GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET INTERNATIONALE BACHFEEST TE SCHAFFHAUSEN, door Jan Zwart Jr.

II

BACH'S KUNST DER FUGE.

Dat was het muzikale 'hoogtepunt, dien Maandagavond in de half verlichte ruime Munsterkerk, waar honderden in devote aandacht de verklanking aangehoord hebben van het eerste deel van Bach's Kunst der Fuge.

Hier hoorden wij het muzikale testament des Pugameesters. Het door en door godsdienstig hart van den kunstenaar bij Gods genade heeft dezen stemmenloop, dit mozaïek van klanken kunnen weven.

Het werk bestaat uit een reeks van muzikale meditaties, „gesprekken met God" over eenzelfde thema. De gedachte, het thema, dat aan iedere fuga ten grondslag ligt is een eeuvsdgheidsgedachte, als muzikale gestalte dan ook geenszins „interessant", maar zeer eenvoudig, vandaar ook onuitputtelijk.

't Was Ina Lohr, de leerares aan Bazel's Schola Cantorum, die deze fuga's voor uitvoering bewerkte. Zij bracht dit elftal fugen voor strijkorkest en orgel afwisselend in partituur. Geen blaasinstrumenten als trompetten en bazuinen heeft zij bij deze meditaties aangewend, bang als zij was dat hier „effect" het werk zou binnen dringen. Zij wilde enlcel „zingende stemmen" laten hooren en schreef daarom voor strijkers de muziek.

Slechts werd het eerste deel verklankt, wijl dit een in zich zelf gesloten variatie cyclus vormt. .

iiet Collegium Musicum uit Zurich onder directie van Paul Sacher heeft dit werk vertolkt, terwijl Heinrich Funk de orgelfuga's speelde. De musici, zij zaten bij flauv/ lamplicht hoog achter in de kerk op de orgelgaanderij. Hun klank was edel, fijn, als van strijkers van nature.

De uitvoering van dit Hooglied van het muzikale kunnen is uiterst rein en schoon geweest. Gezeten in de ruime hooge kerk, heb ik de klank, van deze fugaschat genoten als een bede, die stygend gaat den hemel tegemoet.

FEESTLIJK ORKESTCONCERT.

De overvolle Stadsschouwburg van Schaffhausen in barokken stijl opgetrokken is er den vierden dag van het, Internationale Bachfeest getuige van geweest hoe Bach's veelzijdigheid tot groot verwondren wekt. De componist van Passionen en Cantaten toont in zijn Suiten en- Brandenburgsche Concerten zich van die' zijde, waarbij hij het hofsche leven uit den Barokken tijd gansch in zich opnam.

Onder leiding van den Stadsmusicus Oskar Disier heeft het Winterthurer Stadsorkest de H moll ouver- ' ture en het Brandenburgsche G dur Concert in al hun statie, frissche zwierigheid, levendige fugato's en deftige dansen doen leven als klankstukken, die immer ds edele geesten genoegen zullen schaffen. »

De reeds vergrijsde pianist Wilhelm Backhaus heeft zi'ch in het d moll klavier concert doen hooren als een Bach interpreteet van internationale groote. IZija spel is wonder mooi geacheveerd, zijn klanken zeer doorzichtig en 't alles was zoo overdadig goed, dat 't niet verwondren deed dat eindloos het applaus was; Tot viermaal toe moest dirigent en pianist den dank der zaal in groot applaus ontvangen, natuurlijk gold dit ook 't orkest, dat met zijn fluitist Willy Urfer en violist Peter Rybar een groot aandeel had in 't slagen van dit feeStconcert.

Den Woensdagavond "was wederom de Johannes kerk met bijkans 2000 menschen overvol. Marcel Dupré, de wereldvermaarde Parijsche orgelist en improvisator zou het orgel-feestconcert doen hooren.' Den vorigen dag om 12 uur nog te Parijs was hij per vliegtuig om 3 uur reeds in Schaffhausen ten

repetitie aangekomen. Den Woensdagavond na nog kort gerepeteerd te hebben speelde hij het groot en prachtig Bachprogramma, geheel alleen, zonder hulp van registrant of notenbeeld. Verwonderen doet dit wel en eerbied dwingt het af voor zulk een genialen geest. Zijn spel is gansch gericht op 't licht bespeelbaar orgel en op concertzaal afgestemd.

De groote Fantasia et Fuga van den 2den Petersband in g moU genoteerd, speelt hij in rustig breed en deftig tempo, waarbij de registratie helder en 't stemmenweefsel zeer doorzichtig bUjft.

De passacagüa und Fuge in c moll wordt een majestueus en deftig klanjcstuk wijl de fuga in marcant en manlijk rythme de ooren houdt geboeid tot aan het laatst aecoord.

In 't koraalgespeel treft dra de andere inslag, die deze meester heeft in vergelijk met hen die van Protestantschen huize zijn. De melodieën, na 2de of 3de regel herhaling vragend, speelt hij he'el rustig door, waardoor het woord bij melodie der verzen niet langer accoordeert. Zijn registratie echter is van wonder mooie keuze en geeft het specifiek karakter dezer klankgedichten wel zéér fijnzinnig weer.

