GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Zending ter tafel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Zending ter tafel

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zending kreeg op deze synode een volle beurt. Het mooie was daarbij, dat principiëele vragen daarbij onder de oogen werden gezien. Ds M. de Goede was rapporteur; we ontleeuen aan het belangrijke stuk eenige gegevens.

Het zal voor allen goed zijn - aldus ds de Goede - van te voren elkaar te herinneren aan eenige feiten. Deze vergadering moge bedenken, dat - zij is een Synode. Zij mag en moet als meeste vergadering der Kerken het raam teekenen waarbinnen, en de richting wijzen waarin, krachtens Gods Woord en de belijdenis, het werk der zending speciaal wat betreft de ^samenwerking der kerken, zich behoort te ontwikkelen; het zendingswerk blijve het privilege der kerken zelf: het is haélr roep.mg van Christus' wege. De Synode geve dan ook niet meer dan richtlijnen, welker uitwerking en doortrekking aan de Kerken worde overgelaten. Want als niet de kerken zelf zich Intensief met de aan de orde zijnde vragen van.het zendingswerk gaan bezighouden, worden de zendingszaken toch weer de specialiteit van enkelen, met alle schadelijke gevolgen daarvan. De Synode bedenke, dat de 'huidige verwarde situatie goeddeels gevolg Is van het niet actief kunnen zijn der kerken, zij sober in haar besluiten en adviezen, en wachte zich van de kerken te nemen wat Christus haar gaf en beijvere zich deze veeleer te wijzen op haar roeping. Temeer, waar bezinning op de grondvragen ons brengt in een overgangstijdvak; daarin zij men voorzichtig met het nemen van besluiten, die straks wellicht weer gewijzigd moeten worden.

In dit raam wees de rapporteur op een gevaar, dat z; l. aanwezig is. Hij vreest, dat in den geest van velen bü de uitstippeltng van de taak der zending het accent wel zeer zwaar komt te liggen op de hulp-diensten. Nu is het, zoo vervolgde hij, met deze hulpdiensten altijd al een moeilijke zaak geweest. De Synode van Middelburg (1896), die de grondslagen legde voor den opbouw van het zendingswerk in de Geref. kerken, drong aan op een grootschen opzet aan de hulpdiensten: zij moesten de met het Evangelie te beai-beiden bevolking gunstig stemmen voor dit Evangelie. Vanzelfsprekend moest men toen, aldus de rapporteur, wel komen tot een scheiding der diensten (acta art. 3 117, 118); in den persoon van den zendeling kan hoofddienst, medische en school-dienst niet vereenigd zijn. Van belang is de argumentatie. Men leze en hoore: „Onze Gereformeerden (aldus 't Middelburgsche rapport) leeren allerwege eene voorbereidende genade. Niet alsof ooit eenige voorbereiding allengs het leven In den dood kon doen ontstaan; maar In dien zin, dat de geesten voorbereid worden, om, als God het leven schenkt, snel tot rijp en helder geloof te komen. Zoo was Israël voorbereid op den Christus; en zelfs de Grieksche wereld, waarin Paulus optrad, positief door de Joodsche emigratie, en negatief door haar ijdele, op niets ultloopende philosophie, voorbereid op het ingaan tn die machtige levensvragen, die het Christendom aan de orde stelde. Voor ons volgt hieruit tweeërlei.

