeyrationalisien: 1939 1944 Aantal leden 416.442 385.545 Aantal kerken 4.457 4.405 Zondagsschoolleerlingen . . . 366.973 280.075 Zondagsschoolonderwijzers . . 51.584 37.044 Methodisten: 1939 1944 Aantal leden 802.455 752.659 Nauwkeurige cijfers aangaande de Anglicaanse (staats-) kerk zijn niet beschikbaar. «, Alleen de Roomse kerk toont vooruitgang. 1943 1945 Aantal leden . . . . . . 2.334.427 2.415.428

Het aantal geestelijken van alle protestantse gaat achteruit. kerken

In 1939 waren 589 jonge predikanten na volbrachte studie in de Anglicaanse staatskerk beroepbaar. In 1945 waren het er 159 (uiteraard had ook de oorlogvoering hierop invloed).

, , Bij de Baptisten daalde het aantal leke-predikanten tussen 1939 en 1945 van 5.242 tot 4.621. Alleen het aantal Roomse geestelijken neemt toe: 5.88^ priesters in 1943 en 6.257 in 1945.

Hoe denkt men zich de genezing? Aldus:

Verschillende methoden werden in het rapport besproken om de mensen te benaderen, bijvoorbeeld, dat de kerken grote sommen geld beschikljaar moeten stellen om over alle moderne methoden te kunnen beschikken om de mensen te winnen door middel van de pers, de radio en de bioscoop. Een ander voorstel was, dat de een of andere bekende generaal uit de oorlog een oproep tot het Britse volk zou richten om hen op te wekken, naar de kerk terug te keren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 maart 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 maart 1946

De Reformatie | 8 Pagina's