GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Condoieantie.

Men kan een voorganger of groep van voorgangers „gelukwenschen" met volgelingen, die hun meesters trouw zijn. Maar met leerlingen, die (althans in de zaken van „getrouwheid" en „beginselen") de meesters verloochenen, condoleert men hen.

Moet men niet dr Ridderbos, dr Grosheide c.s. condoleeren óók met hun volgeling dr H. M. Matter? Die schrijft in een plaatselijk blad te Giessendam over de breuk:

Historisch is het verschil in doopsbeschouwing niet de eerste oorzaali van de Kerkscheuring. Prof. SchUder heeft zich „vrijgemaakt" zonder dat hij enig „-leerstellig confessioneel" bezwaar tegen de doopsbeschouwing der Synode had kenbaar gemaakt.

Dit is pure dwaasheid. Uit de stukken blijkt, dat 't wel zoo is. Bovendien: al was 't niet zoo geweest: er waren toch gravamina? Moest soms ieder menschenkind in '34 of '86 schrijven wat de Cock of Kuyper schreef? Of is een principieele beslissing eener synode afkondiging van wat zij als wet Gods proclameert? We zullen maar laten loopen, dat schrijver weer praat over een beschouwing en dat ik bezwaren kenbaar maakte (met vele anderen) tegen een bindende formule.

Voorts:

Aanleiding daartoe was, zijn schorsing als predikant en hoogleraar, waartoe de Generale Synode overging, omdat hij bleef weigeren, voor de Synode (of liever: ter Synode) te verschijnen, ook toen hij daartoe in de gelegenheid was.

Ook dit is onwaarheid. Gemakshalve slaat dr Matter maar de afzetting over. Die past niet in zijn reclame-kraam. Maar ze is toch een feit. Kent hij de feiten wel? De onwaarheid inzake het niet-verschijnen is grof en leugenachtig. Als dr M. ze soms tegenover deze mijne bewering handhaven wil, dan behoeft hij bet maar te zeggen: hij wordt dan desverlangd de tweede, die gelegenheid krijgt zijn bewering te bewijzen voor den rechter. Ik herhaal: twee keer ben ik gevraagd; twee keer heb ik met de heeren gesproken. Overigens: waartoe dit gezeur? Is soms ds D. v. Dijk niet verschenen ? Of misschien cand. Schilder niet? En heeft de synode soms niet op mijn verzoek via Kampen mijn bezwaren schriftelijk gekregen inzake de continueering (kwestie-Kampen) ? Waartoe dat afleidend geprevel? Heeft de synode niet verklaard, dat ze van mijn meening GENOEG WIST om te kunnen beslissen? Wil dr M. soms vertellen, dat zij tot haar dwaasheden niet gekomen zijn zou, als ik WEL gekomen was? Gecondoleerd, synode!

Verder:

Inderdaad kan iemand, die de „vrijgemaakte" doopsbeschouwing aanhangt, predikant zijn in de „Synodale" Kerk. Maar daar blijkt uit, dat ook feitelijk de doopsbeschouwing niet tussen deze beide Kerken in staat. De Generale Synode heeft de „vrijgemaakte" doopsbeschouwing als juist erkend en daarom slechts iets toegevoegd.

Weer dat gezeur over de beschouwing. Maar het ging over een formule, een 1 e e r-u i t-spraak. Die is bindend verklaard; die binding werd afgewezen, en DAAROM is geschorst. Hoe men zoo onwaarheid spreken kan? Toegevoegd? Aan ons „ja" wordt een synodaal „neen" toegevoegd? Kom, Kom! Voorts:

Vandaar dat er in de „synodale" kerken onderscheiden predikanten zijn, die de „vrijgemaakte" doopsbeschouwing leren, zonder enig conflict.

Er zijn er zelfs, die de uitspraken publiek verloochenen en ongemoeid blijven. Maar dat zijn ook de verbijsterende gevallen van kerkelijk verraad. Loslaten bij den één wat men handhaaft tegen den ander. „Aanneming des persoons" in de kerk.

Verder:

Dat confhct zou slechts ontstaan indien zij hun bezwaren tegen de synodale toevoeging niet aan de orde zouden stellen bij de kerkelijke vergaderingen, maar vanaf de kansel zouden propageren en dus de Synode • zouden bestrijden, daaj waar ze zich niet kan verdedigen.

Zulke gevallen komen voor; zie boven. Maar men doet vaak zijn best, te sussen.

Dan:

Het artikel spreekt van een aparte binding voor Candidaten. In zekere zin terecht. De positie van een candidaat, die toelating vraagt, is een andere dan die van een predikant.

Weet dr M. niet, dat officieel door de synode gezegd is: Wie zwijgt wordt geacht in te stemmen?

Verder:

Wanneer een belijdend hd der Kerk uit schuchterheid zou weigeren deel te nemen aan het H. Avondmaal, zou hij door de Kerkeraad worden vermaand, maar nimmer worden buitengesloten van de gemeenschap der Kerk. Maar wanneer iemand toelating vraagt tot de Kerk en daarbij verklaart, aan het Avondmaal nooit te zullen deelnemen, zal diezelfde kerkeraad hem niet toelaten. Er is verschil tussen het dulden en erkennen van een dwaling.

Maar toch is het de vraagj of één candidaat zou zijn afgewezen, als hij beloofd had zijn bezwaren langs de kerkelijke weg aan de orde te stellen.

Hoe is 't mogelijk? „Langs den kerkelijken weg"; maar die bestond niet meer (geval-Schilder: men moest gaan van synode tot synode, niet vla kerkeraad, classis, etc). Bovendien: een candidaat moest beloven niets te 1 e e r e n wat niet geheel en al conform de uitspraken van '42 was. Kon hij dat niet beloven, dan moest hij weg! Hij kreeg geen kans, bezwaren in te brengen in den kerkelijken weg. Want men kan • niet LEEREN, wat men zelf niet gelooft. Wie-bezwaren inbrengen MAG, moet niet meteen gedwongen worden, toch te 1 e e r e n wat hij niet gelooft. Want dan is dat „mogen" een illusie.

Verder:

Ten onrechte stelt het artikel een „groep Kuyper" in de Gereformeerde Kerken tegenover een „groep Dooyeweerd-VoUenhoven". De toenmalige Ds C. Veenhof heeft o.m. in een boekje „In Kuyper's lijn" aangetoond, dat de wijsbegeerte van laatstgenoemden zich geheel in de lijn van Dr A. Kuyper bewoog. Ook wat de doopsbeschouwing betreft, is er geen „groep Kuyper". Ik weet niet of één „synodaal predikant" deze beschouwing nog aanhangt. Die beschouwing is, dat het kindje, dat gedoopt wordt, moet worden geacht, op dat ogenblik reeds te zijn wedergeboren. In 1905 is uitgesproken, dat dit niet te bewijzen valt.

Maar toch moest in 1944 ieder zeggen: wedergeboren! Al verwees men naar „den staart" van 1905, aan dat ééne zinnteje uit den k o p is b.v. „cand." Schilder gehouden geweest!

De rest van wat dr Matter schrijft blijve rusten, wijl al honderdmaal weerlegd. We wil& n hem niet oorrigeeren, maar alleen grove onwaarheden signaleeren.

Wij condoleeren de voorgangers met zulke apologeten. En beklagen een kerk, die met zulke onwaar­ heden „gebouwd" wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 augustus 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 augustus 1947

De Reformatie | 8 Pagina's