Ie. Dat wij, als er twee volken op bearbeiding wachten, die in voorbereiding verschillen, ons te wenden hebben tot het aireede meest voorbereide volk. En 2e, dat waar zulke voorbereide volken in onze Indien niet worden aangetroffen, eene voorbereidende werkzaamheid onder hen doeltreffend kan zijn, om daarna zending te doen slagen. Vooral tweeërlei komt hier in aanmerking. De christelijke religie is gebonden aan de H. Schrift. Een volk, dat niet lezen kan, Is daarom minder gemakkelijk te bereiken dan een volk door dialogen, tractaten, bestrijdingen van him wangeloof, liederen-en gebedenboeken te bereiken, én evenzoo, om het de Schrift in handen te geven. Onderwijs in het lezen op breede schaal is daarom een der aangewezen middelen van voorbereiding te achten. En hetzelfde geldt uit anderen hoofde van geneeskundige hulp en verpleging in ziekte. De profeten, de Christus en de apostelen gebruikten dit hulpmiddel evenzeer; en van oudsher is dit hulpmiddel ook door onze Gereformeerde vaderen als bij uitstek doeltreffend aangewezen, om ingang en aanteking te verkrijgen; en zulks niet alleen als uitoefening van zekere elementaire geneeskunde, die de gezondene dienaar zich heeft eigen gemaakt, maar ook' opzettelijk door het stichten van hospitalen, * het doen uitgaan van artsen, en het laten optreden van zusters voor de ziekenverpleging. Slechts worde wel in het oog gehouden, dat dit alles voorbereiding en hulpmiddel, geene zending is; en dat alzoo niets van dit alles uit het ambt der kerken voortvloeit, door private personen of genootschappen evengoed kan gedaan; en dat de kerken, waar zij deze voorbereidende en helpende middelen aanwenden, ze nimmer met het ambt vereenzelvigen mogen." (Acta Middelburg, bl. 71, 5, Ie).

Uit dit citaat — nu spreekt weer de rapporteur — komt de tegenstrijdigheid duidelijk naar voren. Eenerzijds zegt men: hulpdiensten zijn „geene zending" en anderzijds: vóór alles moet de zending een sterken medlschen dienst en schooldienst opbouwen, teneinde de verkondiging des Evangelies met vrucht te doen plaats vinden. Deze tegenstrijdigheid is wezenlijk nooit weggenomen: tot op heden _ hebben de zendende kerken daar moeite van (Zie art. 9 Z.O.).

Stellen we ons nu de vraag: hoe heeft de aldus opgezette zending, onderschelden in hoofddienst en hulpdiensten gewerkt? en: tot welke consequenties leidt zij vandaag ?

Met instemming volgt het Rapport den gedachtengang van het Priesche rapport (p. 7):

a. School-arbeid zal, gezien het verschil In cultuurniveau, grootendeels bestaan'in het overdragen van westersche cultuur;

b. bij den medischen dienst is evenzeer het gevaar, dat verbetering van het medische peil zonder meer, slechts beteekent overbrenging van westersche beschaving.

Dat zijn — aldus de rapporteur — schoone dingen. Maar men bedenke: de westersche cultuur is een in wezen van God afvallige; en: is cultuur-ovterbrenging zonder meer kerk-taeik? Is hier niet te duchten — wat in de practijk reeds gebleken is — dat hét resultaat van een grootsch. opgezetten medischen dienst en schooldienst beteekent een toenemen van het saecularisatie-en vermaterlallseeringsproces der inheemsche bevolking? ' En dreigt niet steeds het concrete gevaar, dat medische dienst en schooldienst zullen worden losgemaakt van den hoofddienst, en tenslotte den hoofddienst overwoekeren?

Dit zijn zoo enkele vragen, die reeds tot nadenken stemmen.

Maar, zoo vervolgt het Rapport, bepaald In een ander klimaat dan dat van den Bijbel komen we, wanneer voor de vragen, die hier kljsmmen, een oplossing wordt gezocht en aan de hand gedaan, dat men medischen dienst en Schooldienst feitelijk gaat maken tot een hoofddienst. De vergadering van den Internationalen Zendingsraad te Jeruzalem (1928) gehouden, heeft toch betoogd en tot richtlijn van zendingsarbeld verheven: de verwezenlijking van het Koninkrijk Grods in dit natuurlijke menschelijke leven; kerk en zending hebben tot taak, de kerstening der volkeren, en daartoe behooren zij een nieuwe beschaving te brengen. - De opbouw van een christelijke samenleving i£ doel en zin der zending: Het plan der zending behoort "e zijn eene „comprehensive approach" (een heel het leven omvattende en aanvattende benadering). Dat brengt de situatie van het oogenblik mee. Dat vraagt deze tijd. De zending heeft te komen niet alleen met medischen dienst, schooldienst, maar evenzeer met socialen, landbouwkundigen dienst, met nijverheidsonderwijs enz. De nieuwe tijd brengt mede een nieuwe taak. E!n deze „comprehensive approach" moet door en vanwege de Kerk geschieden. Zij is haar roeping.

