GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VITRINGA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VITRINGA

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

over nut, noodzakelijkheid, gezag van synaden XI

14. Ten slotte sprekend over het gezag der Synoden, merkt Vitringa het volgende op.

Indien, de Synodale vergaderingen op deze wijze worden ingericht (zooals in 't vorige artikel werd uiteengezet) ; indien ze zich wachten voor de genoemde gebreken, dan meen ik, dat men niet al te zeer vreezen móet, dat in haar oordeelen de dwaling wordt binnengehaald. Want indien bij de leden en in de wijze van rechts-hanteering zoo goed als niets is, dat gerekend naar menscheüjke verhoudingen en toestanden te wenschen overblijft — dan moet óf de beslissing goed uitvallen, óf dan moet in den regel en de norm, waarnaar men oordeelde, een fout schuilen.

Wat dunkt U? Durft men de Goddeüjke Schriften, waaraan wij alleen die eer toeschrijven (n.l. om GoddeUjk' genoemd te worden) met de verdenking te belasten, alsof daarin de leer des geloofs niet klaar en duidelijk genoeg beschreven en bepaald zou zijn, en niet genoegzaam om de kwestie's inzake het fundament des geloofs zonder feil tot een oplossing te brengen, indien maar ootmoedige menschen, de waarheid toegedaan, zich hierop nauwgezet toeleggen? Als iemand dit zou wagen, dan ben ik bereid, deze schending af te weren.

Immers het is een ongegronde bewering, dat Christus Jezus en de Apostelen den weg der zaligheid onvolkomen aan de menschheid voor oogen gesteld zouden hebben. Wie kan er aan twijfelen, 'of ze hebben dien weg klaar en volkomen willen beschrijven. Ik weet evenwel, dat het aldus aan onkundigen kan toeschijnen. Gemerkt het feit, dat zelfs menschen, die het gezag der Goddelijke Schriften eerbiedigen en daarbij geleerd zijn en, naar het schijnt, de waarheid toegedaan, verschillende gevoelens inzake het geloof handhaven. Dit ontken ik in geenen deele, en die zaak is algemeen bekend.

Maar gelooft mij, dit is te wijten, niet aan de Goddelijke Schriften, maar aan de menschen. Indien zij, die zich toeleggen op het verstaan en de uitlegging van Gods Woord, van de noodzakelijke hulpmiddelen voorzien, in zich hebben de ootmoedige gehoorzaamheid des geloofs, welke de Heilige Geest in al zijn leerlingen vereischt, dan zou de meening des Geestes in de verborgenheden des geloofs aan allen duidelijk zijn. Dan zou de leer van den godsdienst voor niemand duister zijn. Dan zouden allen zonder bezwaar in hun oordeelen overeenstemmen, en geestelijk zijnde, de geesteUjke dingen onderscheiden.

Maar de hoogmoed en de verdorvenheid van het verstand zijn oorzaak, dat allen dit niet bij zichzelf tot stand brengen. Ze komen in de leer van Christus en van de Apostelen sommige leerstukken tegen, die za met hun verstand niet geheel kunnen begrijpen, of die ze bezwaarlijk met hun bevooroordeelde begripsvorming, die ze zeer ten onrechte de rechte rede noemen, kunnen overeenbrengen. Die afgoden van hun hart eerbiedigen, eeren en aanbidden ze. Met deze komen ze om den mond des Heeren te vragen • (Ezechiël 14 : 3 V.V.), zich stellig voorgenomen hebbend, niets te gelooven, dat een ander geluid laat hooren, al was het nog zoo duidelijk geopenbaard.

In him overmoed beramen ze derhalve om, hun vernuft en geleerdheid misbruikend, de meening der Godsspraken om te buigen en te schikken naar hun eigen hypothesen, welke ze buitfen het Woord Gods zorgeloos en arrogant hebben verzonnen. Ze gaan dus zóó te werk, alsof de Geest niets zegt of leert, dan 't geen Hij volgens hun meening en oordeel had moeten zeggen en oordeelen. ofschoon het aan ieder, die het Woord Gods met meerder eerbied en ootmoed beschouwt en behandelt zonneklaar blijkt, dat de uitleggingen die ze in 't licht geven niet uit de Schriften geput zijn, maar met geweld en brutaal daarin geduwd worden. Alsof ze zich tot taak gesteld hadden de leer des geloofs niet uit de Schriften te putten, maar om de leer, welke ze daarin vinden, te verbeteren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

VITRINGA

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 december 1948

De Reformatie | 8 Pagina's