GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAN VOEDSTERHEEREN DER KERCKE EN DEN HEER DER KERK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN VOEDSTERHEEREN DER KERCKE EN DEN HEER DER KERK.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „Elsevier" verhaalt prof. dr H. G. Cannegieter van de merkwaardige ontwikkeling, die zich met name in de Hervormde Kerk voltrekt t.a.v. het Beheer der Kerkelijke goederen. Hij onthult daar, dat de kerkvoogden soms bij voorkeur benoemd werden uit den kring van lieden zonder eenige kerkelijke belangstelling en dat hier en daar de onkerkelijkheid en vijandigheid van deze „voedsterheeren der Kercke" voor een waarborg gold, dat er niet met kerkegeld werd omgesprongen en dat het kerkegoed zuinig werd beheerd.

Dat het zóó erg was, wisten we niet.

Wèl, dat er soms tusschen de Leer en het Beheer de spanning zat als van een Leidsche flesch.

Alsook, dat in den Doleantietijd in Ainsterdam de Leerkwestie met dergelijke Leidsche kunsten op de Beheerskwestie werd afgereageerd.

Maar dat het zóó erg was......

Intusschen het wordt nu beter.

De „Döorbrsiak" schijnt ook tot de Kerkvoogdijen te zijn doorgedrongen.

Deze waren in den schoenen zomer van negentienhonderd en zevenenveertig te Utrecht bijeen. En in deze voedsterheerlijke samenkomsten hebben verschillende sprekers gewezen op het verband, dat er is tusschen de geestelijke en stoffelijke belangen, dus tusschen de leer en het beheer. En Cannegieter haalt dan een uitspraak aan van prof. Ruler — bedoeld zal wel zijn prof. Van» Ruler — volgens wien „het probleem van de materieele verzorging der Kerk nog nooit, alle eeuwen der Kerkgeschiedenis dioor op een èn t h e o r e t i s e h e èn pr ac tisch bevredigende wijze is opgelos t". En prof. V. R. wees in dat verband op „de mo eilijke taak, welke er ook indatopzicht bij de nieuwe Kerkordete wachten staat. Hoe met christelijke middelen aan geld te komen; welk; e de verhouding is t'u s s c h e n de algem'een-kerkelijke en plaatse.1 ij: ke belangen; de salarieering en de pensionneering van de dienaren dier Kerk dit zijn slechts enkelevande vele probleme n". We zijn geen hoogleeraar//in de theologie.

En we zijn te weinig kerkhistoricus dan dat we het professorale oordeel over de beheerskwestie in den loop der eeuwen, zooals prof. v. R. dat geeft, zouden durven weerspreken.

Maar we schrokken, eerlijk gezegd, een beetje Tan de perspectieven, die hij opende. De nieuwe Kerkorde zal het probleem der eeuwen moeten oplossen: „hoe met christelijke middelen aan geld te komen? "

We vinden het eigenlijk een beetje te weinig „dialectisch", een beetje te „burgerlijk", wat „menschelijk, al te menschelijk", iets te rustig en te arm aan „spanning" dan dat men zulke dingen nu van een Kerkorde verwacht en in een Kerkorde neerlegt. Maar daar verder niet van.

Het zal wel weer aan de simpelheid van simplicissimus liggen, dat hij van het problematische van dit probleem van de materieele verzorging der Kerk niets begrijpt.

Van de gruwelen van „voedsterheeren der Kercke" om het even of ze in heerenbanken of op of onder de galerij zitten, weten we!

Maar van de trouw van den Heer der Kerk niet minder! We zouden van deze laatste een Magnificat willen zingen.

Hij, de Zoon van God, vergadert de Kerk!

Hij beschikte haar, alle eeuwen der kerkgeschiedenis door, al wat zij noodig had.

Op een het geloof bevredigende wijze.

Hij heeft de dienaren der Kerk van het noodige voorzien: oen Paulus te Corinthe met Aquila en Priseilla werkte in zijn dagelijksch beroep, hem geleerd overvloed te hebben en gebrek te lijden (Hand. 18 VS 3; Phil. 4 : 12).

Hij heeft hun, als Hij dat voor het kerkvergaderend werk noodig oordeelde, tonnen gouds gegeven en als Hij dat noodig vond hun plannen laten mislukken door geldgebrek. Hij heeft de koorden van de beurs strak gehouden en het goud en zilver laten stroomen. In gebrek en in overvloed, in vrijheid en verdrukking was Hij bij haar met Zijn Godheid, Majesteit, Genade en Geest al de dagen.

Hij heeft Zijn knechten niet opgedragen het probleem van de materieele verzorging der Kerk op een èn theoretisch èn practisch bevredigende wij^ op te lossen, maar Hij vraagt van hen slechts dat Jie den hals zullen buigen onder Zijn-juk, h\m leven stellen voor de schapen en Hij zorgt voor hen, zooals Hij dat goed voor hen vindt.

O, dat we toch gelóóf hebben.

Ook ten aanzien van de kerkelijke financiën! En ook in dezen weer luisteren naar de Schrift! De dienaren des Woords — hun brood verwachtende van hun Heer!

De gemeenten, luisterende naar het Apostolisch vermaan: , En die onderwessen wordt in het woord, deele mede van alle goederen dengene, die hun onderwijst". Gal. 6 : 6.

Dan gaat het wel goed. "

Dan zijn er geen „problemen".

Die komen er pas als het geloof inzinkt.

Dan gebeurde het, dat een dienaar des Woords zgn nood eens klaagde aan de gemeente: „als de Heere mij zou vragen: heeft'het u aan iets ontbroken, dan zou ik met tranen van dankbaarheid zeggen: aan niets, Heere. Maar als de gemeente het vragen zou, dan zou ik antwoorden: aan alles".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

VAN VOEDSTERHEEREN DER KERCKE EN DEN HEER DER KERK.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's