Dit laatste — aldus de rapporteur — is wel het gevaa.rlijkste. Ook hier in Nederland kennen we dit geluid — het is Inderdaad het geluid yan dézen tijd! Hoe wordt er niet gesproken over het apostolaat der kerk! In de Hervormde Kerk maakt men daar ernst mee, en tracht men deze gedachte te verwerkelijken. Komt zij niet hierop neer, dat de kerk wordt verheven tot de autoriteit, die het leven steun en vastheid heeft te geven? Vanuit de Kerk als centrum moeten alle sectoren van het leven worden beheerscht. Maar de Schrift zegt, dat v/e geen mythen, kunstig verdichte fabelen, hebben na te volgen, doch acht zullen geven op het vaste Woord Gods. Niet de mythe van den Staat, die voor het heele leven zorgt; niet de mythe van de Kerk, die meent de vastigheid des levens te kunnen zijn; maar Jezus Christus, het Woord Gods, moet inhoud zijn der zending. Aan Hem, maar dan ook aan Hem alleen, heeft de Vader alle exousia (bevoegdheid, macht) gegeven in hemel en op aarde. Het is fataal, dat in zendingskringen, door en na de conferentie van Tambaram, steeds meer afgodisch „eccleslologlsch"-is gedacht en niet meer het Woord Gods centraal Is gesteld. Wie eenmaal zich overgeeft aan de mythe, he, eft geen blijvende norm meer, maar zal steeds in een „schuivende" probleemstelling moeten uitgaan van de nieuwe situatie en van de wisselende eischen des tijds!

De rapporteur wil tegenover dit alles teruggrijpen naar de Schrift, Hij merkte op: e Schrift zegt, dat de zending is de opdracht van God Drieëenig aan Zijn Kerk, om aan alle volken het Woord Gods te prediken en alzoo de Kerke Chrlsti te planten. Zie Joh. 20 : 21; Matth. 28 : 19; Lukas 24 : 45—47. En die zendingsopdracht moet en kan alleen vervuld worden door uit te gaan tot alle volkeren: e kerkplantlng moet voortgaan tot den groeten dag van Jezus Christus. De tijd is voorts kort. Nergens heeft Christus ons beloofd, dat we een heel volk en zijn cultuur kunnen kerstenen door de zending. Hij heeft integendeel ons wel ernstig gewaarschuwd, dat er ook kan zijn een verwerpen van het goede Woord Gods. Evenmin heeft Christus ons bevolen, dat we .tot het einde aller dingen ons met onze zendings-actlvitelt zouden vastzetten op één eiland. Hij heeft In Zijn haasten naar het einde wel op meerdere plaatsen een taak voor ons! Hij wil, mede door dé getrouwe betrachting van het zendingsgebod, vele kandelaren bijzetten, welke Zijn licht uitstralen. En zulks geschiede dus naar Zijn bevel door de prediking van Zrjn Woord. Zie Hand. 10 : 42, Mt. 28, Mrk. 16 : 15.

Er is geen verschil van gevoelen over den aard' van het gepredikte Woord. Dat door de Kerk te prediken Woord vernieuwt het gansche leven. Er is een „comprehensive approach" van het gansche leven, maar door het Woord des Heeren, dat levend is en krachtig en waardoor de Heere Zich een volk formeert dat Zijn lof zal verkondigen. Maar het verschil — aldus het Rapport — ligt hierin: dat de Schrift nergens leert, rfat de kerk in haar zending programma'^s van vemleuwiag heeft te ontvouwen of deze vernieuwing heeft te organlseeren. Het Woord Gods is een zaad der wedergeboorte. Hier citeerde de rapporteur het rapport der classis Leeuwarden:

„Samenvattend is dus te zeggen, dat Gods Woord leert, dat de drieëenige God de kerk opdracht gaf uit te gaan om het Woord te verkondigen. Inderdaad heeft zij de opdracht, te prediken, dat het geheele leven vernieuwd moet worden. Maar nergens leert Gods Woord, dat de kerk 'n programma dient te ontvouwen, waarin deze vernieuwing wórdt uitgewerkt; en nog minder dient de kerk zelf deze vernieuwing te organlseeren. De kerk predike, dat de landbouwer zijn ambt moet verstaan als rentmeester van Christus. Maar het Is niet de taak der kerk, een landbouwcursus te organlseeren. Het is de taak der kerk, om het ambt aller geloovlgen op te roepen, eikaars nooden te lenigen. Maar de kerk organiseere geen hospitalen. Het is de roeping der kerk, voor het christelijk lager-, middelbaar-en hpoger onderwijs te bidden, en de ouders op te wekken daar voor te zorgen. Het is niet de' taak der kerk, om westersche wetenschap in het Oosten te populariseeren. Nergens spreken de belijdenisgeschriften, de K.O., de beroepslarief, de bevestigingsformulieren zich in dezen zin uit (D. D. R. I., 3; II, 5; IH/IV, 17). De eene groote opdracht is steeds: redik het Wóórd (2 Tim. 4:2). Daardoor geschiedt de alomvattende benadering („comprehensive approach") Van het gansche menschenleven ('t evangelie is een zaad der wedergeboorte). De kerk zaale het mosterdzaad. Maar plante geen mosterdboom. Men capituleere hier noch in Indlë „vanwege de omstandigheden" voor de hervormde visie. Maar juist omdat we zien dat men almeer in de wereld de kerk maakt tot een sociale Instelling en alles verkerkelijkt - terwijl de antichrist klaar staat om zich aan het hoofd van dat gansche systeem te stellen, zie de kerk juist haar ééne taak scherp, en ga nu zeker niet boven het Woord uit, door meer te doen dan Christus haar opdroeg. Vereenigingen hier, en in Indlë, zouden zich bezig kunnen houden met de breede taak, die er ligt op medisch en sociaal terrein".

In aansluiting hieraan waarschuwde het Rapport tegen een exegese van het zendingsbevel op deze manier, dat het leven verkerkelijkt wordt. Zending beoogt immers door de prediking van het Evangelie de kerk van Christus te planten. Welnu, het hééft den Heere behaagd, b.v. in Soemba de kerk te planten, kandelaren te plaatsen. WQ menschen redeneeren wellicht zóó: die kandelaren kunnen nog maar weinig licht geven; maar in de oogen van denverhoogden Christus en door Zijn genade zijn het toch kandelaren die Zijn volle heerlijkheid uitstralen, en In welker glans Hij Zijn lust heeft. Maar dan is daarmede tevens gezegd, dat de eigenlijke zendingstaak op O. Soemba voor de Kerken in Holland eene afloopende is. De geïnstitueerde Kerken op O. Soemba zelf hebben nu haat roeping te vervullen, en het Evangelie te verkondigen; dus kerken van Christus te zijn In het volksleven, waarin God haar plaatste. Dat zij daarbij de hulp van de HoUandsche kerken, door wier prediking zij door God verwekt zijn, niet missen kunnen, is buiten kijf. Financieel, en principieel (adat-kwestie, opleiding goeroe's Indjll etc.) hebben we een taak op Soemba, ons door God Zelf opgelegd. Maar niet meer allereerst een zendings-taak; en tevens een afloopende taak. Op dit laatste moeten we ons meer en meer gaan instellen, opdat alle hiërarchie in de samenleving der kerken worde geweerd.