De vertolking der 6de trio-sonate verliest haar polyphoon karakter door een teveel aan vulstemmen en een te jachtig tempo, hetgeen wel zeer veel afbreuk doet aan deze orgelsonate.

Maar wanneer Dupré de Toccata, adagio en Fuga in C dur vertolkt, vergeet men alles wat tot opmerking reden gaf. In de tintelende, frappeerende en bruisende Toccata, in het zangerig weemoedig adagio en in de speelsche fuga, neemt zijn geniale spel oor en hart gansch in beslag, wijl grootsch en manlijk, deftig en marcant zijn vertolking is. Als vastgenageld blijft het publiek na het abrupte slot-accoord nog zitten, na dit fascineerend spel van deze internationale orgelfiguur. Applaudisseeren doet men in de kerkruimte niet, maar buiten de kerkmuren wacht de groote schare den Parijschen orgelmeester op en daar klinkt spontaan en dankbaar het applaus, als dank voor zulk een spel en zulk een fameuze techniek.

1 Marcel Dupré, warm gespeeld en minzaam groetend, heeft als bescheiden man ^ deze groote ovatie in ontvangst genomen op Fransche fijnzinnige attente wijze.

In de laatste helft van de Bachfeestweek hebben we Bach's muziek in zijn veelzijdigheid nog meer doen kennen.

Den Donderdag was het een feestelijk kerkconcert waar een tweetal Cantaten voor koor en orkest van den Leipziger orgelist en cantor werden uitgevoerd. Hoe feestelijk paarden zich de „Baeh trompetten" in deze blijde klankstukken. „Sie werden alle aus Saba kommen" en de door Walter Rheinhardt zeer gelukkig gereconstrueerde Cantate „Singet dem Herm" gaven ons een onvergetelijken indruk van Bach's blijde en geloovig hart.

De HoUandsche zanger Herman Schey heeft met zijn sonoren baszang en doorleefde expressie de ooren der Sohaffhauser luisteraars zeer geboeid, evenals de violist'Ribeaupierre, die in het E dur concert voor viool en orkest, alsmede in de Chaconne voor viool een tintelend spel met vaste streek en warmen toon deed hooren.

KAMERMUZIEK.

Bach's kamermuziek was Vrijdagavond aan het woord. In de luisterrijke bovenzaal van het Raadhuis, met zijn prachtig oud-eiken plafond en, in het gouden licht der koperen luchters, glanzende schilderijenpracht is bij clavecjrmbel klank en fluit, alsmede van viool en cellostreek genoten van Bach's C dur Sonate en Trio uit het „Musikalischen Opfer".

Professor Dr G. Bohnenblust uit Geneve heeft er de beteekenis van Bach uiteengezet in een voordracht over „Joh. Seb. Bach, genie en geschiedenis", waarbij hij zeer sterke attentie schonk aan den onlosmakelijken band, die er is tusschen Luther, het Protestantsch koraal en het leven en werken van Bach.

Bijzonder feestelijk was het den Zaterdagavond. Op den Munot-burcht in open lucht gezeten hebben honderden hun oogen haast niet kurmen gelooven bij het aanschouwen van 't met lampions verlichte burchtplein, dat door kanteelen ingebouwd een oord voor feestelijk samenkomen als bij uitstek biedt. In de Ideedij van Bach's tijd, met pruiken schoon getooid, heeft men de komische cantate „Mer hahn en neue Oberkreet" opgevoerd, 't Was een sprookje; in één woord!

En zoo is deze week er één geworden waarin met grooten eerbied en rechte feestvreugd genoten is van Bachs muzieken.

Geen wonder dat aan 't eind ervan spontaan besloten werd Schaffhausen tot een. traditioneele plaats van Bachmuziek te bestemrfen. Met voldoening kon dan ook het volgend persbericht gelanceerd worden:

In aansluiting op het Internationale Bachfeest, dat van 18-26 Mei in Schaffhausen met een voorbeeldig succes gehouden werd, hebben uitvoerenden en Bachvrienden, bezield met den wensch deze Baehmanifestatie tot een blijvend Instituut uit te bouwen, een Internationaal Bachgezelschap opgericht. Het bestuur zal uit de meest vooraanstaande musici en Bachkenners van Internationale vermaardheid bestaan.

Het stichtingsprotocol was geteekend door den dirigent Walther Reinhardt, Winterthur; prof. Dr liüius Birchler, Feldmeilen; Stadsmusicus O. Disier. Schaffhausen; Dr E. Ebner, Schaffhausen; Karl Matthei, orgelist Winterthirr; prof. dr Konta, Weenen en Jan Zwart Jr. muziekredacteur, Groningen.

Prof. Dr Albert Schweitser heeft inmiddels het voorzitterschap op zich genomen.

Bach's Hohe Messe is de bekrooning geworden van al hetgeen Schaffhausen deze week genoot. Het was bij 't hooren van dit gothieke werk, of heel de Christenheid 't geloof en 't heerlijk rijk bezit in Woord en Sacrament hier uitzingt en belijdt.

De reis naar Holland was er één, waarbij de dank voor al dit schoon genieten den weemoed van voorbije vreugd zeer sterk overstemde.

Groningen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 december 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 december 1946

De Reformatie | 8 Pagina's