GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OP EN OM ’TKERKPLEHN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OP EN OM ’TKERKPLEHN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 December 1520.

In een onzer Kerkbodes werd een samenkomst aangekondigd tegen den 31en October dezes jaars. En aan de yitnoodiging tot deze samenkomst werd de verzuchting vastgeknoopt: „Het is dan tevens de Hervormingsdag, die men zo langzamerhand niet meer officieel gedenkt. Laten wij inet deze minder goede gewoonte niet meedoen, maar de Here getrouw zijn en Hem onze dank betonen voor hetgeen Hij ons in Kerkhervorming en Vrijmaking geschonken heeft".

We zijn het met het laatste natuurlijk eens.

We mogen Gods daden niet vergeten.

En we moeten de loffelijkheden des HEEREN en Zijne sterkheid, door Hem ook in de historie der Kerk bewezen, niet vergeten.

Maar dan moeten we het ook goed doen!

En dan herdenken we de Hervorming der Kerk niet op den 31en October, maar op den lOen Dtecember.

Want de geboorte der naar Gods Woord gereformeerde Kerk viel niet op den 31en October 1517, maar op den lOen December 1520.

Wat op den laatsten October 1517 gebeurde is een zeer belangrijk gegeven in de vóórgeschiedenis van de Reformatie der Kerk, maar deze werd zelf eerst op den lóen December 1520 een feit.

Aan den vooravond van het feest van Allerzielen en Allerheiligen dacht doctor Luther aan alles, behalve aan Kerkhervorming. Wat hij deed, was anders niet dan een aantal stellingen aan de openbaarheid prijs geven, waarin hij tegenover bepaalde dwalingen van het kerkvolk zijner dagen de waarheid der Schrift , stelde. Dat hij door die stellingen de pauselijke Kerk zèlve in het hart aantastte, heeft hij wel nauwelijks vermoed; Aan een volksbeweging dacht hij niet eens: zijn stellingen waren niet in de volkstaal, het Duitsch, maar in de taal van den gestudeerden stand, het Latijn opgesteld. Ze waren niet voor de „boeren, burgers en buitenlui", die op 1 November 1517 naar Wittenberg ter kerk kwamen, maar voor de Hoogleeraren en studenten van Wittenberg's Universiteit bestemd. Ze bedoelden allerminst een conflict te foreeeren met den pauselijken stoel, al waren ze wèl de aanleiding tot een conflict. Maar zelfs toen „het conflict gekomen" was, leefde Lutl^er in de overtuiging, dat de Paus, die zich aanvankelijk tegen hem gesteld had, wel zijn zijde zou kiezen, als deze slechts beter was ingelicht. In Mei 1518 schreef Luther nog een zeer ootmoedigen brief aan den Paus. Tegenover den kardinaal Cajetanus beriep hij zich later: „o sanctissimo Domino Leone male informato ad melius informandum", van den allerheiligsten slecht ingelichten heere Leo op den beter in te lichten Paus. In 1519 vond te Leipzig van 27 Juni tot 16 Juli de bekende disputatie plaats met doctor Joh. Eek. En eerst op den 16en Juni 1520 werd Luther door de pauselijke bul „Ex surga, Domine " met de excommunicatie bedreigd, indien hij de een en veertig ketterijen, waarvan hij in deze bul beschuldigd werd niet binnen 60 dagen zou hebben herroepen. Met een kennelijke toespeling op Psalm 80 werd in die bul gezegd: „Rijs op. Heer en twist Uw twistzaak: Uw wijngaard wil een zwijn uit het woud verwoesten en een wonderlijke wilde ever wil hem afweiden ".

Daarna heeft Luther nog zijn goeden wil getoond tegenover de pogingen van Miltiz, die tot een oplossing van het conflict wilde komen. Hij schreef n.I. in October 1520 zyn: „Van de vrijheid van een Christenmensch", dat hij ook aan den Paus toezond en waar-, in hij nog vol ootmoed en eerbied tegenover dien persoon dezen teekende als „een schaap onder de wolven en een Daniël onder de leeuwen in het roomsche Sodom en Gomorrha".

Toen doctor Eek intusschen de pauselijke bul had gepubliceerd, begon Luther ook openlijk tegen deze banbul te polemiseeren: „Tegen de vervloekte bul van den Antichrist". (Dat de humanisten onzer dagen nu jammeren over den „toon"!) En toen in verschillende steden door het stoken van Eek Luther's geschriften werden verbrand, toen eerst viel op den lOen December 1520 de slag: na de professoren en studenten van de Wittenbergsche Universiteit daartoe te hebben uitgenoodigd, verbrandde Luther voor de Elsterpoort te Wittenberg de pauselijke bul met de woorden: „Omdat ge den Heilige des HEEREN bedroefd hebt vertere u het eeuwige vuur".

Door die daad sneed Luther den band met Rome door.

Op dat moment scheidde hij zich af van hen, die niet van de Kerk zjfn.

Op dat oogenblik sloeg het geboorteuur der naar Gods Woord gereformeerde Kerk.

Diaarvóór was heel de Kerk in W.-Europa roomsch! • Maar vetnaf den lOen December^'was Luther geen priester rneer onder het pausdom, maar was er te Wittenberg een gereformeerde tot het Woord Gods wedergekeerde Kerk, vertoonde zich, de eenige Katho-/ lieke of Algemeene Kerk weer in haar wettige, d.i. schriftuurlijke gedaante. ,

Niet de 31e October 1517, maar de 10e December 1520 is de geboortedag der Kerkhervorming!

Het komt ons voor, dat het goed is deze dingen in gedachtenis te houden.

Want het is zoo onschuldig niet als het lijkt, dat 'men de hervorming laat aanvangen op den 31en October 1517. Daar zit een personalistische, individualistische geschiedenisbeschouwing achter, die bij de beschrijving van de Kèrk-geschiedenis de Kerk vergeet, om „den held van Wittenberg" te verheerlijken en de Kerk, die hij diende te vergeten. En van roomsche zijde wil men het wel gaarne zoo: de Kèrk-zaken vergeten en Luther als Lucifer verguizen of hem posthuum rehabiliteeren.

Zoo maakt men de Afscheiding tot een zaakje van Hendrik de Cock, de Doleantie tot een Kuyper-affaire en de Vrijmaking tot „de kwestie Schilder".

En daar danken we voor.

Het gaat om de Kerk.

Haar reformatieuren sloegen op ^10 December 1520; op 14 October 1834; op 16 December 1886 en op 11 Augustus 1944. Geen dag daarvóór.

En wat de personen betreft, die in de voorgeschiedenis een rol speelden: hun persoonshistorie is nog geen Kèrkhistorie, ook al kruisen zich beider lijnen en al heeft wat de eerste drie betreft de historie reeds het oordeel geveld: „bene meriti de ecclesia": „zij hebben zich wèl verdienstelijk gemaakt voor de Kerk".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

OP EN OM ’TKERKPLEHN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's