Onze taak op Oost Soemba is — volgens het Rapport — er eene van na-zorg. Men voere — zoo zegt het — hiertegen niet aan: hoe zullen deze nog zoo zwakke kerken öle geweldige taak volvoeren? De apostel Paulus plantte kerken door zijn prediking, bezoeht ze later nog wel, hield den band aan door correspondentie en gaf velerlei advies in kwesties, de „adat" rakende, maar verder liet hij die plaatselijke kerk in haar vollen van Christus gegeven luister; en dat moeten wij ook weer leeren. De moeilijke, zware jaren vanaf 1938 hebben die kerken rijper gemaakt voor het volbrengen van haar taak. En tenslotte is het niet het geloof en de standvastigheid 'der kerken, maar de levende kracht van het daar aan hen gepredikte Woord, waarop wij moeten vertrouwen. Dat Woord zal niet ledig wederkeeren tot Hem, Die het sprak, maar doen al hetgeen Hem 'behaagt en waartoe Hij het zendt.

Onze Kerken hebben op Soemba een taak die gaat afloopen. En de rapporteerende commissie is ervan overtuigd, dat nu "reeds met voorzichtige wijsheid de lijnen moeten worden uitgestippeld, waarlangs zich de samenwerking van de kerken op O. Soemba en die in Holland heeft te' ontwikkelen; niet meer in de verhouding van zendende kerken in Holland, en nog niet heelemaal meetellende kerken in Indlë, die moeten loopen aan de hand der kerken in Nederland; — doch veeleer In déze verhouding: twee groepen van kerken, de ééne in Nederland, de andere in Indlë, van welke de laatste naar analogie van art. 11 K.O. van de kerken In Holland vraagt en ontvangt allen steun, dien zij noodig heeft, en dien zij om Christus' wil mag verwachten uit den geschonken schat Zijner genade.

In dit licht gezien is er voor onze kerken nog een schoone taak op O. Soemba. We denken hier aan het werk van de missionarissen, wat dan toch wel allereerst de opleldlag van de goeroe's indjil moet wezen. Een opleiding, die niet allereerst en allermeest een wetenschappelijke behoeft te zijn, maar die de a.s. goeroe's bekwaam maakt om te zijn brengers van de gezonde leer naar het Woord Gods.

En dan komt er — naar de meening van het Rapport — tevens Schriftuurlijke „ruimte" voor de „hulpdiensten". Want zien we de kerken op O. Soemba, met al haar schameUieid, in den glans van Christus' koningseere, en schijnend als Zijn kandelaren, dan zullen wij haar óók zien in haar roeping, haar licht te laten schijnen voor de menschen, opdat dezen haar goede werken zien en haren Vader Die in de hemelen is, verheerlijken. Kan een kerk van Christus, zelve uit de dooden opgewekt door het Woord Gods, onbewogen blijven onder den nood, de „verellendiging", en de demonische gebondenheid aan het leven van wie haar omringen? Ze zal haar dienst der barmhartigheid oefenen naar het Woord van haren Heer: doet wel aan allen, allermeest aan de hulsgenooten des geloofs; en daarin vinden den regel van haar diaconalen arbeid èn van velerlei christelijk barmhartlgheidsbetoon. En die dienst der barmhartigheid zal niet bestaan tn het charisme der gezondmaking, eenmaal aan de apQsteleh en de eerste kerk toegezegd en geschonken, maar in 't wijzen en bewandelen van den beteren weg van 1 Cor. 13: den gewonen weg der liefde. Is daarbij noodig steim en hulp, in financieerlng en organisatie vanuit Nederland: hier ligt een taak voor onze diaconieën en er kunnen vereeniglngen komen, die school-dienst en medischen dienst etc. verzorgen. Die vereeniglngen tot verzorging der hulpdiensten liggen blijkbaar ook in de lijn van generale zendingsdeputaten. Terwijl we dit schrijven is nog geen beslissing gevallen. Maar het leek me voor onze lezers goed, dat zij zich al vast konden oriënteeren Inzake de hier aangesneden principiëele vragen, die dooi-het Rapport zóó aangesneden zijn, dat leder voelde: hier komen de principes aan de orde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 november 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

De Zending ter tafel

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 november 1948

De Reformatie | 8 Pagina's